Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

Mentale weerbaarheid 14 februari 2017

prof. dr Nico W. Van Yperen

'Als mijn vader niet was overleden toen ik bijna 12 jaar oud was, dan zou ik nooit een topgolfer zijn geworden', aldus de Australiër Jason Day in de inspirerende documentaire Never Say Die1

Op driejarige leeftijd kreeg Jason van zijn vader Alvin Day een op een vuilnisbelt gevonden, roestige en ingekorte 3-wood club waarmee hij zijn eerste swings maakte. Toen zijn vader hem zo bezig zag zei hij tegen zijn Filipijnse echtgenoot Dening Day: 'This guy is gonna be a champion one day'. Hij nam Jason vervolgens mee naar de golfbaan waar hij op 8-jarige leeftijd zijn eerste jeugdwedstrijd won. De rol van zijn vader, die een alcoholprobleem had, was, op z'n zachtst gezegd niet eenduidig positief. Hij schuwde fysiek geweld niet wanneer z'n zoon niet aan zijn verwachtingen voldeed. Jason zei daar later over: 'I loved playing golf more than I hated the punishment.'2

Alles werd anders toen zijn vader aan maagkanker overleed. Jason raakte kortstondig de weg kwijt; hij verviel in passiviteit en onverschilligheid, en kwam in aanraking met alcohol en geweld. Moeder Dening kon niet aanzien dat haar zoon z'n golftalent aan het verspillen was en nam - na overleg met haar dochters Yanna en Kim - de beslissing van haar leven. Ze schraapte het geld bij elkaar dat nodig was om haar 12-jarige zoon naar Kooralbyn te sturen, een International Golf Academy in Queensland, 800 kilometer verwijderd van hun woonplaats. 

"Door het vertrouwen en de steun die Jason van zijn 'tweede vader' kreeg, vond hij zijn intrinsieke drive terug"

Een klein jaar na het overlijden van z'n vader, ontmoette Jason daar Colin Swatton, een golfcoach en trainer die achteraf een 'life changer' bleek te zijn. Door het vertrouwen en de steun die Jason van zijn 'tweede vader' kreeg, vond hij zijn intrinsieke drive terug om zich vol overgave te storten op het verder ontwikkelen van zijn unieke golftalent. Ook belangrijk daarbij was de extrinsieke drijfveer om zijn moeder (en zussen), die zich voor hem in de schulden had gestoken, niet teleur te stellen. 

Beste van de wereld
Zijn tomeloze inzet werd uiteindelijk beloond met aansprekende resultaten. Net als zijn grote voorbeeld en held Tiger Woods werd Jason Day de beste golfer van de wereld. Op 20 september 2015 bereikte hij de eerste plaats op de Official World Golf Ranking. Dit dankte hij onder meer aan zijn matchplay kampioenschap in 2014 (wat hij herhaalde in 2016) en zijn PGA Championship in 2015, dat hij won met een record van 20 slagen onder par. Kort daarvoor, in 2013, had Typhoon Haiyan meer dan zesduizend Filipijnse dodelijke slachtoffers gemaakt, waaronder Jason's oma en zeven andere familieleden.

Is het ervaren van ernstige tegenslag, tragedies, of ontsporingen noodzakelijk om uiteindelijk een groot kampioen te worden? Is Justin Day een uitzondering? Of hebben ook andere kampioenen soortgelijke ervaringen? 

"De meeste kampioenen blijken ervaringen te hebben met ingrijpende gebeurtenissen zoals de scheiding van hun ouders, ernstige ziekten, of loopbaanbedreigende blessures"

Onderzoek onder olympisch kampioenen suggereert dat het verhaal van Justin Day geen uitzondering is. De meeste kampioenen blijken namelijk ervaringen te hebben met ingrijpende gebeurtenissen zoals de scheiding van hun ouders, ernstige ziekten, of loopbaanbedreigende blessures. Net als Jason Day geloofden de meesten dat ze zonder deze ervaringen waarschijnlijk nooit olympisch kampioen waren geworden. Zij waren ervan overtuigd dat de ingrijpende gebeurtenissen onvermoede hulpbronnen en krachten heeft geopenbaard die hen hebben geholpen, en nog altijd helpen, om te gaan met nieuwe tegenslagen en frustraties. 

En dat is nodig omdat atleten daar in hun loopbaan onvermijdelijk mee te maken krijgen. De meeste tegenslagen zijn gerelateerd aan de sport, zoals verlies en slecht presteren, blessures en vormverlies, en prestatiedruk en rivaliteit. Daarnaast kunnen atleten te maken krijgen met school- en werkgerelateerde problemen, interpersoonlijke problemen met familie en vrienden, scheiding van ouders, en ernstige ziekten en overlijden van intimi. Deze gebeurtenissen gaan vaak gepaard met spanning, angst, onzekerheid, en frustratie. Alleen degenen die hier effectief mee om (leren) gaan, zullen uiteindelijk succesvol zijn.

Soortgelijke ervaringen
Dit geldt overigens niet alleen voor atleten. Ook mensen die het ver hebben geschopt in, bijvoorbeeld, de wetenschap, kunst of politiek, hebben soortgelijke ervaringen. Een bekend voorbeeld is Barack Obama, de voormalige president van de Verenigde Staten. Zijn ouders scheidden toen hij twee jaar oud was. In 20083 zei hij daarover: 

'... my strength actually comes, in my case, from the absence of a father. At some level I had to raise myself. . . . if I think about how I have been able to navigate some pretty tricky situations in my life, it has to do with the fact that I had to learn to trust my own judgment; I had to learn to fight for what I wanted. I actually think that maybe having an absent father meant also that . . . you have to grow up faster . . . that maybe carries over into how you approach the world generally, that you need to take responsibility and make sure that you’re able to solve problems and step into the breach because there’s nobody other than you who’s going to solve them.'

"Mentale weerbaarheid wordt gezien als een deels aangeboren, deels aangeleerde vaardigheid"

Het omgaan met tegenslag versterkt de mentale weerbaarheid, in het Engels aangeduid als 'mental toughness'. Mentaal weerbare personen hebben veel zelfvertrouwen, ook wanneer het even tegen zit. Daarbij zijn ze strijdvaardig, bevlogen, en oplossingsgericht, en in staat om ook onder hoge druk hun aandacht bij de taak te houden. Mentale weerbaarheid wordt gezien als een deels aangeboren, deels aangeleerde vaardigheid. Daarbij kan mentale weerbaarheid situatie-specifiek zijn (alleen in sport, of school, of werk), of meer kenmerkend voor de persoon over diverse situaties heen. Mentale weerbaarheid kan ook fluctueren: soms ben je het wel, en soms niet. Iedereen kan een slechte dag hebben. 

Niet pamperen
Onderzoek onder atleten, waaronder olympisch kampioenen, suggereert dat de ontwikkeling van mentale weerbaarheid een langetermijnproces is gebaseerd op eigen ervaringen met het omgaan met tegenslagen. De implicatie voor talentontwikkeling is derhalve dat het pamperen van talenten geen goed idee is. Immers, een comfortabele route naar de top bestaat niet. 

Hoe kan de mentale weerbaarheid worden versterkt? Dit kan ten eerste door in een training of oefenwedstrijd atleten uit hun comfort-zone of evenwicht te halen, bijvoorbeeld via: 

  • oneerlijke arbitrage, zoals een bal uitgeven die in was, een doelpunt onterecht afkeuren;
  • afleidingen, bijvoorbeeld geluid maken tijdens een service of swing, irritante dingen roepen, duwen en trekken;
  • concentratie-oefeningen bij (extreme) vermoeidheid (aan het eind van de training), zoals strafschoppen of vrije worpen nemen. 

Ten tweede helpt het als talenten de vrijheid krijgen om zelf-veroorzaakte of door ongelukkige omstandigheden ontstane problemen naar eigen inzicht op te lossen. De (sociale) vaardigheden en mentale weerbaarheid die zodoende wordt opgebouwd, kunnen vervolgens met (nog) meer zelfvertrouwen worden ingezet bij nieuwe tegenslagen. 

"Als je goed wilt worden, of talenten goed wilt opleiden, dan moet je er wat voor over hebben"

Tegelijkertijd is er een cruciale rol weggelegd voor begeleiders, zoals ouders, leerkrachten en trainers. In het geval van Jason Day waren dit zijn moeder en coach, mentor, en caddie Colin Swatton. Zij moeten er op toezien dat er geen structurele schade wordt aangericht, of dat patronen van onzekerheid en aangeleerde hulpeloosheid ontstaan. Ook is het belangrijk dat zij met atleten reflecteren over hoe zij specifieke problemen hebben opgelost en hoe effectief dat was. Zou het beter kunnen? Hoe? Wanneer? Waarom? 

Net als ieder leerproces is de individuele benadering belangrijk: werkt het voor deze persoon, op dit moment, onder deze omstandigheden, en voor hoe lang? Dat is in dit geval soms hard, moeilijk en pijnlijk, voor zowel de atleet als zijn of haar omgeving. Maar als je goed wilt worden, of talenten goed wilt opleiden, dan moet je er wat voor over hebben. Zoals Jason's vader altijd zei: 'Never say die'.

Noten:
1. Never Say Die - The Jason Day Story
2. New York Times
3. Newsweek

Verder lezen?
•    A grounded theory of psychological resilience in Olympic champions - Fletcher & Sarkar (2012) (pdf)
•    The rocky road to the top: Why talent needs trauma - Collins & MacNamara (2012)
•    Developing mental toughness: From research to practice - Crust & Clough (2011)

Nico W. Van Yperen is hoogleraar Psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, verbonden aan het Sport Science Institute Groningen. Voor meer columns van zijn hand over de mentale aspecten van sport en presteren, zie sportscience.blog.

« terug

Reacties: 2

Marcel van der Kuil
14-02-2017

Beste Nico en Peter, wat een inspirerend artikel, dank hiervoor! Dit pleit ervoor dat kampioenen niet geboren worden, maar gemaakt worden. Dit door de omstandigheden of door zichzelf.  Het lijkt daarom een goed idee om het leren omgaan met tegenslag een standaard - maar wel onvoorspelbaar -  onderdeel van elk topsportprogramma te maken. Dit vooral voor de teamsporten, omdat daar het groepsproces een complicerende factor is. Het regelmatig peilen van de cognitieve reserve helpt om deze te versterken en om de risico’s van de ‘comfortzone’ te voorkomen. Morgen zal trouwens e.e.a. aan bod komen op de Running 20/20 Meetup, over de mentale- en psychische aspecten van het hardlopen, 's avonds op de VU in Amsterdam. Zie: http://www.sportknowhowxl.nl/achtergronden/congressen-en-seminars/agenda-item/108540/meetup-running-2020-februari-2017

Piet van Loon , orthopeed ( orthos paedos)
14-02-2017

Het zal toch niet zo hoeven te zijn, dat slechts tegenslagen van zulk een grote orde, maar buiten de sport gelegen, van een gewoon mens een kampioen maakt? De oude Grieken zouden er van opkijken. Bij  wegzakken van alle geneeskundig-pedagogische kennis, dat eerst het volledig samenwerkend lichaam tot primaire weerbaarheid en optimalisatie moet komen, voordat de bovenkamer tot een zelfde optimalisatie (leervermogen, karakterontwikkeling) en dus mentale weerbaarheid kan toegroeien (Hegel, Rousseau, Montessori e.a) is het huidig zich wetenschappelijk noemend denken over oorzaak van wilskracht van de mens nauwelijks nog eenvormig te noemen. Het gaat vrij breed niet goed met de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de jongere generaties die nu opgroeien. Dat kun je uit de cijfers halen. We zien het aan de ongebreidelde toename van blessures in de jeugd en juist ook in de sport. Maar ook de westerse defensieapparaten zitten met een megaprobleem op basis deze verminderde inzetbaarheidvan de jeugd. Je hebt hierdoor meer afhakers dan doorzetters. Ontbreekt het ze aan ruggengraat?  

Dit komt misschien wel omdat de jeugd in hun vroegste jeugd nog nauwelijks geholpen wordt om het groeien naar gezonde belastbaarheid mogelijk te maken. Alle elementen om het kinderlichaam continu te faciliteren naar ontwikkelen van een gezonde houding, een gezond en energiezuinig loop- en beweegpatroon, voldoende kracht en flexibiliteit om 'vallen en opstaan' in de vroegste fase al 'aan te kunnen', zijn verdwenen. De klap bij een latere tegenslag, lichamelijk of mentaal, komt ook steeds harder aan. Met de komst in de jaren zestig van dr. Benjamin Spock, die het belang van  het enigszins gedisciplineerd lichamelijk opvoeden niet eens kende, de hang naar Amerikaanse leefstijl ( tv, op de bank chillen), de automatisering en robotisering van ons 'leven naast bewegen' is het voor een groeiend kind bijna niet mogelijk om op slechts positieve ervaringen kampioen te worden. Er zullen steeds meer coaches en begeleiders voor steeds meer kinderen moeten worden ingehuurd om zelfs gewone sportbedrijving nog enigzins aantrekkelijk of gezondheisdsbevorderend te maken. Het veel te weinig  gebruiken van het locomotor stelsel en het ook nog eens in zittende en hangende houdingen tot verkeerde verhoudingen laten ontwikkelen van het skelet vanaf de wieg maakt ons lichaam vulnerabel en ook nog eens vroeg oud. Deze dramatische ontwikkeling maakt herstel van de vroegere preventiekracht in onze common sense imperatief. Het zijn niet de ouders, noch de overheid die de kennis over goed groeien (orthos paedos) hebben laten weglekken. Het is de wetenschap in zijn geheel die de vertrouwde onderbouwing van de common sense hier in Europa is gaan vergeten en is gaan verruilen voor een prestatiedrang voor zichzelf, naar Amerikaans model. De USA hebben hierdoor dan ook het meest ongezonde volk ter wereld en zal zich daar ook niet snel vanaf laten helpen. Blindstaren op hun sporthelden ook niet, ook al lijken we ze te kunnen begrijpen.

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst