Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Veranderende verenigingen-Item

Sportvereniging in transitie (proloog) 27 november 2018

door: Jan Janssens

Er wordt op Sport Knowhow XL heel wat geschreven en gediscussieerd over de positie en het functioneren van sportverenigingen. Aan de ene kant wordt vaak betoogd dat sportverenigingen belangrijk zijn, het moeilijk hebben en meer erkenning en ondersteuning verdienen. Aan de andere kant wordt ook vaak vastgesteld dat verenigingen niet optimaal functioneren en zich meer zouden moeten aanpassen aan de veranderende wensen van de sporters en de eisen van de moderne tijd. 

Hoewel de teneur radicaal verschilt, sluit het één het ander natuurlijk niet uit. Het is gewoon allebei waar. Wie de moeite neemt om eerdere bijdragen van mijn hand op dit platform terug te zoeken en te lezen, zal zien dat ik voor beide posities in het debat wel argumenten heb aangedragen. Ik heb het idee dat velen in de sector het één en ander ook wel zullen beamen.

Ik denk dat velen onderschatten hoezeer de omstandigheden waaronder verenigingen functioneren in de loop der jaren zijn veranderd

Lichte vormen van ondersteuning
Waar in mijn optiek de opvattingen pas echt over verschillen, is de urgentie van de problematiek en de oplossingen die passend zijn. Om in de oplossingssfeer te beginnen. Er wordt steeds weer gekozen voor allerlei lichte vormen van verenigingsondersteuning: de cursussen, de themabijeenkomsten, het delen van good practices en de inzet van adviseurs en procesbegeleiders. 

Het is allemaal goed bedoeld en van belang. We moeten er ook mee doorgaan, maar laten we daarbij dan niet alleen mikken op clubs met goede plannen, maar óók op clubs met grote problemen. Laten we vooral beseffen dat het op deze manieren niet of nauwelijks zal lukken om verenigingen structureel te versterken. Om dat voor elkaar te krijgen, zullen we verenigingen echt werk uit handen moeten nemen of intern moeten versterken.

XL40SportgerichteWetenschap-1 kopie.jpgStructurele aanpak noodzakelijk
Dat daarvoor tot nu toe betrekkelijk weinig steun te vinden is, heeft te maken met verschillende factoren. De belangrijkste in mijn ogen is onderschatting van de problematiek. Ik denk dat velen onderschatten hoezeer de omstandigheden waaronder verenigingen functioneren in de loop der jaren zijn veranderd. Hoe groot en gevarieerd de uitdagingen zijn waarmee we (de leden, de bonden, de koepel, de politiek en de samenleving) de verenigingen hebben geconfronteerd. En hoe weinig we hebben gedaan om verenigingen daarbij structureel te helpen.

In een serie artikelen zal ik in de komende weken uiteenlopende aspecten van het functioneren van verenigingen belichten. Ik kies daarbij voor een historisch perspectief. Ik heb in de afgelopen decennia veel vrijwilligerswerk gedaan in het verenigingsleven. Een jaar of 25 geleden was ik voorzitter van een voetbalvereniging. Vertrekkend vanuit mijn ervaringen in die tijd zal ik beschrijven wat er voor verenigingen sindsdien allemaal is veranderd en hoeveel gecompliceerder het functioneren van verenigingen daardoor in korte tijd is geworden.

Verenigingen zijn geen machteloze slachtoffers van allerlei ontwikkelingen in beleid en samenleving, maar ze moeten daar wel een adequaat antwoord op zien te formuleren

Niet alleen maar kommer en kwel
Met deze serie wil ik laten zien dat verenigingen veranderen, maar niet alles kunnen bijbenen. De urgentie van de problematiek en de noodzaak van een meer structurele aanpak wil ik onderstrepen. Zonder daarbij in een klagerige sfeer te verzeilen, want het is niet allemaal kommer en kwel.

Verenigingen zijn geen machteloze slachtoffers van allerlei ontwikkelingen in beleid en samenleving, maar ze moeten daar wel een adequaat antwoord op zien te formuleren. Op alle aandachtsgebieden die aan bod komen zijn ook verenigingen te vinden die nieuwe uitdagingen prima het hoofd weten te bieden, maar vanzelfsprekend is dat niet. Om die veerkrachtige verenigingen recht te doen en andere te inspireren zal ik mijn bijdragen steeds eindigen met een passend praktijkvoorbeeld uit Het Grote Ideeënboek voor Sportclubs. Toch nog een heel lichte vorm van verenigingsondersteuning.

Veranderende sportverenigingen
Volgende week: Sportverenigingen in transitie deel 1, alcohol in sportkantines.

Jan Janssens is directeur-eigenaar van onderzoek- en adviesbureau Chionis van stichting NL Sportclub en auteur van Het Grote Ideeënboek voor Sportclubs

« terug

Reacties: 1

Theo Mensen
11-02-2022

Bij de stelling:"Om dat voor elkaar te krijgen, zullen we verenigingen echt werk uit handen moeten nemen of intern moeten versterken", dacht ik meteen:"Huh...zijn het dan nog wel verenigingen?"
Verenigingen als doelgerichte netwerkorganisaties worden eruit geconcurreerd omdat we voor contacten en afspraken tegenwoordig sneller en gemakkelijker en goedkoper via 'social media' met elkaar communiceren. Voor de nodige outillages doe je een beroep op de openbare ruimte en stel je eisen mbt inrichting, kwaliteit en onderhoud aan het openbaar bestuur/lokale overheid. (Sport-)verenigingen zijn er in alle soorten en maten. Veerkrachtige (sport-)verenigingen zijn er uiteraard ook, maar aan de trendmatige leegloop van het ledenbestand verandert dat mijns inziens helemaal niets.        
 

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst