door: Adri Broeke
Voorheen beschouwde menig geleerde het hart als het centrum van het menselijk intellect en gevoel. Daar huisde onze psyche. In het oude Egypte bijvoorbeeld waren bij het balsemen van de farao diens hersenen van ondergeschikt belang. Die werden standaard door hars vervangen. Het hart daarentegen werd door artsen en priesters met veel eerbied en ceremonie 'behandeld'. De staat van het hart was voor de farao van cruciale betekenis voor zijn doortocht naar een volgend vredig bestaan.
Tegenwoordig weten we wel beter. 'Wij zijn ons brein' aldus een toenemend aantal hersenwetenschappers. In het verlengde van steeds geavanceerder hersenonderzoekstechnieken wordt het menselijk brein min of meer gelijkgesteld met de identiteit van de persoon in kwestie. Ook in de wereld van de sport is het breindenken in opmars. Met de op sportgebied bekende neurowetenschapper professor Walsh vragen we ons af: 'Is sport the brain's biggest challenge?'
'Het is niet het hart of de longen die het verschil maken, maar het brein'
Het 'hersenloos' presteren voorbij
Vlak voor de Spelen van Rio slingerden de jonge sportwetenschappers Rick Lahaye en Thomas Waanders hun 'Grenzen verleggen' de wereld in. Ruim drieënhalf jaar hadden ze er aan gewerkt. Het resultaat mag er zijn.
Deze voor zowel geïnteresseerde sportliefhebbers als professionals geschreven publicatie opent met een ode aan Sir Robert Bannister. De atleet die in 1954 als eerste op de Engelse mijl de vier minuten grens doorbrak. Degene die deze dik 1600 meter onder de vier minuten aflegt, zal bij het passeren van de eindstreep acuut doodvallen, aldus de toenmalige medische experts. Niet dus. De springlevende sportman na zijn grensverleggende prestatie: 'Het is niet het hart of de longen die het verschil maken, maar het brein'.
Niet lang na Sir Robert volgden vele atleten zijn voorbeeld. Blijkbaar was er tevens een collectieve psychologische barrière doorbroken. Geïnspireerd door dit 'Bannister-effect' gingen Rick & Thomas voortvarend op expeditie naar de grenzen van het menselijk potentieel op sportgebied. Daartoe werden diverse goudenmedaillewinnaars en enkele van hun coaches bevraagd. Zij beschikken immers over een schat aan praktijkervaring met het leveren van uiterste inspanningen.
Daarnaast vond een uitgebreide literatuurstudie plaats. Zijn de huidige sportwetenschappelijke prestatiemodellen nog wel geschikt om extreme inspanningen te verklaren? Waar ligt de grens van maximale uitputting voor mensen? Ontketenen de snel ontwikkelende neurowetenschappen een revolutie op het gebied van training en topsportbeoefening? Vragen te over. En ook een stille hoop: wellicht een nieuwe visie op 'the athletic brain' in het verschiet?
"De grenzen van het presteren worden primair bepaald door de subjectief ervaren mate van inspanning"
Naar een nieuw prestatiemodel voor de sport
In de vorige eeuw domineerde het door Nobelprijswinnaar professor Hill ontwikkelde 'lactaatmodel' het denken over extreme inspanningen. Onvoldoende zuurstof en het opraken van de energievoorraad doen volgens dit model de spieren 'vollopen' met de resten van melkzuur (=lactaat). Een en ander met als logisch gevolg dat de fysieke inspanning steeds moeizamer verloopt en uiteindelijk gestaakt moet worden.
De aanname dat sporters bij maximale inspanningen moeten stoppen door lactaatophoping bleek niet helemaal te kloppen. Nieuw onderzoek wees uit dat het brein fungeert als de grote regelaar die tracht te voorkomen dat we onszelf blijvende schade aanrichten. Om oververhitting en zuurstoftekort te voorkomen passen duursporters hun inspanningen voordat schadelijke kritische waarden bereikt zijn al dan niet bewust aan. De grenzen van het presteren worden dus primair bepaald door de subjectief ervaren mate van inspanning. Over hoe het brein hierbij precies te werk gaat is feitelijk niet al te veel bekend. De oorspronkelijk door Eleanor en James Gibson ontwikkelde ecologische benadering biedt vooralsnog het meeste perspectief op diepgaander inzicht.
Hierbij gaat men er vanuit dat al ons handelen een samenspel is van lichaam, brein en omgeving. Het brein fungeert onlosmakelijk ingebed door het lijf en de context. Er is daardoor sprake van zogenoemde belichaamde cognitie. Wanneer iemand bijvoorbeeld vermoeid is en/of een zware rugzak meetorst, ervaart hij dezelfde heuvel als veel steiler dan degene die zonder rugzak en/of uitgerust die heuvel beklimt. Niet alleen iemands fysieke conditie, motivatie of gemoedstoestand, ook de omgeving heeft invloed op onze perceptie.
"Het publiek, de dranghekken, de boog van de finish nodigen kampioenen ondanks de ervaren vermoeidheid toch uit om nog eens alles te geven in de eindspurt"
Op haar beurt is onze manier van waarnemen weer van invloed op het leveren van prestaties. Zo motiveert een vol stadion sportsterren aanzienlijk meer dan een met lege tribunes. Bij een belangrijke wedstrijd kunnen atleten dieper gaan dan op een training. Marianne Vos: 'Met de finish in zicht kan ik mezelf triggeren om écht diep te gaan. Ik weet dat dat gevoel, de euforie, de voldoening op de streep ligt en die ligt er niet in een training'. Het publiek, de dranghekken, de boog van de finish nodigen kampioenen ondanks de ervaren vermoeidheid toch uit om nog eens alles te geven in de eindspurt. Pas daarna volgt de bevrijding.
Hersenspinsels over de topsporter van morgen
Iedere route naar het winnen van goud is persoonsgebonden en van vele factoren afhankelijk. Het leveren van grensverleggende topprestaties is een dynamisch, complex en uniek proces. Met de interviews bij goudenmedaillewinnaars en hun coaches trachtten de onderzoekers de geheimen van de unieke kampioenen op te sporen. Het twaalfhonderd uitgeschreven pagina’s omvattende interviewmateriaal leverde naast enkele vertrouwde tevens de nodige nieuwe inzichten op.
Vijf groepen factoren zijn te onderscheiden bij de totstandkoming van topprestaties en records.
- De presterende sporter met een aantal specifieke persoonskenmerken als gedrevenheid, bewijsdrang, hard voor jezelf zijn en de bereidheid over de pijngrens te gaan.
- De omgevingsinvloeden waaronder de financiële en emotionele steun van de ouders/verzorgers en gezinsleden, het commitment met teamgenoten en de keuze voor een 'afwijkende' strak gedisciplineerde levensstijl.
- De voorbereidende activiteiten zoals uitdagende doelen stellen, piekmomenten kiezen, meten van tijden, snelheden en wattages en grensverleggend trainen op het verdragen van pijn en vermoeidheid.
- Het feitelijke event waar lange tijd naar toe geleefd is, bij die wedstrijden tot het uiterste durven gaan, de optimale teamstrategie kiezen en focus houden op de uitvoering en het wedstrijdverloop, negatieve gedachten de kop indrukken.
- Het cruciale moment nu is het de dood of de gladiolen, aandacht richten op techniek, ontspanning, de concurrentie staat op breken, niet opgeven, doorgaan... doorgaan, de finish is in zicht, nog één keer alles geven.
"Bij het leveren van grensverleggende prestaties wordt ontzettend veel gevraagd van de neurale netwerken, de basale en de executieve functies van het presterende brein"
Bij het doorbreken van barrières speelt volgens de laatste wetenschappelijke inzichten het belichaamde brein een cruciale rol. Dit slechts anderhalve kilo wegende menselijke orgaan is opgebouwd uit vele miljarden zenuwcellen (=neuronen) die in een complex netwerk met elkaar verbonden zijn. Met elkaar samenwerkende groepen cellen zorgen ervoor dat basale functies als lichaamstemperatuur op peil houden en evenwicht bewaren min of meer vanzelf verlopen.
Hogere meer bewust uitgevoerde complexere taken (=executieve functies) als plannen, reflecteren en organiseren zijn nodig voor bijvoorbeeld het snel nemen van beslissingen, alert reageren op onverwachtse situaties of het snel en adequaat zien van handige oplossingen voor lastige spelsituaties. Bij het eens of meerdere malen leveren van grensverleggende prestaties wordt ontzettend veel gevraagd van de neurale netwerken, de basale en de executieve functies van het presterende brein. Wellicht zijn de eisen die gesteld worden aan het topsportersbrein minstens vergelijkbaar met die van een gevechtssoldaat in oorlogsgebied, aldus de eerder genoemde professor Walsh.
Inmiddels zijn we in staat met allerlei metingen (EEG, MRI, eye tracking e.d.) een beeld te vormen van de complexe cognitieve activiteiten en functies van het menselijk brein. Talentvolle breinen - die snel en juist in sportsituaties te werk gaan - zullen op grond daarvan in de toekomst eerder en vaker geïdentificeerd (kunnen) worden.
Een meer neurobiologische insteek bij het leren verleggen van prestatiegrenzen lijkt eveneens veelbelovend. Zo blijkt (ongevaarlijke) elektrische stimulatie van hersendelen te leiden tot een toename van de duurprestatie met 4%. Met gebruikmaking van nieuw ontwikkelde kennis over de hersenen in zowel de selectie, training, coaching, voeding en wedstrijdanalyses krijgt het brein hopelijk de noodzakelijke plek in het nieuwe wetenschappelijke prestatiemodel en de toekomstige (top)sportpraktijk. Afsluitend dagen de schrijvers sporters, professionals, wetenschappers en andere betrokkenen uit om voortaan meer te denken in dit soort nieuwe ziens- en werkwijzen. Met dit boek hebben de samenstellers zelf het goede voorbeeld gegeven, denken ze.
"Presteren onder druk is niet alleen weggelegd voor sporthelden. Het is een fundamenteel menselijke eigenschap om met moeilijke omstandigheden en tegenspoed om te gaan"
Presteren onder druk
De lessen van topsporters en hun (mentale) begeleiders die als grootmeesters onder maximale druk weten te presteren vinden ook buiten de sport gretig aftrek. Daarbij is veelal sprake van mooiweerverhalen, aldus universitair docent neurowetenschappen en journalist Ger Post. In 'Stalen Zenuwen' houdt hij op ontnuchterende wijze de verhalen over de haast bovennatuurlijke krachten van grote kampioenen tegen het licht. Presteren onder druk is zeker niet alleen weggelegd voor sporthelden. Het is een fundamenteel menselijke eigenschap om met moeilijke omstandigheden en tegenspoed om te (leren) gaan. De weg naar stalen zenuwen is voor elk van ons in bepaalde mate trainbaar.
In de hitte van de strijd vallen velen in de zogenoemde 'hot-cold empathy-gap' en gedragen zich geheel anders dan normaal. Neem de legendarische bezwijking als die van bobsleeër Edwin van Calker die tijdens de Olympische Spelen - achteraf door verklaarbare oorzaken - terecht de rodelbaan niet meer afging. Denk aan de catastrofale vergissing van Gerard Kemkers die door zijn nieuwe, ongeoefende manier van coachen -gebruikmaken van een portofoon en informatie verschaffen via een whiteboard - Sven Kramer op de Olympische tien kilometer de verkeerde schaatsbaan in loodste. Onder druk wordt alles kennelijk vloeibaar.
Onzekerheden die horen bij stressvolle situaties moet je niet wegstoppen in illusies van controle of ruim baan geven in die van hulpeloosheid. Volgens de succesvolle sportpsychiater dr. Steve Peters moet je ze gewoon een realistische plek geven. Snookerlegende Ronnie O'Sullivan, baanwielrenner Sir Chris Hoy, meervoudig wereldkampioen en Tour de France-winnaar Bradley Wiggins en heel het nationale voetbalteam van Engeland zijn dankzij zijn aanpak van hun onzekerheidsillusies en hun obsessie met winnen af.
Mind management
Peters bekijkt de 'machine in de bovenkamer' vanuit een evolutionair perspectief. Het presterende brein bestaat zijn inziens uit twee 'breinen': de Chimp en de Mens genaamd. Beiden maken gebruik van de in de Computer opgeslagen data. De Chimp is op emoties gebaseerd en reageert razendsnel op bedreigende signalen. De Mens in ons daarentegen is gericht op logica en laat ons rustig nadenken en afwegingen maken. De Computer stuurt de Chimp rechtstreeks via opgeslagen vaste programma's als de Automatische Piloot en de Boeman of laat bij gebrek aan beter de Chimp in onszelf vrij zijn gang gaan.
"Factoren die beslissende spannende momenten moeilijk maken kunnen tijdens trainingen nagebootst worden"
Met behulp van de mindmanagement methode Peters leer je de irrationele Chimp-reacties eerst uit te laten razen alvorens de gespannen situatie te nuanceren en beheerst in het juiste perspectief te zetten. Humor bijvoorbeeld is een manier om afstand te nemen van belemmerende irrationele gedachten. Edoch, het is bepaald niet eenvoudig om 'verkeerde' gedachten met feiten en logica te lijf te gaan. Er zit ook volgens Post niets anders op dan veel en gericht oefenen in het omgaan met moeilijke omstandigheden. Factoren die beslissende spannende momenten moeilijk maken kunnen tijdens trainingen nagebootst worden. Zulke trainingsimulaties vormen de stappen naar stalen zenuwen. Daar moeten we het als gewone stervelingen mee doen.
Leestips
- Lahaye, Rick & Thomas Waanders (2016). Grenzen verleggen. Geheimen van kampioenen. Muiderberg: Topsport Community
- Post, Ger (2016). Stalen zenuwen. Hoe topsporters presteren onder druk. Amsterdam: Maven Publisher.
Adri Broeke (1946) verdiende de kost als bollenpeller, bakkersknecht, gymleraar, beroepsopleider, consultant, lector en als onderzoeker. Op 25 maart 2010 is hij gepromoveerd. De titel van zijn proefschrift: ‘Professioneel Sportmanagement Vernieuwen’. Zijn favoriete boek is: ‘De A.F.C.’ers’ van J.B. Schuil.