“Spelen maakt werkvloeren fit, vrolijk en verbonden”

door: Emilie Maclaine Pont | 4 december 2025

Vitaliteit op de werkvloer is al een tijd een trend. LetzPlay voegt daar iets aan toe. Niet nog een sportprogramma, niet een app die stappen telt, niet de zoveelste workshop over leefstijl. Nee, gewoon spelen. Het soort spel dat ooit begon op het schoolplein: touwtjespringen, verstoppertje, tikkertje of een potje Jenga. Het klinkt kinderlijk, maar volgens John de Jong, oprichter van LetzPlay.nl, is het precies dat element van onschuldige vrolijkheid dat organisaties zijn kwijtgeraakt en waar ze, verrassend genoeg, hard aan toe blijken te zijn.

“Alles draait tegenwoordig om presteren”, steekt De Jong van wal. “Op school, op werk, in sport. Maar zodra mensen iets leuks gaan doen zonder competitie-element, zie je dat er een glimlach verschijnt die ze in de rest van de dag minder laten zien. Vroeger op de basisschool had je speelkwartier, kon je even ontladen. Dat gevoel wil ik terugbrengen bij medewerkers.”

LetzPlay begon twee jaar geleden als een speelpark voor volwassenen, maar dat bleek onhandig: “Ik kreeg mensen niet naar mij toe, dus heb ik het omgedraaid. Nu ga ik met alle spullen naar organisaties toe: zorginstellingen, onderwijs, overheid of bedrijven, of ik bezoek een evenement, zoals een congres waar deelnemers tussendoor kunnen spelen. Dat werkt.”

Zijn timing is goed, meent hij: “Bedrijfsfitness bloedde in veel organisaties dood, vitaliteitsprogramma’s worden regelmatig als ‘moeten’ ervaren en onderzoek, zoals dat van BrightHR en organisatiepsycholoog professor Cary Cooper, laat zien dat plezier op het werk stress verlaagt en verzuim terugdringt. Zonder wetenschappelijke claims te doen: ik zie dat ook in de praktijk en het is wel aangetoond dat spelen gelukshormonen zoals dopamine vrijmaakt.”

Drempels verlagen
Wat LetzPlay doet, is niet het klassieke sportieve teambuildingspakket. “Het gaat juist om laagdrempelig, sociaal en lichtzinnig bewegen”, aldus De Jong. “Er zit geen competitie in. Het gaat niet om winnen of verliezen. We doen dingen als touwtjespringen, tikkertje, verstoppertje of ‘dansen alsof niemand je ziet’, met je ogen dicht. Dat vinden mensen in het begin best ongemakkelijk dus brengen we het speels, zodat het oké voelt. Het leuke is: bijna iedereen laat zich uiteindelijk meenemen.”

Voor wie dat nog te spannend vindt, zijn er mildere varianten. “Tafeltennis, hoelahoep, een bal overgooien, dat werkt voor bijna elke doelgroep. Squash of padel vinden mensen bijvoorbeeld weer lastig. Dan moet je je verkleden en sta je zwetend tussen je collega’s. Dat is hierbij anders. Geen enkele activiteit is voor iedereen ideaal, dus ik kijk telkens: wat past bij deze groep medewerkers?” Sommige spellen slaan onverwacht goed aan: “Jenga doet het altijd en Cornhole: dat is echt een hit.”

Waarom speeltijd niet voelt als ‘moeten’
De Jong neemt een aanhanger vol speelmateriaal mee naar zijn klanten en is met twee collega’s de hele dag beschikbaar. “Je stimuleert mensen wel, maar je dwingt niks af en dat maakt mensen echt vrolijker. Als je tien collega’s vraagt om te gaan tennissen, gaan er misschien drie mee, maar als je voorstelt om even te badmintonnen of een bal over te gooien, doet bijna iedereen mee. Spel verbindt veel makkelijker.”

Idealiter ontstaat spelen vanzelf. “Maar dat gebeurt simpelweg niet meer”, aldus De Jong. “Volwassenen spelen niet uit zichzelf. Ze hebben een klein zetje nodig. Als één collega begint, werkt dat meteen aanstekelijk. Daarom kom ik bij voorkeur meerdere keren langs: eens per maand, minimaal drie maanden lang. Dan ontstaat er echt iets.” Het doel is niet om medewerkers ineens supergezond te maken. De Jong: “Nee, ze worden er niet direct fysiek topfit van. Maar wel vitaal. Welbevinden, dat is waar de winst zit.”

Maatwerk
LetzPlay levert maatwerk: “Een staalbedrijf heeft andere medewerkers dan een advocatenkantoor, dus ik ga altijd eerst langs: kennismaken, de doelgroep zien, bespreken wat past. Daarna kijken we hoe vaak we komen. Soms voor een event van drie uurtjes, soms via een abonnementsvorm waarbij we meerdere keren per jaar langskomen.”

Er zijn in Nederland maar weinig organisaties die zich volledig richten op speelse vitaliteit. De Jong: “De meeste partijen gaan juist meer richting sport. Ik heb wel contact met twee grotere vitaliteitspartijen, die ons soms willen inzetten, maar ik wil mijn eigen koers varen.”