door: Leo Aquina | 24 november 2022

Samenwerking tussen vijf clubs in verschillende sporten. Vanzelfsprekend is het niet, maar FC Utrecht, SV Kampong, Hellas Utrecht, UZSC en VV Utrecht hebben de handen ineen geslagen met Sportcampus Traiectum. De samenwerking biedt volgens een ronkend persbericht ‘Een grensverleggende combinatie van sport, onderwijs en ruimtelijke ontwikkeling, waarmee zowel breedtesport als topsport in de regio verder zal groeien.’ De sportcampus ging vorig jaar juni van start. Sport Knowhow XL maakt een rondje langs de verschillende clubs. Na SV Kampong en Hellas Utrecht is het de beurt aan volleybalvereniging VV Utrecht, die sinds anderhalf jaar met het damesteam in de Eredivisie actief is. 

Die promotie anderhalf jaar geleden van het damesteam komt niet uit de lucht vallen. Technisch manager Taco Prins legt uit: “Het bestuur van VV Utrecht heeft in het beleidsplan sportieve doelstellingen opgenomen voor de eerste seniorenteams. Het was de ambitie om binnen vijf jaar door te stoten naar de Eredivisie en dat is heel goed gegaan. De dames spelen nu Eredivisie en de heren één niveau daaronder. De dames haalden vorig jaar zelfs de bekerfinale tegen de latere landskampioen. 

Topsport en regio
De technisch manager is naast trainer de eerste medewerker die betaald in dienst is bij de club, in een samenwerkingsverband met de volleybalbond NeVoBo. “Ik werk twaalf uur per week voor de club”, vertelt Prins. “De Nevobo heeft een budget om de zogenaamde superclubs te ondersteunen. Dat zijn ambitieuze clubs die een rol kunnen spelen in het volleybal in hun regio. Voorwaarde voor het budget van de bond is een goed plan en cofinanciering door de gemeente en de club zelf. Bij VV Utrecht ben ik onder meer in dienst genomen om de samenwerking met andere clubs te versterken en de topsportlijn te versterken. Het Regionaal TalentCentrum (de Utrecht Volleybal Academy) is een mooie uitwerking ervan. Hier kunnen de grootste talenten uit de hele regio trainen in een topsportprogramma, waarbij ook aandacht is voor sportoverstijgende thema’s. Dit is ook een plek waar trainers uit de regio kennis kunnen delen en bijvoorbeeld stage kunnen lopen.” 

Prins was niet betrokken bij het opzetten van het samenwerkingsverband binnen Sportcampus Traiectum, maar heeft er in zijn rol bij VV Utrecht wel mee te maken. “Wij werken bijvoorbeeld samen als het gaat om performance. Samen kom je verder dan alleen. We liggen geografisch dicht bij elkaar en we willen een leuke vereniging zijn en we willen presteren op hoog niveau. Veel verenigingen op de campus kampen met dezelfde vraagstukken.”

Op welke manier werken de verenigingen samen? Prins: “Er zijn al verschillende openbare kennissessies georganiseerd en dat levert ook buiten de Traiectum-clubs een mooi netwerk op. Naar aanleiding van één van de sessies heb ik bijvoorbeeld samen met de talentcoach van Uball gesproken over hoe je een doorlopende leerlijn opzet. Wat vraag je van kinderen op welke leeftijd? Daarbij gaat het om fysieke, maar ook om mentale aspecten. Op dat gebied hebben de verschillende sporten veel overlap.”

De samenwerking werpt niet alleen op het gebied van kennis vruchten af. Prins: “We werken ook samen als het gaat om het inrichten van een professionele krachtruimte waar we in de toekomst gezamenlijk gebruik van kunnen maken en daar koppelen we een performance manager aan. We gaan daarnaast ook samenwerken met het ROC dat eveneens op de campus zit, zodat sport en onderwijs elkaar kunnen versterken.”

Vier P’s
De Sportcampus gaat uit van een model waarbinnen de vier P’s: plezier, participatie, persoonlijke ontwikkeling en prestatie centraal staan. Werkt VV Utrecht ook met die vier P’s? Prins: “Dat zijn allemaal elementen die wij van belang vinden en het is mijn rol om dat aan de begeleiders mee te geven. Plezier is voor iedereen anders en we hebben binnen VV Utrecht bijvoorbeeld een talentbegeleider aangesteld om zich daarmee bezig te houden. Dat gaat op dit moment nog niet direct via Sportcampus Traiectum, maar zij werkt wel samen met Sport Utrecht, de uitvoeringsorganisatie van de gemeente. Zo zijn er meerdere dwarsverbanden.”

De sportcampus mikt ook nadrukkelijk op samenwerking met het onderwijs. Daar ziet Prins ook zeker mogelijkheden: “Er is een samenwerkingsverband tussen verschillende scholen (Nuovo) en zij willen een nieuwe topsportschool binnen de gebiedsontwikkeling. Dat is voor FC Utrecht interessant, waar talenten soms twee keer per dag trainen. Dat hebben wij als volleybalvereniging nog niet, maar ik zou de deelname aan een topsportschool als ontwikkelmodel heel mooi vinden en dat wil ik zeker verkennen. Onze talenten trainen nu op maandag, dinsdag, donderdag en soms op zondag. Als je het op een betere manier kan combineren met school, kun je nieuwe stappen maken.”

Sportcampus Traiectum biedt mogelijkheden, maar Prins is als het om de topsportlijn gaat, vooraleerst bezig met de neerzetten van de interne structuur bij VV Utrecht: : “We werken aan de doorstroming van de jeugd naar de senioren, want op dit moment spelen er in ons eerste damesteam bijvoorbeeld nog geen spelers die we zelf hebben opgeleid. Bij de jeugd hebben we met Uberto Bel al een paar jaar de beste trainer voor de jongens van Nederland in huis. Daarnaast hebben we dit jaar voor de meiden toptrainer Mark Roper aangetrokken en voor deze doorstroming weer een belangrijke stap hebben gezet. Daarbij zorgen we ervoor dat ons A-juniorenteam in een seniorencompetitie kan meespelen. Op die manier is de stap van junioren naar senioren minder groot en hopen we de doorstroming van de regionale jeugd verder te bevorderen. Uiteindelijk willen we zowel met de dames als met de heren op het hoogste niveau actief zijn met spelers uit de eigen regio.”

Voor meer informatie: www.vvutrecht.nl en Traiectum