Niet alleen de atletiek!
Uit mijzelf zal ik niet zo snel een stukje schrijven.
Onder het mom van: “Als je niets te doen hebt, doe het dan niet hier!”
Af en toe een uitzondering, net als een ijsje. Overigens zou je er een dag - en nachttaak aan kunnen hebben en er misschien nog wat mee verdienen, direct of indirect. Dat laat ik graag aan anderen over, die dat bovendien veel beter doen.
Soms ben je door inhoud, onderwerp en/of de persoon verbaasd, word je geprikkeld of roept een en ander vragen op. Meestal kan ik de verleiding weerstaan, morgen weer een dag met weer meningen, opinies die samen een onoverzichtelijke, soms misleidende brij vormen.
Ik weet het, op dit moment draag ik ook bij aan de chaos. U kunt nu nog stoppen.
Maar een “hartenkreet” om hulp, die we niet van Henk gewend zijn ?
Die negeer je niet. Je neemt signalering en waarschuwing serieus en reageert. Zeker als hij tot de trieste constatering komt:
“En eigenlijk wordt de sport nooit meer schoon, dat is hij nooit geweest ook”.
Wat bedoelt hij hiermee? Moeten wij dit accepteren? Of, op het gevaar af Don Quichots gevonden te worden, blijven streven naar ‘ooit’ een beetje schoner? Met als dilemma wat en wanneer is schoon genoeg?
Niet alleen deze constatering sprong er voor mij uit.
Ook: “Of neem je verantwoording ( ... bestuurders ... ) en heb de politieke moed iets te doen aan deze heilloze vertoning.”
Maar vooral: “Voor mij persoonlijk hoeft het niet, ik hoef geen medailles te winnen en belangen heb ik niet.”
En: “ ... kom op voor het werkelijke belang van de sport en de sporter zelf.”
Dit roept vragen op zoals:
- Is er iets ‘wezenlijks’ te doen aan deze “heilloze vertoning”? En zo ja, wat?
- En Henk heeft toch jarenlang medailles willen (laten) winnen en had (heeft) toch belangen? (Zie zijn cv).
- Hoe was het in ‘zijn’ tijd, bij voorbeeld gelet op het dopingvoorbeeld dat hij geeft? Ik kan Guillermo Laich nog steeds moeilijk uit mijn hoofd zetten. (Zie zijn cv).
- Wat is het “werkelijke belang van de sport èn de sporter zelf”?
Maar ook vragen op een ander niveau, door opmerkingen zoals:
- “Ook is het de oudste sport, ... “. Waar, wanneer, hoe bepaald?
- “Je kunt als kind urenlang achter elkaar voetbal spelen en aan het eind maakt het niet uit wie er gewonnen heeft, het belangrijkste was dat je plezier had met je vrienden.”.
Dit kan ook bij, sàmen, atletiek bedrijven.
- “Het plezier in atletiek zit hem dus vooral in meetbare en vergelijkbare prestaties. Wellicht ook in de competitie en het winnen van anderen, maar voornamelijk in het sneller lopen, verder of hoger springen en het verder werpen dan anderen of dan je voorheen deed. Hoe plezierig is het om jaar na jaar geen progressie meer te boeken, zeker als je jong bent.” .
“Wellicht ook … “. Wat wordt hiermee bedoeld?
Ik lees deze zin als: beter dan anderen of dan je zelf was.
Winnen van anderen is per definitie: sneller, verder, hoger.
Hierbij mag het nadeel van uitkomstdoelen stellen bekend verondersteld worden: Je hebt ze niet onder controle, met alle risico’s vandien.
Ook de algemene gedaante van een leer- en prestatiecurve mag toch bekend verondersteld worden als het gaat om progressie, plateau’s en neergang. Stoppen of doorgaan?
Op deze wijze gekenmerkt, geldt dit alles niet alleen voor de atletiek maar ook voor allerlei andere sporten. Natuurlijk naast het plezier in het doen van de activiteit in èn om zichzelf!
- De opmerkingen: “Atletiek is één van die klassieke olympische sporten, zoals gewichtheffen, boksen, turnen, zwemmen, die moeten opboksen tegen modernere populair wordende sporten als snowboarden, mountainbiken, windsurfen, kitesurfen.” en “Men is liever een derderangs voetballer dan een eersterangs atleet.”, laat ik nu maar voor wat ze zijn.
De stap van het “terzijde” aangehaalde “politiek instrument” naar:
“Veel sportbonden en organisaties worden dan ook niet bestuurd door sportliefhebbers, maar door politici en advocaten, … “ is wel een hele forse!
Kennelijk is Henk van mening dat het sterven van zijn sport mede veroorzaakt wordt door “ … ordinaire dieven, fraudeurs, witwassers, bedriegers, leugenaars, hypocrieten en zakkenvullers. “ Maar dat is toch niets nieuws? Goed om het te blijven signaleren en aan de kaak te stellen.
Maar niet alleen op grond van de “ ,,, laatste maanden ... “. Immers dit is misschien al zo oud als de sport zelf. Inderdaad een kwestie van ethiek!
Haalt Henk ook de doping er weer bij om het einde van de ‘moeder aller sporten’ aan te kondigen, te illustreren of te verklaren?
Of heeft hij andere motieven? Kritiek op het anti-dopingsysteem – en beleid?
Dàn is het misschien goed om het iets genuanceerder aan te pakken.
En voor Nederland ook de wensen te vermelden van de Nederlandse (Anti-)Dopingautoriteit naar aanleiding van problemen met financiering, onbalans tussen preventie en controle en het feit dat de Dopingwet weer vertraging oploopt doordat het toegezegde wetsvoorstel de Tweede Kamer niet 1 september zal bereiken.
Het antwoord van de minister op de vraag waarom het zo lang duurt:
“Ik weet het niet”, is verbijsterend!
http://nos.nl/artikel/2052711-geloofwaardigheid-nederlandse-dopingbestrijding-in-het-geding.html
Ook de aanpak van de Deense (Anti-)Dopingautoriteit kan inspireren.
Voorbeelden van “politieke moed, verantwoording nemen en rationele tegenargumenten”?
Overigens is het ook nuttig een aantal publicaties te raadplegen:
http://www.dopingautoriteit.nl/nieuws/anp/archief
Op internationaal terrein zou Nederland met andere landen de IAAF kunnen bijsturen, zoals ook bij de FIFA gebeurt.
Een aantal suggesties om, zonder het huis in brand te steken, de muizenissen in Henk’s hoofd te verdrijven.
Nog een kort voorzetje bij het eerste liggende streepje:
- Is er iets ‘wezenlijks’ te doen aan deze “heilloze vertoning”?:
Ik ben nog pessimistischer dan Henk: niet alleen de atletiek, maar dè (sport-)wereld zoals wij die denken of wensen te kennen is voortdurend ‘stervende’.
Digitalisering, commercialisering, banalisering, proletarisering, machts- strijd, mondialisering, ... . Lees o.a. Hans Schnitzler (2015).
Bij alles waar (te) veel van of mee behaald kan worden, zoals geld, status, macht, roem, eer, kennis en andere voordelen, wordt de verleiding wel (heel) groot, en daarmee de kans om te sjoemelen. En als je het zelf niet doet, doen anderen het wel (voor je).
Uitzondering: de intrinsieke beloning, voortreffelijkheid, gebaseerd op tijd en kwaliteit, in de sport al of niet gesymboliseerd door een lauwerkrans.
Een oplossing zou kunnen zijn: Blijf bij de kern waar het om gaat: plezier, inzet en toewijding, persoonlijke verbetering, zelfontplooiing en groei.
Dan komt de prestatie, die eventueel ‘beter’ kan zijn dan die van een ander. Dat weet je (helaas) altijd pas achteraf.
Passie, inspiratie, transpiratie, regulatie, acceptatie, geduld, Plezier!
Het is goed hierbij een onderscheid te maken tussen professionele en/of topsport enerzijds en de andere sportbeoefening anderzijds (met een grijs gebied ertussen). Voor de beide vormen gelden andere uitgangspunten, doelen, belangen en omstandigheden. De schaal is totaal verschillend en ook de invloed van media en commercie.
Dit is niet eenvoudig. De gesignaleerde ontwikkeling dendert door.
Kennelijk ooit in gang gezet! Hoe is dit bij te sturen, laat staan te stoppen?
Als de geest uit de fles is, stop hem er dan maar weer eens in! Lukt niet!
Dus pappen en nathouden met alle gevolgen en frustraties van dien. Het beste er van maken? De cirkel is rond: ‘het beste, waarvan’?
Komt de Cyborg, de robot ons redden?
We worden, hopelijk, oud, Henk, zodat wij het nog kunnen meemaken.
Frits Avis.