door: Marc Hoeben | 31 augustus 2017
Het was een memorabele dag voor het Surinaamse korfbal. Op 18 augustus werd het land geaccepteerd als lid door de Internationale Korfbal Federatie. Het opent de weg naar verdere ontwikkeling van de sport in Suriname en het opent de weg naar meer, misschien zelfs wel deelname aan het wereldkampioenschap van 2019 in Zuid-Afrika.
Ooit was het oer-Hollandse korfbal in Suriname een heel ‘normale’ sport, dankzij de koloniale overheersing. “Je had ook een Surinaamse bond, die was ergens in de jaren dertig van de vorige eeuw opgericht. Precies hebben we dat niet meer kunnen achterhalen”, zegt de Nederlander Jan Fransoo, die sinds 2013 voorzitter van de Internationale Korfbal Federatie is.
Streep door lidmaatschap
In 1975 vierde het land de onafhankelijkheid. “Er werd nog steeds wel gekorfbald. Maar door maatschappelijke onrust is de sport over een langere periode weggezakt. Je had geen bestuur van de bond meer, je had geen competitie, het werd alleen nog soms op scholen gespeeld. Enkele jaren geleden heeft de IKF een streep moeten zetten door het lidmaatschap van Suriname. We konden niet vasthouden aan het lidmaatschap van een bond, als deze niet meer actief was.”
Maar de laatste jaren begon het toch weer te broeien, bij in Nederland actieve korfballers van Surinaamse komaf zoals Gerald van Dijk. “Gerald kun je een beetje vergelijken met voetballer Edgar Davids. Hij is een echt een prominente speler met maatschappelijke interesse in Suriname.”
"Het ging ons als IKF om de koppeling met Suriname zelf; het is de bedoeling om de sport in het land echt weer op te bouwen en verder te ontwikkelen"
Opbouwen en ontwikkelen
Van Dijk is inmiddels ‘president’ van de Surinaamse federatie en heeft Riko Kruit als bondscoach aangesteld. “Ze kwamen deze zomer met een initiatief en hebben meteen de bond opgericht, na eerst contact te hebben gelegd met bijvoorbeeld het Surinaams Olympisch Comité en mensen in het land. Daar bleek dat iedereen enthousiast was. Dat is wel belangrijk. Het kan natuurlijk interessant zijn in prestatief opzicht een team te formeren van spelers en speelsters die uit de Nederlandse competitie komen, maar het ging ons als IKF ook wel om de koppeling met Suriname zelf. Het is de bedoeling om de sport in het land echt weer op te bouwen en verder te ontwikkelen.”
Meteen na de toetreding van Suriname tot de IKF speelde een vertegenwoordigend team al mee bij het Open EK Beachkorfbal en veroverde het een plek in de top acht. “De gedachte is ook dat de sport door goede prestaties van de nationale ploeg zou kunnen gaan leven. Het lijkt erop dat het ook gaat lukken. De Surinaamse media zijn hierop ingehaakt, het Surinaamse ministerie van sport heeft interesse, er wordt gepraat over een uitrol bij scholen en ze hopen een koppeling met sponsors te maken.”
Droom
Eerste droomdoel voor de equipe van bondscoach Kruit wordt deelname aan het WK van 2019 in Zuid-Afrika. Dan moet de ploeg zich wel door de kwalificaties van volgend jaar in het Colombiaanse Cali worstelen. “Het is moeilijk in te schatten of ze dat gaat lukken, maar het is zeker niet onmogelijk en zal afhangen van de kwaliteiten van de Nederlandse Surinamers. Velen moeten komen van het niveau van de overgangsklasse of de eerste klasse en dan maken ze zeker kans. In Cali kunnen zich twee landen voor het WK kwalificeren. Eentje zal zeer waarschijnlijk de Dominicaanse Republiek zijn. De strijd om het andere ticket ligt redelijk open.
"Wij geloven in het plan. Maar het is nog wel een traject van drie tot vijf jaar voordat Suriname full member kan worden"
”Voor toetreding tot de IKF moest Suriname wel aan een aantal regels voldoen. “Je moet natuurlijk daadwerkelijk een federatie met een bestuur hebben en wat dat betreft aan een aantal juridische eisen voldoen. Je moet ook formeel geregistreerd staan in het land, je moet erkend zijn door de lokale overheid en je moet een helder plan hebben voor de verdere ontwikkeling van de sport. We hebben Suriname nu toegelaten als ‘associate member’, een soort voorlopig lidmaatschap. Het heeft hiermee niet volledig stemrecht, maar het kan nu wel deelnemen aan kampioenschappen. Wij geloven in het plan. Maar het is nog wel een traject van drie tot vijf jaar voordat Suriname full member kan worden.”
Mikken op Olympische Spelen
De IKF, legt Fransoo uit, had de laatste vijftien jaar een beleid van expansie. “We zijn in deze periode van 35 landen naar de huidige 68 landen gegroeid. Momenteel is het onze strategie niet meer om verder te groeien. De spreiding is goed, we zitten op alle continenten en in de belangrijkste landen. Onze aandacht gaat nu meer uit naar het versterken van de nationale organisaties en de nationale jeugdcompetities. Dat is uiteindelijk ook allemaal belangrijk om een olympische sport te worden. We mikken erop dat we voor 2021 voldoen aan alle criteria voor de Spelen. Dan zouden we daarna opgenomen kunnen worden in het olympische programma."
"Maar of dat ook echt gebeurt, hangt onder andere af van de concurrentie van andere sporten. IOC-voorzitter Thomas Bach heeft een nieuwe methodiek en die is dat het organiserende land van de Spelen een grote inbreng heeft bij de nieuwe sporten. Wat dat betreft is het voor ons ongunstig dat het plan voor de Spelen van 2028 in Nederland in duigen is gevallen. Aan de ander kant zie je een opmars van het gemengd sporten en de waardering daarvoor bij het IOC. Bij individuele sporten als zwemmen en triatlon gebeurt dat nu een beetje kunstmatig, terwijl korfbal toch echt een gemengde sport is.”
Voor meer informatie: Sportief succes moet de basis van het Surinaamse korfbal worden
of kijk op Facebook