door: Mark Schuls
'They say that nobody is perfect. Then they tell you practice makes perfect. I wish they'd make up their minds'. Deze uitspraak van basketballegende Wilt Chamberlain illustreert perfect de paradox van perfectionisme in de sport (Flett & Hewitt, 2005).
Aan de ene kant zorgt een perfectionistische instelling voor een onuitputbare drive bij een sporter om zichzelf te blijven verbeteren en door te zetten. Voetballer Wout Weghorst (AZ) was in de uitwedstrijd tegen Sparta dit jaar een mooi voorbeeld daarvan: na twee gemiste strafschoppen wist hij alsnog de wedstrijd te beslissen met twee veldgoals. 'Ik ben een perfectionist. Ik was heel getergd. Ik had zoiets van: ik ga hier vanavond niet van het veld zonder te scoren.' Uit onderzoek blijkt dat topsporters meer perfectionistisch zijn dan minder succesvolle collega’s (Gould, Dieffenbach & Moffett, 2002).
Aan de andere kant zijn er veel voorbeelden van de negatieve gevolgen van perfectionisme. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat perfectionisten bijvoorbeeld meer last hebben van faalangst, burn-out en eetstoornissen. In de onderstaande video vertelt voormalig judoka Edith Bosch over haar perfectionisme. Zelfs toen ze wereldkampioen werd, kon ze daar niet van genieten, omdat het gelijk weer beter moest.
Perfectionisme als multidimensionaal concept
Wetenschap zou de wetenschap niet zijn als er geen theoretische verklaring zou worden gezocht voor de keerzijde van deze medaille. Dit begint met het uitgangspunt dat perfectionisme uit meerdere dimensies bestaat. De meeste theorieën gaan ervan uit dat het stellen van hoge eisen aan de prestatie het kernelement is van perfectionisme (Stoeber, 2011). Perfectionistische sporters leggen de lat hoog voor zichzelf en zijn zelden tevreden met hun prestaties. Het kan immers altijd beter. Dit kenmerk van perfectionisme heeft op zich weinig negatieve consequenties voor sporters. Het is de bron van hun motivatie tot zelfontwikkeling. Het zijn de andere dimensies van perfectionisme die in combinatie van het stellen van hoge eisen voor negatieve gevolgen kunnen zorgen.
"Een sporter kan de lat wel hoog leggen, maar de manier waarop er met fouten wordt omgegaan, bepaalt hoe perfectionisme zich daadwerkelijk uit"
Ten eerste blijkt dat sporters die zich zorgen maken over het maken van fouten, meer kans hebben op een nadelig effect van hun perfectionisme. Stel, een basketballer heeft als doel voor de wedstrijd om geen fouten te maken in de verdediging. Een enkele fout in de wedstrijd betekent dus dat deze speler zijn doel niet meer zal halen. Dit zorgt voor veel druk vooraf en bijkomende spanning. Tijdens de wedstrijd zal de speler gefocust zijn op het vermijden van fouten, iets wat spanning kan verhogen. Het werkt ook een kritische zelfevaluatie in de hand, wat het opbouwen van vertrouwen kan belemmeren. Een sporter kan de lat dus wel hoog leggen, maar de manier waarop er met fouten wordt omgegaan, bepaalt hoe perfectionisme zich daadwerkelijk uit. Basketballer Michael Jordan zag het maken van fouten juist als voorwaarde voor zijn succes.
Druk van buitenaf
Het blijkt ten tweede dat perfectionisme een nadelige vorm aanneemt wanneer sporters druk ervaren van buitenaf. In dat geval hebben ze het idee dat anderen ook hoge eisen stellen aan hun prestaties. Een theorie over perfectionisme noemt dit sociaal perfectionisme (Hewitt & Flett, 2005). Dit heeft vooral een negatief effect wanneer sporters het gevoel hebben dat waardering afhangt van de prestatie. In sport zijn de ouders en de coach twee belangrijke spelers die dit gevoel kunnen veroorzaken. Het is goed om te beseffen dat het gaat om waargenomen druk van buitenaf. Of de ouder of coach daadwerkelijk hoge eigen stellen aan de prestatie, is van secundair belang. Het gaat uiteindelijk om de interpretatie van de sporter. Zowel verwachtingen vooraf als opmerkingen achteraf kunnen bijdragen aan dit gevoel.
"De intentie lijkt hier om de speler een compliment en kleine aanmoediging te geven, maar bij een perfectionist blijft vooral dat ene kritiekpuntje hangen"
In de praktijk zie ik regelmatig dat ouders hun kind vertrouwen willen geven door te zeggen: 'deze tegenstander kun je wel verslaan'. Deze intentie komt vaak niet over, doordat het kind dit kan interpreteren als 'mijn ouders vinden het slecht als ik deze tegenstander niet versla'. De perfectionistische sporter had de lat voor zichzelf al hoog gelegd deze wedstrijd, maar daar komt nu een schepje extra druk bovenop. Een coach kan na de wedstrijd naar zijn speler toekomen en zeggen 'je hebt een fantastische wedstrijd gespeeld, alleen jammer dat je één keer de bal verloor'. De intentie lijkt hier om de speler een compliment en kleine aanmoediging te geven, maar bij een perfectionist blijft vooral dat ene kritiekpuntje hangen. Waar deze wedstrijd eigenlijk voor zelfvertrouwen had kunnen zorgen, leidt het nu tot een deukje in het ego van de sporter.
Samengevat, er zijn drie relevante dimensies van perfectionisme: het stellen hoge eisen, bezorgdheid over fouten en waargenomen druk van buitenaf. De kern van een perfectionist is het stellen van hoge eisen aan de prestatie, iets waar zeker in topsport op zich niks mis mee is. Dit wordt pas problematisch zodra de perfectionist zich ook zorgen maakt over fouten en/of druk voelt van buitenaf. De literatuur maakt een tweedeling tussen gezond en ongezond perfectionisme. Aangezien beide vormen een grote invloed kunnen hebben op de gedachten, emoties en het gedrag van de sporter, is het goed om hier inzicht in te krijgen. Voor de sporter zelf, maar ook voor coaches, ouders en de sportpsycholoog. Het geeft verklaringen over psychologische eigenschappen van een sporter, zoals motivatie of zelfvertrouwen, en over hoe een sporter zich opstelt.
De Sport Perfectionisme Test
Een van de meest betrouwbare manieren om persoonlijkheidseigenschappen in kaart te brengen is aan de hand van diagnostische vragenlijsten. Op basis van wetenschappelijke literatuur (Dunn, Dunn & Gotwals, 2005) is de Sport Perfectionisme Test (SPT) ontwikkeld. Deze meet vier dimensies van perfectionisme, namelijk ‘persoonlijke eisen’, ‘bezorgdheid over fouten’, ‘waargenomen druk van ouders’ en ‘waargenomen druk van de coach’. Aan de hand van een dataset van bijna tweeduizend sporters van allerlei niveaus zijn normgroepen opgesteld, waardoor gekeken kan worden hoe sterk iemand deze eigenschappen bezit in vergelijking met andere sporters. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt naar geslacht en leeftijd (jeugdsporters en volwassenen).
VSPN-sportpsychologen en NIP-geregistreerde psychologen kunnen deze test gebruiken binnen hun praktijk. Er is een handleiding beschikbaar waarin, naast psychometrische eigenschappen, richtlijnen voor praktisch gebruik en interpretatie worden gegeven. Er worden ook drie casussen geschetst van verschillende perfectionistische patronen. Een ingekort voorbeeld van één van deze casussen:
In de praktijk blijkt dat het lastig is om een perfectionistische instelling van een sporter te veranderen. Coaches kunnen er wel rekening mee houden en aan bijdragen door sporters te leren omgaan met hun perfectionisme. Tot slot is het dus goed om te beseffen dat perfectionisme veel voordelen kan opleveren. De kunst is om deze te benutten en met de nadelen te dealen. En dat perfect leren beheersen…
Drs. Mark Schuls werkt ruim tien jaar als SPORTPSYCHOLOOG VSPN® en sinds 2011 doet hij dat namens zijn eigen organisatie TipTop Sport. Hij is afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen als bewegingswetenschapper en psycholoog, specialisatie sport. Hij heeft ervaring opgedaan in ruim veertig takken van sport en heeft veel onderwijs verzorgd in de sportpsychologie. Zijn passie voor sport komt voort uit het zelf beoefenen van tafeltennis op landelijk niveau en het trainen van talenten in die sport. Dit jaar publiceerde hij samen met Jeroen Davids de handleiding bij de Sport Perfectionisme Test. Tevens ontwikkelde hij de online mentale training voor jonge sporters ‘Top in je Kop’. Kijk voor meer informatie of contactgegevens op www.tiptop-sport.nl.
Bronnen:
- Dunn, J. G. H., Dunn, J. C., & Gotwals, J. K. (2005). An examination of the domain specificity of perfectionism among intercollegiate student-athletes. Personality and Individual Differences, 38(6), 1439–1448.
- Flett, G. L., & Hewitt, P. L. (2005). The Perils of Perfectionism in Sports and Exercise. Current Directions in Psychological Science, 14(1), 14–18.
- Gould, D., Dieffenbach, K., & Moffett, A. (2002). Psychological Characteristics and Their Development in Olympic Champions. Journal of Applied Sport Psychology, 14(3), 172–204.
- Stoeber, J. (2011). The dual nature of perfectionism in sports: Relationships with emotion, motivation, and performance. International Review of Sport and Exercise Psychology, 4(2), 128–145.