door: Leo Aquina | 4 oktober 2012
“Binnen het nieuwe systeem leveren we maatwerk en daarom is het belangrijk dat we inhoudelijk toezicht van buitenaf organiseren”, aldus Geert Slot. De woordvoerder van NOC*NSF legt uit waarom de sportkoepel onlangs het Expertpanel Top-10 in het leven riep. Bij de verdeling van NOC*NSF-gelden voor topsportprogramma’s is een belangrijke rol weggelegd voor dat panel. Het staat onder leiding van onafhankelijk voorzitter Jan Loorbach.
Naast Loorbach bestaat het Expertpanel Top-10 uit een inhoudelijk expert die mede de coaches vertegenwoordigt (Charles van Commenée), een vertegenwoordiger vanuit de atleten (Bram Lomans) en twee vertegenwoordigers van de bonden (John Bierling van de KNHS en Jeroen Stevens van de NGF). Onafhankelijkheid en expertise waren de belangrijkste selectiecriteria voor de panelleden.
Geert Slot: “Jan Loorbach heeft in het verleden een aantal topsportfuncties gehad bij NOC*NSF en hij is als jurist en als deken van de Orde van Advocaten gewend om toezicht te houden. Hij is onbesproken, algemeen geaccepteerd en hij heeft geen eigen belangen. Van Commenée heeft vanuit het verleden als technisch directeur van NOC*NSF veel kennis van de Nederlandse situatie en hij is onafhankelijk. De keus voor hem was al genomen voordat hij bekend maakte te stoppen bij de Britse atletiekunie. De keuze voor Bram Lomans is besproken met de atletencommissie. De twee vertegenwoordigers van de bonden zijn de afgelopen periode betrokken geweest bij het opzetten van het nieuwe systeem. Dat zijn er meer geweest, maar uiteindelijk moet je er twee kiezen.”
Dat nieuwe systeem van verdeling is niet meer gebaseerd op vaste verdeelsleutels. “We hebben vorig jaar de Sportagenda goedgekeurd voor 2013-2016”, aldus Slot. “Vervolgens zijn we in januari gaan kijken hoe we de governance moesten regelen als we maatwerk leveren. Als je algemene formules hebt is dat makkelijker, maar met maatwerk is het oordeel van experts vaak leidend. Die beslissingen moet je toetsen. Daarom is in de Sportagenda vastgelegd dat er een expertpanel komt.”
Slot legt uit in welk stadium van de procedure voor de verdeling van de topsportgelden het expertpanel aan bod komt. “Er is aan de bonden gevraagd een investeringsplan voor de komende vier jaar te maken en dat wordt beoordeeld door NOC*NSF. Vervolgens stelt het topsportmanagement van NOC*NSF (Maurits Hendriks en Jeroen Bijl – red.) een advies op aan de algemeen directeur van NOC*NSF. Deze zorgt voor doorgeleiding naar het uiteindelijke toekenningsorgaan. Onderdeel van het advies is inhoudelijke toetsing door het expertpanel.”
Die toets weegt zwaar: “Het zou kunnen dat het topsportmanagement zijn advies bijstelt op basis van de bevindingen van het expertpanel, dat is in de praktijk de meest logische werkwijze. Mocht dat niet gebeuren, dan gaat het advies van het expertpanel los mee in de routing van besluitvorming.”
In totaal gaat het om ruim 36 miljoen euro per jaar afkomstig uit een directe bijdrage vanuit VWS, de Lotto en de Partners in Sport en Suppliers van NOC*NSF. De criteria op basis waarvan het geld wordt verdeeld, liggen minder vast dan in het verleden. “Het oordeel en de wijze van beoordelen zijn nu meer afhankelijk van de vraag”, aldus Slot. “Je kunt je voorstellen dat bij de ene sport een investering in coaches of wetenschappelijke ondersteuning belangrijker is en dat bij een andere sport meer geld moet naar het trainings- en wedstrijdprogramma.”
Wel is duidelijk dat niet alle bonden aanspraak kunnen maken op maatwerkbudget. “Het is bedoeld voor de kansrijke sporten op topniveau. Dan hebben we het dus over sporten die het meest bijdragen aan de Nederlandse top-10 ambitie.”
Voor meer informatie: www.nocnsf.nl/studietop10