Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Vraag & Antwoord-Item

De vraag van Carlo Daniels aan Rick Cost 1 juli 2014

De vraag van… Carlo Daniels, als videoanalist werkzaam bij Nacsport
Aan… Rick Cost, bewegingswetenschapper en inspanningsfysioloog van het dames- en herenteam tijdens het WK hockey

De vraag
Wat zijn de nieuwste ontwikkelingen om fysiek goed voorbereid te zijn voor zo’n toernooi als onlangs gehouden is, het WK hockey?

Het antwoord
Als inspanningsfysioloog ben ik continu op zoek naar nieuwe ontwikkelingen binnen de fysiologie (en daarbuiten) om sporters op fysiek gebied te verbeteren. Er zijn tal van verschillende aspecten die we kunnen meten en kunnen verbeteren/trainen. Ik maak vooral gebruik van de simpele vergelijking van vermogen: Vermogen = Kracht x Snelheid.

De vraag die veelal boven komt drijven is welke onderdelen van deze vergelijking we nu moeten trainen. Krachttraining was in de jaren negentig een hot item en sinds het fysieker worden van nagenoeg alle sporten, nemen we al snel aan dat dit element volledig terug moet komen. Echter als we naar de wiskundige uitleg kijken is het vermogen afhankelijk van de kracht én van de snelheid. Is het dan niet vreemd om kracht en snelheid dus los van elkaar te trainen, om een gezamenlijk doel te hebben? Willen we niet het vermogen van een specifieke taak vergroten? Als we kijken naar bijvoorbeeld sprinten, dan is een sprinter niet geholpen bij alleen sterkere bovenbeenspieren, of alleen een hogere loopfrequentie. De winst zit in het maximaal te verkrijgen vermogen dat hoort bij de specifieke eigenschappen van een persoon.

Sinds een aantal jaar weten we dat bij het functioneel en taakgericht trainen, waarbij gedurende dezelfde oefening de kracht en snelheid wordt getraind, het eindresultaat beter is. Het lichaam past zich namelijk aan de aangeboden taak aan en als we dit op de gewenste intensiteit en op de gewenste manier doen, dan wordt het lichaam ook beter in die taak (lees sneller en sterker).

Afgelopen WK hockey zijn de dames duidelijk beter geworden dan hun directe tegenstanders. De grootste stappen zijn gemaakt in het aanbieden van allerhande fysieke taken die dicht bij het hockey staan en die direct terug komen in het hockey. Zo zijn er looptrainingen gemaakt waarin duels zijn verwerkt in combinatie met sprints in variabele richtingen. Deze vormen zijn ook terug te vinden tijdens partijspelen in bijvoorbeeld de cirkel. Door het kleiner maken van het speelveld komen dit soort duels dus vaker voor.

We zijn continu op zoek naar oefeningen waarin zowel kracht als snelheid in dezelfde taak worden uitgevoerd. Dit heeft als voordeel dat het lichaam continu in dezelfde belasting zit als tijdens een wedstrijd en is er dus een continu aanpassend vermogen op de hockeytaak noodzakelijk. Met andere woorden, we maken meer hockey-uren en worden dus beter in die taak.

Tot voor kort was het moeilijk om kracht en snelheid goed te meten op het moment van een wedstrijd bijvoorbeeld. De gebruikte meetsystemen van nu meten helaas met een te grote meetfout, waardoor de data veel bias (fouten) bevat. Deze systemen meten de snelheid, de versnelling, de afgelegde afstand en vaak allerhande parameters waarbij ze hun eigen rekensleutel hanteren. De meetfout maakt deze systemen helaas niet goed bruikbaar voor het goed interpreteren van de in mijn ogen belangrijkste parameters: versnelling, afgelegde weg per tijdsinterval en pieksnelheid per tijdsinterval.

De nieuwste technologie om de meetfout te minimaliseren is het gebruik van cameratechniek. Dit meetinstrument is in staat om de foutmarge te minimaliseren tot 1 tot 3 centimeter op een voetbalveld. Dit komt door de hoge meetsnelheid en de camerakwaliteit die gebruikt wordt. Hoe dit precies werkt kan ik helaas niet verder uitdiepen, daar het systeem in het eindstadium van de ontwikkelfase is.
De nieuwe manier van fysieke training in combinatie met het meetbaar maken van de fysieke elementen maakt het in de toekomst dus mogelijk om steeds beter de vooruitgang en eventueel achteruitgang, of het verval van parameters tijdens een taak, te meten.

Naar de komende toernooien toe zal dit absoluut het spelbeeld kunnen veranderen en kunnen ook de Nederlandse teams profiteren van ideale trainingsvoorbereidingen.

Volgende keer de vraag van Rick Cost aan Annemieke Zijerveld, sportpsycholoog:
In hoeverre zijn wij als Nederlandse topsporters belast met een bepaalde mentale benadering en hoe kunnen wij dit in ons voordeel gebruiken? Wereldwijd wordt namelijk de Australische en Amerikaanse mentaliteit geroemd en worden wij als mentaal zwak genoemd.

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst