- De vraag van… Lodewijk Klootwijk, directeur-bestuurder van het Platform Ondernemende Sportaanbieders (POS) en directeur van de Nederlandse Vereniging van Golfaccommodaties
- Aan... Marc van den Tweel, algemeen directeur van NOC*NSF
De vraag
Beste Marc, als sportbranche spelen wij een belangrijke rol in de vitalisering van onze bevolking. De overheid heeft als doel om 75% van de bevolking aan de beweegnorm te laten voldoen. Mijn vraag aan jou: wat is er voor nodig om onze organisaties (NOC*NSF en Platform Ondernemende Sportaanbieders (POS)) hier maximaal aan bij te laten dragen?
Het antwoord
Beste Lodewijk, laat ik beginnen met je te bedanken voor je vraag. We hebben elkaar in de afgelopen periode al goed weten te vinden. Daar ben ik erg blij mee. We hebben elkaar weten te vinden omdat de verschillende aanbieders van sport en bewegen (ongeacht of het nu de georganiseerde sport is of de commerciële aanbieders) veel meer gemeenschappelijk hebben, dan dat zij van elkaar verschillen. Dat is een belangrijke constatering! Vandaar ook dat we samen aan de slag gaan in een zogenaamd ‘Sectoroverleg’. Nee, geen Sectorraad of een ZBO-achtig iets, geen nieuwe praatclubs of instituties – maar een activerende en pragmatisch samenwerkende ‘doeclub’.
Want er ís werk aan de winkel. Formeel hebben we corona achter ons gelaten, maar de afgelopen periode werd duidelijk hoe groot de gevolgen voor zowel individuen als organisaties zijn. Naast de rampzalige uitwerking van long covid voor sommige mensen, hebben we inmiddels bijna allemaal ervaren dat covid vaak meer is dan een simpel griepje. Om nog maar te zwijgen van alle andere virussen die de kop opsteken nu we weer overal samen komen. Het ziekteverzuim in Nederland piekte. Vanuit medische hoek zijn er ongeruste geluiden over de gevolgen van de coronacrisis voor onze weerstand en de fysieke en mentale gezondheid van een hele generatie jongeren.
"We weten het als insiders allemaal, maar toch is het goed dit weer tot ons door te laten dringen. De return on investment van sport en bewegen is onmiskenbaar"
Daarom is het belangrijker dan ooit dat we ‘de Nederlander’ aan het bewegen krijgen. Vanuit het besef dat wij – NOC*NSF en het POS - complementair aan elkaar zijn. Naast het klassieke verenigingsmodel enerzijds (waar ik nog steeds sterk in geloof!) en het commerciële aanbod (dat ik zeer waardeer!) – ontstaan er hybride vormen, die een mooie nieuwe loot aan de stam zijn. De verschillende vormen van sporten en bewegen kunnen we tot bloei brengen door (samen) de sector verder te professionaliseren, bekwame trainers en coaches op te leiden, aan de hygiëne te werken (zero tolerance voor grensoverschrijdend gedrag bijvoorbeeld), een aantrekkelijk en innovatief aanbod te creëren en vooral door goed te kijken naar wat de ‘consument’ van ons verlangt.
Focus is daarbij van belang: wat zijn onze doelstellingen, hoe kunnen we sport en bewegen maximaal laten bijdragen aan een samenleving waarin mensen fysiek maar ook mentaal en sociaal weerbaar zijn. Het rendement – zowel op menselijk als maatschappelijk niveau – is immers aantoonbaar. Uit onderzoek blijkt dat de ervaren kwaliteit van leven stijgt, dat het ziekteverzuim daalt en de levensverwachting toeneemt. We weten het als insiders allemaal, maar toch is het goed dit weer tot ons door te laten dringen. De return on investment van sport en bewegen is onmiskenbaar: het Mulier Instituut berekende dat elke geïnvesteerde euro tweeënhalf keer terug wordt verdiend. In arbeidsproductiviteit, in vermeden zorg, maar bijvoorbeeld ook in lagere criminaliteitscijfers. Daarom moeten we sport en bewegen ook blijven agenderen vanuit onze beide organisaties, waar we maar kunnen. Op alle bestuurlijke niveaus en in alle sport-gerelateerde maatschappelijke sectoren.
NOC*NSF werkt ook daarom aan een Sportagenda voor de komende 10 jaar, juist om focus aan te brengen en vanuit onze publieke rol bij te kunnen dragen, samen mét en in aanvulling op de rol van het Platform Ondernemende Sportaanbieders.
"Het is de ambitie om Nederland in - pak hem beet - 2032 het sportiefste land ter wereld te maken"
Als we dat – samen met de sector - goed doen, kunnen we, zo is onze inschatting, zo’n 12 miljoen mensen – minimaal driemaal per week – aan het sporten en sportief bewegen krijgen. En zo’n 14 miljoen mensen wekelijks laten genieten van wedstrijden, competities en evenementen als deelnemer, kijker of supporter. Dat is een prachtige ambitie, waar ik van droom. Het is de ambitie om Nederland in - pak hem beet - 2032 het sportiefste land ter wereld te maken. Een land waarin dagelijks sporten, sportief bewegen, genieten van sport en excelleren in sport in alle vormen bijdragen aan een gelukkig, gezond, sociaal, ambitieus en trots Nederland. Stevige doelstellingen ja. Maar de beleving die sport teweeg kan brengen – zowel letterlijk als figuurlijk – rechtvaardigt ferme taal. Aan de slag!
Volgende keer het antwoord op de vraag van Marc van den Tweel aan André Rouvoet, voorzitter GGD GHOR Nederland:
De GGD is de afgelopen twee jaar vooral in het nieuws geweest met al het goede werk om de coronapandemie in Nederland te beteugelen. Wij kennen GGD’en ook zoals weergegeven op de site van GGD GHOR Nederland: ‘Collectieve preventie, het bewaken, beschermen en bevorderen van gezondheid is een groot maatschappelijk goed. Samen met onze leden zetten wij in op gezondheidsmaatregelen die mensen niet zomaar individueel kunnen nemen en die op groepsniveau van groot belang zijn. Denk aan het Rijksvaccinatieprogramma, het tegengaan van infectieziekten of het zorgen voor een gezonde leefomgeving.’ De sport ziet nogal wat mogelijkheden om aan deze doelstellingen bij te dragen. Ziet u die kansen ook? Waar zou u vooral van vinden dat wij op in moeten zetten?