Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Vraag & Antwoord-Item

De vraag van Yannick Balk aan Thomas Waanders 7 december 2021

De vraag van… Yannick Balk, mental coach
Aan... Thomas Waanders, manager talentontwikkeling bij TalentNED


De vraag

YannickBalk150FCBeste Thomas, je hebt een prachtige positie als manager talentontwikkeling bij TalentNED. Hoe ga je daar te werk? Welke factoren zijn volgens jou onmisbaar als het gaat om talentherkenning en -ontwikkeling? En zijn er ook factoren waar wellicht te veel waarde aan wordt gehecht?

ThomasWaanders175FC

Het antwoord

Hi Yannick, bedankt voor de mooie vragen. Ik zal mijn best doen om ze zo goed mogelijk te beantwoorden. Even een opmerking vooraf: bij TalentNED werken we met 16-20 jarige schaatsers, mountainbikers en wegwielrensters. Daarnaast heb ik een verleden in het voetbal (onder andere als topsportbegeleider bij FC Groningen) gewerkt. Mijn referentiekader is dus sterk gericht op deze specifieke leeftijdsgroepen en sporten. Soms zullen mijn beweringen niet opgaan voor bijvoorbeeld een 8-jarige voetballer of een 16-jarige turnster. Dan nu het antwoord op jouw vraag: hoe ga je daar (bij TalentNED) te werk?

Sporttalenten afleveren aan de top
Mijn werk bij TalentNED is erop gericht om – samen met mijn collega’s – een organisatie neer te zetten die als missie heeft om doorlopend en goed voorbereid Nederlandse sporttalenten af te leveren aan de top, zodat we in de toekomst Nederlandse sportsuccessen kunnen blijven vieren. Met dank aan Infestos, want zij financieren onze organisatie en stimuleren ons om TalentNED op een manier te runnen die uniek is in Nederland (en misschien wel in de wereld). 

"We hopen dat de sporters die bij ons hebben gezeten het hoogste podium in hun sport gaan bereiken én ambassadeurs worden van TalentNED"

Wat zeker ook bijzonder is, is dat wij sporters afleveren aan de top zonder daar een opleidingsvergoeding of transfersom voor te vragen. Transfersommen innen of spelers opleiden voor een seniorenteam is niet ons doel. Dit betekent dat wij geen dubbele agenda hebben en hen oprecht kunnen helpen in het maken van keuzes met betrekking tot de toekomst. 

XL42VraagAtntwoordTW-1bWij zijn dus eigenlijk een soort 'last stop before the top'. Naast dat we sporters graag willen afleveren aan de top, hopen we dat de sporters die bij ons hebben gezeten het hoogste podium in hun sport gaan bereiken (olympische en/of wereldkampioen) én ambassadeurs worden van TalentNED. Op deze wijze bouwen wij aan onze legacy.

Mijn rol is om de organisatie als geheel, maar ook de sporters en stafleden afzonderlijk te bedienen vanuit mijn expertise als sportpsycholoog, bewegingswetenschapper en bovenal als iemand die graag wil weten hoe alles werkt én wat beter kan in talentontwikkeling. Ik doe eigenlijk van alles en nog wat binnen TalentNED. Een stuk visie en beleid, een stuk communicatie en commercie, een stuk staf en sporters, alles in het teken van onze missie en de strategie om deze missie te realiseren. En daarin stel ik graag vragen over het hoe en waarom van allerhande zaken, in de hoop iets beter te begrijpen en/of beter te maken. Wil je overigens meer weten over de visie en werkwijze van TalentNED, neem dan een kijkje op www.talentned.nl

"Voor mij draait de weg naar de top om het selecteren van het talent dat de potentie heeft om het niveau te halen waar je als organisatie je talenten op wilt afleveren"

Welke factoren zijn volgens jou onmisbaar als het gaat om talentherkenning en -ontwikkeling? En zijn er ook factoren waar wellicht te veel waarde aan wordt gehecht? 
Voor iemand die graag naar het hele plaatje kijkt en geen afbreuk wil doen aan de complexiteit en veelzijdigheid van talentherkenning- en ontwikkeling is het nogal een opgave voor mij om hier antwoord op te geven. Sinds ik de vragen heb ontvangen, speelt er in mijn hoofd een soort filosofisch debat af. Een flinke discussie in mijn hoofd over hoe ik een zinnig antwoord kan geven op deze vragen. Hoewel ik een dergelijke discussie graag voer, heb ik ervoor gekozen om wat gedachten te delen over hoe ik naar het proces van talentherkenning- en ontwikkeling kijk (aan de hand van het laddermodel) en hoe ik denk dat je richting zou kunnen geven aan het proces middels een aantal principes. 

XL42VraagAtntwoordTW-2Het laddermodel
Voor mij draait de weg naar de top om het selecteren van het talent dat de potentie heeft om het niveau te halen waar je als organisatie je talenten op wilt afleveren. Vervolgens moet je het 'ecosysteem' zo inrichten dat de ontwikkeling van de sporters gekenmerkt wordt door een snel (overwegend) stijgende lijn. Net zo lang tot het talent het niveau heeft bereikt waar je naar streeft en dus succesvol kan uitstromen uit je programma. 

Deze 'ladder of potential' kwam ik ooit eens tegen op Twitter. Je moet het zo zien: De lengte van de ladder staat voor de potentie die iemand heeft. De ene ladder is langer dan de andere ladder: de één heeft meer potentie dan de ander (binnen een specifiek domein). Hoe hoog iemand op de ladder staat komt overeen met het huidige niveau dat iemand op dat moment heeft. De snelheid waarmee iemand de ladder oploopt komt overeen met iemands snelheid van leren

"Sommige sporters hebben niet de snelheid van leren die nodig is om binnen de tijd die we hebben de stap omhoog te maken"

Bij TalentNED willen we graag (1) de sporters selecteren met de potentie om de wereldtop te bereiken en die de snelheid van leren hebben om dit binnen afzienbare tijd te kunnen realiseren; om vervolgens (2) deze sporters naar het gewenste niveau (boven de wolken) te helpen, het liefst met een goedgevulde rugzak van kennis en kunde, zodat zij een duurzame topsportcarrière aan de top kunnen hebben.

XL42VraagAtntwoordTW-3Helaas lukt dit niet altijd. Dat komt dan vaak doordat we onvoldoende op potentie selecteren en ons teveel blindstaren op het huidige niveau van een sporter. Met andere woorden: we volgen iemand een tijdje in wedstrijden (en soms trainingen) en moeten dan extrapoleren naar de toekomst. Dat is ontzettend lastig. Daardoor selecteren we niet altijd de groene of oranje sporters, maar soms ook de rode sporters. Ze lijken (op dit moment) een heel aardig niveau te hebben, maar blijken om diverse redenen toch niet de potentie te hebben om de groei te maken die wij voor ogen hebben. Een andere factor is dat sommige sporters niet de snelheid van leren hebben die nodig is om binnen de tijd die we hebben de stap omhoog te maken. 

Net als het herkennen van potentie, is het ontwikkelen van talentvolle sporters zeker niet eenvoudig. Temeer omdat het proces van talentontwikkeling naar mijn mening zo grillig is. Om toch een beetje grip te krijgen zijn er wat mij betreft een aantal pijlers die belangrijk zijn binnen talentontwikkeling. Sommigen zijn wellicht een open deur, maar worden nog weleens over het hoofd gezien.

"Laat de individuele ontwikkeling nooit ondersneeuwen onder het - voor sommigen bijna heilige - wedstrijdresultaat"

Een aantal zelfbedachte pijlers van talentontwikkeling
1. Geen rechte lijn, maar een nonlineair en dynamisch proces

Net als vele anderen beschouw ik het proces van talentontwikkeling als non-lineair en dynamisch. Deze dynamische werkelijkheid is op zichzelf al interessant om in je achterhoofd te houden wanneer je over talenten en hun ontwikkeling praat. Bijvoorbeeld als je je bedenkt dat een sporter net even in een dalletje kan zitten en daardoor niet presteert. Vaak schrijven we zo’n sporter veel te snel af. Zo snel, dat het onvermijdelijk wordt dat die sporter zijn of haar potentie nog kan waarmaken. De mensen die zich hier schuldig aan maken, krijgen dus uiteindelijk altijd gelijk…

2. Beter worden is belangrijker dan goed zijn
Durf keuzes te maken die gericht zijn op de ontwikkeling op lange termijn. Binnen de jeugdsport wordt in mijn optiek veel te veel belang gehecht aan competities en wedstrijdresultaten en te weinig aan training. Laat de individuele ontwikkeling nooit ondersneeuwen onder het - voor sommigen bijna heilige - wedstrijdresultaat. Denk lange termijn: waar moet dit talent over 5 of 10 jaar staan en wat is er nú nodig voor hem/haar om succesvol te zijn in de toekomst? 

XL42VraagAtntwoordTW-43. Begin met het eindplaatje
Een echte Covey-uitspraak, maar ook eentje die ik ontleend heb aan mijn onderwijsachtergrond. Als je weet aan welke eindcompetenties jouw sporters moeten voldoen als ze jouw organisatie verlaten, dan kun je vervolgens heel gericht aan de slag om hen die competenties aan te leren. Als vervelende bijvangst besef je dan ook vaak hoe weinig tijd je eigenlijk hebt om die doelen te realiseren. Dat maakt weer dat je prioriteiten zal (moeten) stellen binnen het programma.

4. Wees een slimme investeerder
Om impact te kunnen maken moet je naar mijn mening een slimme investeerder zijn. Bedenk dat het ontwikkelen van talent ontzettend veel geld kost. Besteed het dus slim en doe geen wilde gokken. Bedenk daarnaast dat als je het aantal talenten in je organisatie vergroot, je ook de aandacht over die talenten moet gaan verdelen. Gaat dat ten koste van de kwaliteit van de begeleiding? Mark O’Sullivan zegt: '(focus op) zo veel als mogelijk, zo goed als mogelijk, zo lang als mogelijk'. Dat vind ik een geweldige uitspraak, maar besef je dat de beperkende factor in de regel het te spenderen budget betreft.

"Ontwerp een heel programma waarin jouw sporters allerlei ervaringen opdoen. Laat ze op diverse vlakken hun grenzen verleggen"

5. Ontwikkelen is ervaren
Vaak is het advies van de coach tegen dovenmans oren gericht. Een talent moet het vaak eerst zelf ervaren, voordat hij er iets mee gaat doen. Kom dus niet bij me met de opmerking 'Ik heb het al 100x gezegd', maar ontwerp een situatie waarin de sporter het zelf zal gaan ervaren. Of nog beter: ontwerp een heel programma waarin jouw sporters allerlei ervaringen opdoen. Laat ze op diverse vlakken hun grenzen verleggen. Daag ze uit, bedenk regels, stel vragen. 

XL42VraagAtntwoordTW-56. De wet van de verminderde meeropbrengst
Naarmate een talent dichter bij de top komt, wordt het steeds lastiger om de daadwerkelijke 'stap' te maken. Met name in de beloften-leeftijd (circa 19 t/m 23 jaar) moeten talenten relatief veel investeren in hun sport. Ze draaien op die leeftijd vaak een zeer intensief programma met de nodige trainingsarbeid, veel reizen naar het buitenland en gecombineerd met een (in de regel) weinig flexibele studie. Dat kost een hoop tijd, energie én geld. Geld dat er heel vaak niet is, want de kosten zijn nagenoeg evenredig aan een topsportprogramma voor senioren. Het zou heel nobel zijn als meer bedrijven het voorbeeld van Infestos zouden volgen door juist in deze leeftijdscategorie te investeren.

7. Weiger onnodige hulp
Onze talenten kunnen alleen groeien als ze de ruimte krijgen om te leren en fouten te maken. Als het niet nodig is, help ze dan ook niet. Toch zie ik welwillende coaches, vrijwilligers en ouders de talenten vaak onnodig te hulp schieten. Dat begint bij de beroemde 'laat ze zelf hun sporttas dragen', maar gaat nog veel verder dan dat. Een kind wordt niet zelfstandig als je ze geen ruimte geeft om fouten te maken, dingen te vergeten of zelf een (lastig) gesprek aan te gaan. Vaak is het pijnlijk of ongemakkelijk op dat moment, maar op de langere termijn pluk jij en je kind of sporter daar de vruchten van.

8. Houd lang vast aan de beste stafleden
Als je je talenten de beste opleiding wil bieden, dan heb je coaches en ondersteunende stafleden nodig die niet alleen specialistische kennis hebben, maar ook nog eens zeer veelzijdig zijn. Idealiter zijn er mensen vertegenwoordigd in je staf die weten hoe het er in de top aan toegaat. Daarnaast is het belangrijk dat de coaches ook pedagogisch onderlegd zijn, aangezien ze ook een opvoedkundige taak hebben. Aangezien een 15-jarige een hele andere benadering nodig heeft dan een 17-jarige (laat staan een ervaren topsporter), heb je mensen nodig die aan kunnen sluiten bij deze leeftijdsgroepen. Heb je deze mensen in jouw organisatie? Zorg dan dat je ze behoudt en verder helpt in hun ontwikkeling. 

"We zijn begonnen met het schrijven van een boek over talentontwikkeling, maar de bladzijdes zijn nog leeg"

9. Focus ook op de mentale ontwikkeling
Ik zie soms coaches met een boog om het mentale heen lopen. Als je er niet over praat, dan is het er ook niet, toch? De fysieke ontwikkeling van sporters (kracht, vermogen, uithoudingsvermogen, etc.) is beter regisseerbaar dan het mentale. Je kunt er macro’s, meso’s en micro’s over schrijven. Je kunt periodiseren en het 'meetbaar' maken door te testen en te monitoren. Het 'mentale' daarentegen is weinig tastbaar, moeilijk te doorgronden en lastig om richting aan te geven. En toch is het een integraal onderdeel van sport. En dus moeten we er iets mee.

Het boek over talentontwikkeling… moet nog geschreven worden
Bij TalentNED zeggen we geregeld tegen elkaar, we zijn begonnen met het schrijven van een boek over talentontwikkeling, maar de bladzijdes zijn nog leeg. We weten het nog niet, we hebben slechts ideeën die we toetsen en vervolgens weer aanpassen. Ik hoop dat dit stuk aanzet tot discussie en reflectie, zodat we samen steeds meer grip krijgen op iets wat tegelijkertijd zo mooi maar ook zo complex is.


ArthurBennink150FCVolgende keer het antwoord op de vraag van Thomas Waanders aan Arthur Bennink, sportfysiotherapeut/eigenaar van Pro-F Professionele Fysiotherapie: 
Beste Arthur,
Ik ken je als een zeer bevlogen professional, die altijd drie stappen vooruit denkt, nooit stil kan zitten en zich inzet om de regio Twente op de kaart te zetten als het gaat om topsport en talentontwikkeling. In het verleden werkte je met onder andere met Gerard Kemkers, Sven Kramer en Ireen Wüst bij de TVM-schaatsploeg en nu ben je met diverse interessante projecten bezig. Drie vragen:

  1. Je werkt én hebt gewerkt met de meest succesvolle sporters. Wat kenmerkt hun mindset?
  2. Wat zijn in jouw ogen de belangrijkste ingrediënten voor een succesvol topsportklimaat?
  3. Als je al jouw mooie plannen en ideeën zou kunnen realiseren, hoe ziet jouw wereld er dan over 5 jaar uit?
« terug

Reacties: 1

Mark Theelen
07-12-2021

Mooi betoog Thomas. Vooral de open houding 'we hebben nog veel te leren in talentherkenning en -ontwikkeling' bevalt me. Samen op weg is belangrijker dan er al denken te zijn, proces vs resultaat. Diverse gedachten schieten door mijn hoofd bij het lezen van je stuk.

Ten eerste bij de missie van TalentNed. De missie is talenten afleveren aan de top voor succes. Ik snap het vanuit nationale en investeerdersbelangen. Maar waarom? (Covey) Ter ere van het vaderland of de investeerder? Dan dreigt de sporter een pion in een (nationaal) ego-spel te zijn. Ik gebruik bewust het woord vader. Ik heb het persoonlijk mee gemaakt dat paternalisme en de gevolgen daarvan. Of ter vorming van de mens-topper? Wanneer je die laatste invalshoek kiest verandert de aanvliegroute van (de herkenning en vorming van) talenten vanaf hun prille jeugd.

Het denkkader van ouders, kinderen en sportbegeleiders is m.i. het fundament waarop het (sport-)leven en sporter plezierig en effectief gerijpt zou kunnen worden. Hoeveel eigen verantwoordelijkheid neemt de sporter, hoeveel verantwoordelijkheid moeten-willen ouders en begeleiders over nemen? Hoe ga je met elkaar (je ouders, je kind, de tegenstander, enz) om? Hoe leer je plezierig en effectief? Sporten kinderen volgens de denkbeelden van ouders en trainers of kunnen ze zelf vormgeven aan hun eigen leren en presteren?

Ooit mocht ik meetrainen bij GVAV-E1-voetbal. De kinderen richten zelf hun training in. Met zo minimaal mogelijke procesbegeleiding. 5u lang, we kregen er geen genoeg van. Het enthousiasme en de intensiteit spatte ervan af. Zelf doelen stellen, jezelf feedback verorgen, elkaar complimenteren, stressoren ontdekken en loslaten. Vormend voor de talenten, begeleiders (laat allerlei gedachten los over hoe trainen en presteren zou moeten) en toekijkende ouders.

Een voetbal-team dat door de persoonlijke vrijheid, teamgeest, taakgerichtheid en steile leercurve met 13-1 van E1-Groningen won :)

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst