Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Vraag & Antwoord-Item

De vraag van Kasper Janssen aan Yannick Balk 23 november 2021

  • De vraag van… Kasper Janssen, sportarts
  • Aan... Yannick Balk, mental coach


De vraag

KasperJanssen150FCOvertraining en burn-out zijn een andere term voor hetzelfde proces, namelijk fysieke of mentale uitputting. Hoe zit het met preventie? Zijn er vanuit de prestatiepsychologie inmiddels betere markers voor overtraining (voorbeeld de RestQ Sport) die ook gebruikt kunnen worden voor mensen die tegen een burn-out aanzitten? 

YannickBalk175FC

Het antwoord

Beste Kasper, 
Dank voor je interessante vragen. Je vraagt ten eerste hoe het zit met preventie van overtraining en burn-out en ten tweede of er indicatoren zijn vanuit de sport- en prestatiepsychologie die wellicht ook buiten de sport gebruikt kunnen worden. 
Om deze twee vragen goed te kunnen beantwoorden wil ik graag eerst een onderscheid maken tussen overtraining en burn-out. Er is sprake van overtraining wanneer een sporter zwaarder traint dan nodig is om het maximale effect van training te realiseren. Dit uit zich doorgaans in fysieke en mentale vermoeidheid, in combinatie met prestatiedaling die langer dan enkele maanden aanhoudt om te herstellen. Overtraining kan een voorloper zijn van een burn-out. 

Burn-out is een syndroom van fysieke en emotionele en uitputting, devaluatie van de sport en een verminderd gevoel van voldoening. Zowel overtraining als burn-out hebben dus te maken met lichamelijke en mentale uitputting. Deze uitputting is een gevolg van een langdurige disbalans tussen stress en herstel, oftewel inspanning en rust. Hierbij zou ik willen benadrukken dat stress van buiten de sport ook van invloed kan zijn op hoe sporters reageren op trainingsprikkels. Het gaat dus om het totaalplaatje van stress- en herstelfactoren. 

"We kunnen ons enerzijds richten op de sporter zelf (de stress-herstel balans) en anderzijds op motivationele factoren, zoals de organisatie of de omgeving van de sporter"

Een alternatieve verklaring voor het ontstaan van burn-out in sport is dat het een motivationeel proces is, in tegenstelling tot een stressproces waarbij burn-out optreedt wanneer een sporter een disbalans ervaart tussen dat wat hij in sport investeert (fysieke inspanningen, mentale druk, strikte leefstijl) en wat het oplevert (geld, waardering, groeimogelijkheden). De (sociale) omgeving waarin een sporter actief speelt is hier een belangrijke rol in. 

Dit brengt me op het punt van preventie. We kunnen ons enerzijds richten op de sporter zelf (de stress-herstel balans) en anderzijds op motivationele factoren, zoals de organisatie of de omgeving van de sporter).

XL40VraagAntwoord-YB-1Bron: www.mysportscience.com - Overtraining: is it real? By Asker Jeukendrup

Het optimaliseren van de balans tussen stress en herstel is dus een eerste belangrijke factor in de preventie van overtraining/burn-out. Het ervaren van stress en vermoeidheid is immers niet erg, zolang je het kunt compenseren met voldoende herstel. Voor het voorkomen van overtraining en burn-out is het daarom in de eerste plaats cruciaal om sporters beter te begeleiden in het herkennen van fysieke en mentale signalen die een teveel aan stress of een gebrek aan herstel aangeven. De REST-Q is een optie, maar dit is een lange vragenlijst en daarom minder geschikt voor de dagelijkse praktijk. Er is inmiddels ook een sterk verkorte versie, de Acute Recovery and Stress Scale (ARSS). Indicatoren zoals stemming, ervaren stress en slaapkwaliteit zijn ook nuttig en makkelijk te monitoren, ook voor niet-sporters. 

'Een hoogtestage betekent weer ruim twee weken weg bij zijn vrouw en bij zijn zoon. Terwijl hij al maanden op pad is geweest om de Tour voor te bereiden'

Daarnaast is het zaak dat elke sporter manieren heeft om zijn/haar fysieke én mentale batterijen op te laden. Dat vereist soms ook een nieuwe kijk op inspanning en rust. Zo ging wielrenner Steven Kruijswijk in de zomer van 2018 niet op hoogtestage voor de Vuelta. Ploegleider Merijn Zeeman zei hierover in een interview met de NOS: 'We hebben het besproken. Ik geloof heel erg in mentale componenten, in een mentale balans. Een hoogtestage betekent weer ruim twee weken weg bij zijn vrouw en bij zijn zoon. Terwijl hij al maanden op pad is geweest om de Tour voor te bereiden. Ik geloof er meer in om thuis weer bij te tanken.'

XL40VraagAntwoord-YB-2Preventie gericht op motivationele factoren heeft betrekking op de sociale omgeving en de structuur van sport. Trainers en coaches zijn een belangrijke schakel in het creëren van een sportklimaat dat minder snel tot burn-out zal leiden. Het bieden van autonomie (rekening houden met het perspectief van sporters, keuzemogelijkheden aanbieden), sociale steun en positieve feedback kan de kans op burn-out verlagen. 

In de context van motivationele processen kan gekeken worden naar de kwaliteit van motivatie van sporters of werknemers, waarbij een verschuiving van meer intrinsieke drijfveren (plezier) naar meer extrinsieke drijfveren (erkenning of salaris) een indicator kan zijn voor een toekomstige burn-out. Ik heb ook positieve ervaringen met het monitoren van de kwantiteit van motivatie (hoeveel ‘zin’ heb je in een training/wedstrijd/activiteit?) als indicator voor sporters die mogelijk wat extra aandacht nodig hebben in het kader van preventie  van overtraining/burn-out. 

"Focus op het welzijn van jonge sporters en leer hen om naar hun lichaam te luisteren en signalen te herkennen die vragen om een aanpassing in trainingsmethoden"

Tot slot deel ik nog graag de specifieke aanbevelingen ter preventie van overtraining en burn-out bij jeugdsporters van de American Academy of Pediatrics (Brenner, 2007):

  1. Maak trainingen interessant en vooral leuk, door middel van spelletjes en trainingsvormen die geschikt zijn voor een specifieke leeftijd;
  2. Houd een tot twee dagen per week vrij van sportdeelname om fysiek en mentaal te kunnen herstellen en/of om deel te nemen aan andere activiteiten (bijv. verjaardagsfeestjes);
  3. Integreer geplande onderbrekingen van training en competitie (elke twee tot drie maanden), waarbij sporters deelnemen aan andere sportieve activiteiten (om hun fitheid te behouden);
  4. Focus op het welzijn van jonge sporters en leer hen om naar hun lichaam te luisteren en signalen te herkennen die vragen om een aanpassing in trainingsmethoden. 

Gezien onze huidige maatschappij zit in de laatste aanbeveling naar mijn idee nog de grootste uitdaging! 


ThomasWaanders150FCVolgende keer het antwoord op de vraag van Yannick Balk aan Thomas Waanders: 
Beste Thomas,
Je hebt een prachtige positie als manager talentontwikkeling bij TalentNED. Hoe ga je daar te werk? Welke factoren zijn volgens jou onmisbaar als het gaat om talentherkenning en -ontwikkeling? En zijn er ook factoren waar wellicht te veel waarde aan wordt gehecht?



 

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst