Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Vraag & Antwoord-Item

De vraag van Peter Murphy aan Danny Heister 10 november 2020

  • De vraag van… Peter Murphy, voormalig toptrainer en-coach
  • Aan... Danny Heister, tafeltennistrainer en -coach bij Borussia Düsseldorf, voormalig bondscoach in Nederland, ex-toptafeltennisser


PeterMurphy150FC

De vraag

Al bijna tien jaar achtereen ben je in de Duitse topsportcultuur bijzonder succesvol met jouw teams bij Borussia. Je werkt daar met tafeltennisgrootheid Timo Boll en andere spelers uit de wereldtop. Als speler heb jij jouw eigen ervaringen in hoe de dingen voor jou hebben gewerkt. Hoe ga jij als trainer-coach om met enerzijds authentiek kunnen functioneren en anderzijds afstemmen op wat de individuele spelers voor hun ontwikkeling en presteren nodig hebben?

Het antwoord

DannyHeister175FCWat er als kenmerkend voor de topsportcultuur van onze oosterburen wordt genoemd kan ik vanuit mijn ervaringen als speler en trainer bevestigen. De organisatie is zeker hier bij Borussia Düsseldorf grondig en kent vaste structuren. Het biedt houvast voor de grote lijnen en geeft duidelijkheid voor de wijze waarop we met elkaar samenwerken. Om de kwaliteit ervan te duiden, we zijn met de voetballers van Bayern München in een nipte race als het gaat om de opstelsom van de meeste Bundesliga Meisterschaften, Pokals en Champions League-triomfen. Net als Bayern is Borussia een zogenoemde Traditionsverein, die zich kenmerkt door een stabiel bestuur en management. De club wordt al jarenlang geleid door betrokken mensen die ondubbelzinnig hun sporen in de tafeltenniswereld hebben verdiend. Hoe de club zowel qua visie als organisatie wordt bestuurd en gemanaged staat aan de basis van de successen die we met elkaar hebben geboekt. 

Dat gestructureerd kunnen werken past ook helemaal bij mij. Naast de stabiliteit die de interne cultuur biedt heb ik te maken met allerlei situaties en mensen met hun eigen ideeën en opvattingen. Dit alles maakt dat ik steeds naar individuele oplossingen dien te zoeken. Het functioneren van een trainer-coach vindt in een dynamisch geheel plaats. Daar zijn geen blauwdrukken voor, maar heldere kaders en normen vanuit de organisatie helpen wel om met elkaar op koers te blijven. 

"Het competitieve zit in mijn drive. Niet alleen in tafeltennis, het is ook herkenbaar in een potje zaalvoetbal met vrienden, spelletjes met de kinderen of welke andere uitdaging het mag zijn"

VraagAntwoord-DH-1In het samenwerken en het harmonieus met elkaar omgaan, zit mijn persoonlijke kracht. Een hecht team opbouwen waarin iedereen zich thuis voelt en dan de uitdagingen aangaan. Met alle inzet en strijd het uiterste er uit halen om te winnen en het beste team te willen zijn. Dit vormde voor mij als speler al de basis van mijn motivatie en is het voor mij als trainer-coach nog steeds. Het competitieve zit in mijn drive. Niet alleen in tafeltennis, het is ook herkenbaar in een potje zaalvoetbal met vrienden, spelletjes met de kinderen of welke andere uitdaging het mag zijn.

Coachen rond de wedstrijden
Dat het goed ging met het teambuildingsproces merkte ik op een gegeven moment aan hoe we met elkaar omgingen. Er wordt heel hard gewerkt en we communiceren ook op een dieper niveau steeds beter met elkaar. Tegelijkertijd is er plezier, zowel in het spel als door de dolletjes die we met elkaar maken. De mooiste bevestiging kreeg ik van Timo Boll toen hij het gehele team bij hem thuis uit ging nodigen. Hij had dat voorheen nog nooit gedaan omdat er te weinig eenheid was. Hij drijft op relatie: hoe gaan we met elkaar om en is er plezier. Timo's uitnodiging was een teken dat het goed zit en meteen een mooi compliment voor het team en de staf.

Hoe ik hem coach? Eén van Timo zijn grote kwaliteiten is dat hij zich geweldig kan concentreren. Onnodige fouten zijn zeldzaam en alleen al daarom is het heel lastig hem te kloppen. Ik kwam er achter dat om zo te kunnen spelen Timo een coach nodig heeft die, ongeacht hoe het gaat, rustig op de bank zit en analyseert wat er gebeurt. Tussen de games en in time-outs moet ik die wat gedistantieerde houding aan blijven nemen. Wachten op waar hij zelf mee komt, daarbij aansluiten en dan mijn feedback geven. Hoe korter, des te beter. De kunst is dat wat ik zeg raak moet zijn en bij Timo in het potje valt. Hierin zit een belangrijk deel van de vertrouwensrelatie die we hebben.

"Spelend in de wereldtop ontdekte ik al dat het ook in technische zin voor iedereen anders werkt"

Zelf heb ik een ander soort coaching nodig. Een coach en een bank die meeleeft en mij aanvuurt. Voor mij als speler werkt het als het team vol achter mij staat en dat ook laat merken. Op die energie haal ik nog steeds het beste uit mezelf bij de incidentele keren dat ik inval. Het weergegeven verschil is er ook tussen andere spelers in het team. Als coach moet ik mij aanpassen aan wat voor de speler het beste werkt. 

Afgestemd trainen en beter worden
VraagAntwoord-DH-2Mijn huidige team bij Borussia Düsseldorf bestaat uit Timo Boll (39 jaar, wereldranglijst 10), Kristian Karlsson (29 jaar, wereldranglijst 24), Anton Källberg (23 jaar, wereldranglijst 57), Ricardo Walther (28 jaar, wereldranglijst 89) en Kamal Achanta (38 jaar, wereldranglijst 31). Hoewel allemaal spelend in de wereldtop, kennen ze ieder voor zich hun eigen vertrekpunten. Bijvoorbeeld in welk deel van hun carrière zitten ze en wat is voor hun belastbaarheid verstandig. Maar bovenal ook wat voor benadering hebben ze nodig om in hun persoonlijke kracht te komen en wat betekent dit voor de praktijk van hoe ik met ze communiceer en in de trainingszaal werk. 

Spelend in de wereldtop ontdekte ik al dat het ook in technische zin voor iedereen anders werkt. Daarvoor hoefde ik in het mondiale circuit alleen maar om me heen te kijken. Wereldtoppers met andere stijlen en verschillen in techniek waarvan je niet kunt zeggen dat het één beter of slechter is dan het ander. Het is volgens mij wat motorisch bij de speler past en waar hij bewegingsgevoel bij heeft. Ze zijn ook daar gekomen omdat ze bij de tips die mogelijk niet goed voelden hun eigen neus zijn blijven volgen. Dat laatste heb ik voor mijn loopbaan als trainer-coach altijd in gedachten gehouden.

"Het werd mij al snel duidelijk dat als ik mijn eigen ervaringen op Timo zou projecteren dat ik dan kansloos zou zijn"

Techniek is een hulpmiddel
De één speelt vanuit een diepere uitgangshouding, de ander doet dat vanuit een hogere uitgangshouding. De één raakt de ballen verder van het lichaam, de ander juist dichterbij het lichaam. De één neemt de bal bij voorkeur in het horizontale gedeelte van de balbaan rond het hoogste punt, de ander als deze daar net overheen is en al weer iets zakt.  Als ik mezelf in deze elementen met Timo vergelijk dan zijn we eigenlijk volledig tegengesteld. Het is niet alleen te zien aan onze verschillende spelsystemen, ook in hoe we bewegen en onze techniek zich heeft gevormd. Het werd mij al snel duidelijk dat als ik mijn eigen ervaringen op Timo zou projecteren dat ik dan kansloos zou zijn. Daarop inspelen is een must in mijn training en coaching.

VraagAntwoord-DH-3Het is sowieso de vraag hoe sterk je als trainer in zou dienen te zetten op het ‘hoe’ van de bewegingen en derhalve op techniek. Iets dat in mijn visie niet alleen geldt als je met topspelers werkt, maar bijvoorbeeld ook als het om talentontwikkeling gaat. Ik kijk vooral naar of het spelsysteem bij de speler past, welke tactische opties als variatie interessant zijn en of de speler binnen dit geheel mentaal uit de voeten kan. Strategie, tactiek, mentaal en bewegen vormen voor mij een geheel en in die vorm trainen we het ook zo veel mogelijk. Daarbij let ik dus niet zo zeer op de techniek op zich, maar veel meer wat de speler in welke situatie doet. Past zijn intentie bij de situatie? Is de bal precies genoeg geplaatst, met voldoende effect (variatie) en op de juiste snelheid gespeeld? Hoe oplossingsgericht gaat hij met tempowisselingen van de tegenstander om? Dit soort dingen. Soms kom je langs deze weg wel uit bij iets subtiels aanpassen aan de techniek, maar dat is een gevolg van de vraag of het spelsysteem voldoende effectief en efficiënt wordt gespeeld. Techniekvorming is voor mij nooit een doel op zich.

Trainen in de praktijk
In de trainingszaal probeer ik met de oefenstof en de aanpak zo veel mogelijk individueel af te stemmen. Een mooi voorbeeld vormt de zogenoemde meerballentraining, als trainer speel ik de ballen in en gaan we aan de slag. Zelf spelend hield ik van herhaling om zo zaken fijn te slijpen en een goed gevoel te krijgen. De bal komt op vooraf afgesproken wijze op vastliggende plaatsen op de tafel. Het is geschikt om aan details te werken, maar tegelijkertijd weet ik dat deze vorm van trainen niet benadert waar het in het spel om gaat. Daar kan immers alles door elkaar heen gebeuren, het draait dan vooral om waarnemen en aanpassingsvermogen.

"Ik daag mijn spelers uit in korte win- en verlieswedstrijdjes. Allerlei competitieve vormen, waarbij het in focus punt voor punt spelen wordt getriggerd en ze snel moeten leren schakelen"

Bij sommige spelers start ik vanuit vaste patronen, daarna een fase waarin meerdere opties random door elkaar heen worden gespeeld. Bij andere spelers doe ik dat net andersom, zij vinden het herhalen saai en zoeken het liefst meteen uitdagingen in variatie. Om ze de afzonderlijke elementen niet te globaal te laten beleven ga ik voor hen in de tweede fase van de oefening over naar één afzonderlijk element en daar de puntjes steeds meer op de spreekwoordelijke i zetten. In alle gevallen sluit ik weer af met de voorkeur van de speler, want daar is ook zijn zelfvertrouwen voor een belangrijk deel aan gekoppeld. 

VraagAntwoord-DH-4Samengevat is het eigenlijk voor mij starten bij de voorkeur van de speler, daarna switchen naar zijn niet-voorkeur en weer afsluiten in de voorkeur. Een enkele keer doen we het al dan niet aangekondigd net andersom, want ook daar moeten ze mee overweg kunnen. Ook daag ik mijn spelers uit in korte win- en verlieswedstrijdjes. Allerlei competitieve vormen, waarbij het in focus punt voor punt spelen wordt getriggerd en ze snel moeten leren schakelen. Je kunt hier mooi mee variëren. Waar legt de speler zelf de lat, waar zou ik hem leggen? Wat zetten we op het wel of niet halen van de uitdaging? Dit soort dingen.

Hoe ik informatie bij de spelers haal
Dat is vooral door te observeren, te vragen en te luisteren. Het begint al als een speler bij Borussia komt spelen. Sinds mijn komst worden hun diepe motivationele drijfveren en handelingsvoorkeuren (fysiek) getest en besproken. De bevestiging door de speler van de informatie die dit oplevert is voor mij heel vruchtbaar. Dit is voor mij de bron. We nemen de diverse onderdelen door. Steevast volgt herkenning en vertelt de speler over zijn eerdere ervaringen bij het nationale team, eerdere clubs en coaches. Wat werkte wel en wat niet? Voor de speler vallen dingen op hun plek en het vormt voor mij de sleutel om effectief samen te werken. Tegelijkertijd maakt het de speler ook meteen benieuwd naar mijn werkwijze. De eigen inbreng die de speler krijgt, zorgt er voor dat hij meer gaat delen.


VraagAntwoord-DH-5-611Volgende keer het antwoord op de vraag van Danny Heister aan Thomas Letsch, trainer van Vitesse:
Zoals u een Duitse trainer bent in dienst van een Nederlandse club, ben ik een Nederlandse trainer in dienst van een Duitse club. Ik heb verder ook in Nederland en Frankrijk gewerkt en heb gemerkt dat er grote cultuurverschillen kunnen bestaan tussen verschillende landen. Welke cultuurverschillen ervaart u zelf, als u de Nederlandse met de Duitse cultuur vergelijkt? En daarnaast: in Vitesse spelen veel voetballers met een verschillende culturele achtergrond. Houdt u als trainer rekening met die verschillende achtergronden? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet? 

« terug

Reacties: 1

Ted van der Meer
10-11-2020

Een prima en herkenbaar verhaal van Danny Heister. Als speler voor Oranje had hij de ondersteuning van 'de bank' nodig en daardoor kon hij vaak boven zichzelf uitstijgen. Samen met leeftijdgenoot Trinko Keen vormde hij een uniek topduo.
Als coach en trainer is Danny vooral 'dienend' op de manier die hij zelf beschreven heeft.
Danny is ook bondscoach van Nederland geweest, maar dat was geen groot succes. Dat lag niet aan hem. Het is in topsport, en zeker in tafeltennis, nu eenmaal zo dat je zo goed bent als je pupillen zijn. En die waren en zijn nu eenmaal niet zo goed in ons land.
Danny heeft vast met teleurstelling gezien hoe krakkemikkig de nationale bond in elkaar zit. Hij is teveel gentleman om dat uitgebreid te ventileren.
Bij Borussia Düsseldorf komt hij volledig tot zijn recht, alweer vele jaren. Er wordt wel gezegd 'dat kan iedereen met Timo Boll' in de ploeg, maar dat is een onderschatting. Heister heeft juist dié kwaliteiten die hem tot een uitstekende (bescheiden) topcoach maken.

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst