- De vraag van… Gerard Timmer, algemeen directeur van de NOS
- Aan... Sarina Wiegman, bondscoach van het Nederlands vrouwenvoetbalteam
De vraag
Beste Sarina,
Allereerst van harte gefeliciteerd met het behalen van de Olympische Spelen van Tokyo 2020 en de tweede plaats op het WK. Een prestatie van wereldformaat. Als bondscoach van de OranjeLeeuwinnen heb je meegemaakt wat media-aandacht met een team, maar ook met de sport doet. Van relatief onbekende speelsters begin 2017, naar beroemde rolmodellen in 2019.
Een sport die in jouw interlandjaren als speelster nog moest vechten om aandacht, waar sinds het EK van 2017 en het laatste WK de sport definitief heeft bewezen een brede aandacht te verdienen. Maar ook een periode waarin de prestaties van de OranjeLeeuwinnen met een scherpere blik worden gevolgd. Hoe ga je als bondscoach om met deze ontwikkeling? Hoe beschouw je de media-aandacht die de sport inmiddels krijgt en kan je iets zeggen over de betekenis daarvan voor de sport, en de deelneming daaraan ook búiten de grote toernooien?
Het antwoord
Allereerst hartelijk dank voor de felicitaties, Gerard. En - dat mag ook wel eens worden gezegd - heel veel dank ook aan jullie, aan het team van NOS Sport dat het toernooi zo geweldig in beeld heeft gebracht. Niet alleen onze wedstrijden, maar ook al die andere tientallen duels, dagelijks ‘Studio France’, inclusief goede, kundige en veelal ‘frisse’ analisten. Jullie hebben als NOS echt je nek uitgestoken en weer een nieuwe standaard gezet. En dat zorgt ervoor dat het vrouwenvoetbal steeds meer een eigen identiteit krijgt.
Als je Canada of Nieuw-Zeeland zegt, dan denkt de gemiddelde Nederlander aan het elftal bij de mannen, dus denkt men al gauw ‘dat doen ze wel even’. Zo werkt het natuurlijk niet. De toplanden bij de vrouwen verschillen heel erg van de mannen. Zo vergelijk je met tennis Serena Williams ook niet met Roger Federer, of - bij het schaatsen - Ireen Wüst met Sven Kramer. Maar doordat het publiek in Nederland deze zomer zoveel wedstrijden van het WK live heeft kunnen volgen, is het voor veel mensen een soort ‘spoedcursus’ vrouwenvoetbal geworden.
"De speelsters zijn nu bekende Nederlanders"
Maar terug naar je vraag. Voordat we twee jaar geleden het EK wonnen, waren we nog onbekend voor het grote publiek. Sindsdien is er inderdaad veel veranderd. De speelsters zijn nu bekende Nederlanders. Dat is fantastisch, we wilden zichtbaar zijn, maar hoe je het ook wendt of keert, dat is nieuw voor ons. Het betekent ook dat we serieus worden genomen, maar we liggen daardoor ook meer dan voorheen onder een vergrootglas en ook de kritiek is bij vlagen persoonlijker en scherper, zoals jij terecht stelt in je vraag.
Media-aandacht
We hadden op voorhand wel verwacht dat het WK ook qua media-aandacht groot zou worden; het is immers het grootste sportevenement voor vrouwen ter wereld. We hebben in de voorbereiding aan dit aspect dan ook bewust aandacht besteed, onder meer door te spreken met mensen die ervaring hebben met veel (media)aandacht in combinatie met presteren onder druk. Denk aan mensen als Claudia de Breij, Ruud van Nistelrooij en Kees Jansma.
"De manier waarop we ons presenteren bepaalt ook onze waarde en dat maakt ons uniek voor media en commerciële partijen"
En als de wereld om je heen verandert, hoef je zelf niet direct ook te veranderen, maar je moet je wel aanpassen. Het kunnen omgaan met kritiek hoort daar ook bij. Wij als coaches en begeleidende staf, praten om die reden met de spelers ook over dit soort dingen. Het is aan ons om ze hierbij te helpen en te faciliteren, als ze dat willen. Maar je wilt ook dat we onze (goede) presentatie naar buiten toe en de openheid richting media - en dus in feite de fans - behouden. Want de manier waarop we ons presenteren bepaalt ook onze waarde en dat maakt ons uniek voor media en commerciële partijen, dus daar willen we zuinig op zijn. Maar uiteindelijk gaat het er ook om dat we bezig blijven met voetballen, ons daarop kunnen focussen en vrij genoeg voelen om een topprestatie te leveren.
Hoge druk
Ik kan het team alleen maar complimenten geven voor de manier waarop we rondom het WK zijn omgegaan met al die aandacht en ook met de kritiek. Het is echt heel knap dat we onder zulke hoge druk toch zo konden presteren. En tegelijkertijd zijn we onszelf gebleven en kritisch op onszelf geweest.
Als je als sport wilt groeien, is het belangrijk dat je presteert, want dan word je gezien en word je ook aantrekkelijk voor de media en voor het bedrijfsleven. En met meer dan tien miljoen Nederlanders die iets van het WK hebben gevolgd, kun je wel stellen dat wij zijn gezien…
Wij hadden daarbij het geluk dat een prachtig bedrijf als ING in ons geloofde en zich al jaren - al ruim voordat we in 2017 Europees kampioen werden - hard heeft gemaakt voor het vrouwenvoetbal. Zij hebben op die manier ook hun steentje bijgedragen aan de ontwikkeling en het succes van de OranjeLeeuwinnen. Ik hoop dan ook dat wij als nationaal team de spreekwoordelijke locomotief kunnen zijn waardoor de wagons - lees: de clubs - in beweging blijven of zelfs harder door kunnen rijden. Daarmee bedoel ik te zeggen dat hopelijk - door het succes van de nationale ploeg - bedrijven gaan inzien hoeveel potentie het vrouwenvoetbal heeft en zich hier ook aan willen verbinden. Bijvoorbeeld aan de Eredivisie Vrouwen. Dat is de kraamkamer van het nationale team: maar liefst 21 van de 23 spelers van de WK-selectie zijn begonnen in de Eredivisie. Dat wordt wel eens vergeten.
Ik zou daarom graag aan Steven Sedee - manager sportsponsoring bij ING - willen vragen waarom zij destijds als een van de pioniers in de sponsoring van het vrouwenvoetbal zijn gestapt, hoe zij het hebben aangepakt, wat het vrouwenvoetbal hen als bedrijf heeft gebracht en vooral wat andere bedrijven ervan kunnen leren, zodat ze ook die stap willen zetten.
Volgende keer het antwoord op de vraag van Sarina Wiegman aan Steven Sedee, manager sportsponsoring bij ING:
Beste Steven,
ING is partner van het Nederlands vrouwenvoetbalteam. Wat heeft het jullie gebracht? Zou je bedrijven adviseren/aanraden om ook in het vrouwenvoetbal te investeren en zo ja waarom?