Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Vraag & Antwoord-Item

De vraag van Sarina Wiegman aan Arno Havenga 2 mei 2017

De vraag van… Sarina Wiegman, bondscoach vrouwenvoetbal bij de KNVB
Aan... Arno Havenga, bondscoach van het vrouwenwaterpoloteam

SarinaWiegman150De vraag
Afgelopen periode ben je veel met de waterpoloploeg bij elkaar geweest. De speelsters die in Nederland spelen hebben een programma in Zeist met het nationale team, maar ook bij hun club. Hoe verloopt de afstemming en samenwerking met de clubs? En dan zijn er ook veel spelers in het buitenland, hoe vaak komen jullie als geheel bij elkaar en hoe maak je er één team van? Tot slot, is het goed voor de ontwikkeling van het waterpolo (in Nederland) dat speelsters naar het buitenland gaan?

Het antwoord  
ArnoHavenga175Wij draaien met onze selectie inderdaad een fulltime trainingsprogramma en wel op jullie mooie KNVB Campus in Zeist. Dat betekent dat we daar vier dagen per week zijn en de speelsters op woensdagavond en vrijdagavond een clubtraining volgen met op zaterdag een competitiewedstrijd. Tenminste, dit is het ideaalplaatje. Er zijn in verband met de Europacups enkele competitieronden uitgevallen waardoor deze wedstrijden op zondagen werden ingehaald en de speelsters dus 'dubbele weekenden' hebben. En dit heeft dan uiteraard weer gevolgen voor de belasting en het programma van de speelsters op maandag in Zeist. Je begrijpt dat dit voor de programmering van de trainingen van de speelsters niet optimaal is en we dus op dat vlak nog wel een verbeteringsslag kunnen maken.

Goede afspraken
Ter optimalisatie van de opbouw van de competitie denken we graag mee en doen we ook voorstellen waardoor de internationals een betere afstemming in hun totale programma hebben, maar waarbij we ook rekening houden met de belangen van de speelsters die niet in het programma in Zeist actief zijn. De relatie met de clubs en de WFN (Waterpolo Federatie Nederland die de belangen van de clubs vertegenwoordigt) is goed, waardoor we in staat zijn om tot goede afspraken te komen. Hierdoor werken we ook al jaren samen en organiseren de clubs minimaal twee van hun clubtrainingen op woensdag en vrijdag zodat de internationals daar bij kunnen aansluiten.

"De speelsters zijn gewend aan een bepaalde belasting en dat continueren we"

Met de trainers van de clubs die internationals leveren, heb ik geregeld contact over hun speelsters, vooral als er bijzonderheden zijn in verband met blessures of andere knelpunten. Op het gebied van de belasting en belastbaarheid kan de samenwerking nog wel wat intensiever. De clubcoaches weten dat wij op de voor hen belangrijke momenten in het jaar (bekerfinales, play offs, etc), hier rekening mee houden en de programma's op elkaar afstemmen. Dit betekent niet dat we de trainingen in Zeist stop zetten. De speelsters zijn gewend aan een bepaalde belasting en dat continueren we, echter wel met een andere inhoud van de trainingen.

Groepsproces
Afgelopen jaar zijn onze speelsters vanwege het drukke internationale schema ter voorbereiding op kwalificatie van Rio niet voor een club uitgekomen en waren zij volledig beschikbaar voor het nationaal team. Bovenstaande 'problemen' waren dan ook niet aan de orde. Dit seizoen zijn er negen speelsters actief in het buitenland, vijf van hen studeren en spelen in Amerika en vier spelen bij topclubs in Europa. Met de World League-wedstrijden (eens per maand) zijn de 'Europese' speelsters telkens aangesloten, maar voor de 'Amerikanen' is dan een lastiger verhaal. De ervaring leert inmiddels dat de speelsters ons eigen spel en hun rol in het team weer vrij snel en gemakkelijk oppakken. Gevolg is dat we tot nu toe aanzienlijk minder aan het groepsproces hebben gedaan en ons meer op de individuele ontwikkeling hebben gericht.

"In het verleden hebben we speelsters wat langer in Nederland gehouden omdat we het idee hadden dat zij op dat moment nog niet klaar waren voor een stap naar het buitenland"

Ik ben van mening dat het voor bepaalde speelsters goed is om ervaring in het buitenland op te doen. Op het sportieve vlak, maar zeker ook in relatie tot hun maatschappelijke ontwikkeling. Ik probeer dit echter wel per individu te bepalen en hen daarin te begeleiden. In het verleden hebben we speelsters wat langer in Nederland gehouden omdat we het idee hadden dat zij op dat moment nog niet klaar waren voor een dergelijke stap. Je moet je realiseren dat sommige speelsters dan pas net 18 jaar zijn als zich een dergelijke kans voordoet en het voor hen al een uitdaging is om in Nederland voor zichzelf te zorgen.

Meerwaarde
Als speelsters naar het buitenland gaan moet het wel echt een meerwaarde zijn voor hun ontwikkeling en een toevoeging zijn op ons programma. Dit is naast de vraag of ze er klaar voor zijn, ook afhankelijk van de fase waarin zij zitten. Het kan namelijk ook een goede impuls zijn om het dagelijkse trainen in de Zeisterbossen te doorbreken, waardoor ze in de zomer (nog) gemotiveerder het programma volgen.

Op dit moment leggen we ook veel nadruk op de studie van de meiden en dit kan een reden zijn om hen te adviseren om in Nederland te blijven en hier een goede maatschappelijke basis te leggen. De speelsters in Amerika hebben gezien deze combinatie wellicht de beste situatie. Sport en studie zijn op de Amerikaanse universiteiten zo geregeld dat dit volledig parallel loopt. De faciliteiten zijn vaak heel goed en USA is al jaren toonaangevend in het dames waterpolo. Kortom, de dames krijgen de kans om zich te ontwikkelen tot top waterpoloster en tegelijk een goede studie te volgen. 

"We verliezen met het vertrek naar het buitenland wel een aantal topspeelsters voor de Nederlandse competitie"

Inmiddels hebben we in Nederland ook prima faciliteiten gecreëerd, maar de cultuur in de USA is op dit vlak toch nog echt wel anders. Het nadeel is echter dat de speelsters ver weg zitten en dus tijdelijk 'uit zicht' zijn van de ploeg en van mij als coach. Dit is persoonlijk voor hen lastig, maar heeft ook gevolgen voor de ontwikkeling van de groep als geheel. Vooralsnog kiezen we ervoor hen de kans te geven om deze weg te bewandelen.

Tijdelijk 'verlies'
Om op je laatste vraag terug te komen. We verliezen met het vertrek naar het buitenland wel een aantal topspeelsters voor de Nederlandse competitie. Niet alleen in wedstrijden, maar ook met hun afwezigheid op de clubtrainingen. In onze sport is het echter zo dat deze speelsters na enkele jaren terugkeren naar Nederland en zij hun ervaringen overbrengen op andere speelsters bij hun clubs. Het is dus een tijdelijk 'verlies', opent echter wel vaak deuren voor andere speelsters en betaalt zich weer uit als zij terug zijn.

Ik hoop dat je hiermee antwoord hebt op jouw vragen. Heel veel succes deze zomer tijdens jullie EK hier in Nederland! 

Volgende keer het antwoord op de vraag van Arno Havenga aan Ron Zwerver: 
Jij bent nu bijna een jaar actief als coach bij een universiteit in de USA. Een aantal van onze speelsters combineren studie en waterpolo in Amerika en twee maanden terug heb ik hen daar bezocht. Wat mij direct opviel was het enorme aantal sporters dat dagelijks op professionele wijze met hun sport bezig is, per universiteit net zoveel speelsters als wij in ons nationaal team programma in Zeist hebben. Verder merkte ik dat kinderen op jonge leeftijd al min of meer gedwongen worden te presteren, sport is namelijk een middel om op de gewenste universiteit te komen, al dan niet met een scolarship. Wat zijn jouw ervaringen tot nu toe en denk jij dat deze prestatiedrang de reden is waardoor de USA altijd zo hoog scoort in sport? En wat kunnen wij verder leren van de Amerikaanse sportcultuur? Ik ben benieuwd hoe jij hier tegenaan kijkt.
« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst