door: Sandra Meeuwsen
Dit jaar is na tien jaar nagenoeg geruisloos een einde gekomen aan de Stichting ‘Meer Dan Voetbal’. Volgens de betrokken partijen zou de maatschappelijke inzet in het voetbal op het gewenste niveau zijn gekomen. Een door derden uitgevoerde 'quick scan', waarbij de Nederlandse Eredivisie als koploper in Europa uit de bus kwam, is benut als extra legitimatie om de stichting op te heffen. Maar is de klus hiermee geklaard? Immers, aan de top komen is al een uitdaging, aan de top blijven een nog veel grotere. En hoe is de doorwerking naar Eerste Divisie en amateurclubs georganiseerd?
Het antwoord op deze vragen hangt af van het gekozen perspectief. Op het vlak van agendasetting en bewustwording is er in tien jaar tijd zeker een enorme stap voorwaarts gezet. Dit is de verdienste van al die professionals en bestuurders, die zich tien jaar lang vol overtuiging hebben ingezet om het voetbal een meer maatschappelijk gezicht te geven. En die missie is geslaagd!
Iedere BVO eigen stichting
Profclubs kunnen het eigenlijk niet meer maken geen maatschappelijke inzet te plegen. Zeker als de hoofdsponsor of gemeente dit eist. Inmiddels heeft bijna iedere BVO wel z’n eigen stichting hiervoor. Wat er precies gebeurt, lijkt soms minder van belang. Ziekenhuisbezoeken door spelers, links en rechts een clinic op school of toernooi in de wijk, allemaal even prachtig. En mocht de sponsor of subsidie wegvallen, dan verdwijnt zo’n project zonder dat er iemand wakker van ligt. Is dat niet de eer te na van de Europese koploper?
"Laten we eens kijken naar een aantal kansen om het Nederlandse voetbal in maatschappelijk opzicht verder te brengen"
Adel verplicht en stilstand is achteruitgang. Wat zijn logische vervolgstappen? Laten we eens kijken naar een aantal kansen om het Nederlandse voetbal in maatschappelijk opzicht verder te brengen. Om maar direct met de deur in huis te vallen: het borgen van de (financiële) continuïteit van de maatschappelijke inzet. Onderzoek van afgelopen jaren1 wijst steevast op deze cruciale kritieke succesfactor, naast het ontbreken van menskracht.
Dat laatste is overigens een gevolg van de smalle financiële basis. De maatschappelijke projecten van BVO’s worden mogelijk gemaakt door fondsenwerving, sponsoring of subsidies. Als één van deze bronnen wegvalt (of allemaal, niet ondenkbeeldig in deze tijd), dan komt de maatschappelijke inzet onmiddellijk onder druk. Vorig jaar is dit gebeurd bij diverse BVO’s, waaronder een echte volksclub als FC Utrecht.
Kan het ook anders? Jazeker, er bestaat een innovatieve financiële grondslag die gebaseerd is op het maatschappelijk rendement van voetbalclubs en meer continuïteit kan brengen. Deze benadering - internationaal bekend onder de term ‘Social Impact Finance’ - biedt het voetbal de kans haar maatschappelijke inzet te verzilveren. En wel zodanig, dat zelfs het primaire proces – jeugdopleiding en eerste elftal – hier financieel van kunnen profiteren. Hoe werkt dit?
Social Impact Finance
Kort samengevat komt deze methode hierop neer: private partners investeren in het opzetten en verbeteren van programma’s op sociaal-maatschappelijk vlak binnen voetbalclubs, zodat deze meer effect sorteren. Denk aan programma’s gericht op werk en opleiding, gezondheidsverbetering of veiligheid. Daar is sowieso nog wel een verbeterslag in te maken, in termen van kwaliteit en rendement.
"Gemeenten zijn gebaat bij effectieve strategieën om hun doelen te halen en kosten te besparen"
Bij aantoonbaar effect - dus minder werkzoekenden, meer jongeren die hun opleiding afmaken, of meer gezonde omwonenden en meer jongeren die op het rechte pad blijven - worden deze resultaten vertaald naar een percentage van de bespaarde kosten. Denk hierbij aan de lokale lasten op het gebied van uitkeringen, preventie, jeugdzorg en criminaliteitsbestrijding. Deze vormen een veelvoud van de investeringen die het vergt om via het voetbal deze doelgroepen effectief te bereiken. Vanwege de decentralisaties in het sociale domein zijn het tegenwoordig vooral gemeenten die deze lasten dragen. Zij zijn gebaat bij effectieve strategieën om hun doelen te halen en kosten te besparen.
Als zelfs al vijftig procent van de gemeentelijke budgetten bij gebleken succes terugvloeit naar het voetbal, dan kan de maatschappelijke inzet binnen het voetbal al kostenneutraal worden georganiseerd. Het is een kwestie van lokaal uitonderhandelen om hier nog beter uit te komen. Bij een vergoeding van 70% of meer besparen gemeenten nog altijd aanzienlijk, en levert dat het voetbal de financiële ruimte om hun programma’s te verbeteren, en hun private partners ‘maatschappelijk dividend’ uit te keren. Hoe mooi is dat?
Duurzame financiële constructie
Natuurlijk kost deze transitie – want dat is het – de nodige tijd en moeite, maar als alles eenmaal staat, dan is er sprake van een duurzame financiële constructie. En enorm veel politieke goodwill omdat het voetbal werkelijk haar nek uitsteekt, en niet enkel voor de bühne ‘ook iets maatschappelijks’ doet. Dit vergt wel een herijking van de huidige, veelal ‘moneydriven’ projectendiarree, excusez le mot.
Laat elke BVO nog eens kritisch kijken welke thema’s en doelen goed passen bij het DNA van de club, afgezet tegen de actuele sociaal-economische vraagstukken die (boven)lokaal spelen. In Groningen spelen andere thema’s dan in Rotterdam, om maar een voorbeeld te noemen. Natuurlijk, voetbal kan die onmisbare katalysator zijn, juist op terreinen waar traditionele activeringsprogramma’s niet eens de doelgroep weten te bereiken. Maar het is niet: 'u vraagt, wij draaien'?
"Voetbal reikt tot diep in de haarvaten van steden, wijken en dorpen"
Inclusieve voetbalaanpak
Deze methode laat zich ook prima vertalen naar Eerste Divisieclubs. Daar heeft de financiering zelfs meer urgentie, waardoor het proces sneller kan verlopen. En laten we niet vergeten dat het elk jaar stuivertje wisselen is onderaan de Ere- en bovenaan de Eerste Divisie, en juist in die categorie clubs liggen de uitdagingen. Vervolgens is de samenwerking met amateurclubs in een bepaalde regio (immers: opleidingspartners van BVO’s) via de hierboven aangestipte 'Social Impact'-benadering een stuk eenvoudiger vlot te trekken. BVO en amateurclubs vormen samen het regionale voetbalveld, van waaruit in theorie alle ‘lastige’ doelgroepen te bereiken zijn. Voetbal reikt tot diep in de haarvaten van steden, wijken en dorpen.
Door vanuit één integrale social impact business case de maatschappelijke inzet in een stad of regio op elkaar af te stemmen, ontstaat natuurlijk veel meer gebundelde ervaring en rendement. Het streven van de gemeente Rotterdam om de drie BVO’s samen te laten werken op maatschappelijk vlak, verdient om die reden dan ook alle lof. Past het ook niet bij de rol van BVO’s om voor de amateurclubs waar zij mee samenwerken de lijnen te leggen naar de gemeentelijke organisaties (zoals UWV en DWI), waar de bespaarde kosten geclaimd kunnen worden van effectieve, gezamenlijk ontwikkelde sociaal-maatschappelijke programma’s? Kortom, ook hier zijn nog kansen te over.
Supportersbetrokkenheid
Een andere in Nederland in maatschappelijk opzicht nog onderbelichte pijler betreft de inbreng van supporters. Hetzij als mede-eigenaar, hetzij als mede-beslisser over het strategisch beleid van de club. Bovendien, supporters vormen veelal een afspiegeling van de stad of omringende wijken, zeker bij de echte volksclubs. En maar al te vaak zijn op de tribunes ook de mensen te vinden die om welke reden dan ook minder goed mee kunnen komen. De doelgroep van veel activeringsprogramma’s ligt dus binnen handbereik!
"FC United of Manchester is een volledige ‘supporters owned’ club op het hoogste amateurniveau"
In Groot-Brittannië zijn al enkele succesverhalen op dit terrein te vinden. Afgelopen maand was ik op werkbezoek bij FC United of Manchester, een volledige ‘supporters owned’ club op het hoogste amateurniveau. Tien jaar geleden gestart als reactie op de doorgeschoten commerciële exploitatie van Manchester United.
Medezeggenschap en solidariteit
Elk lid is tevens mede-eigenaar van de club en heeft medezeggenschap over vitale koerswijzigingen. Er is een sterke onderlinge solidariteit, die allerlei onverwachte effecten creëert. Een overvloed aan vrijwilligers, uitstekende relaties met alle relevante publieke instellingen, en enorm veel goodwill. Met de bijdragen van 4500 leden / eigenaren en aanvullende investeringen van sympathiserende organisaties, kon deze zomer zelfs een eigen accommodatie worden bekostigd.
Hoe zou het zijn om deze pijler ook in Nederland te gaan ontwikkelen? Niet in plaats van, maar complementair aan de huidige besturingsmodellen in het voetbal. Met als gewenst neveneffect een andere supporterscultuur, waarmee geweldsuitbarstingen op termijn verleden tijd zijn.
"De doorgeschoten verhoudingen in het voetbal lijken wereldvreemde, zelfingenomen jongvolwassenen te creëren"
Inzet (ex-)spelers
En zo kan ik nog wel even doorgaan. Deze week nog werd uit onderzoek van het AMC bekend dat maar liefst een derde van de profspelers in het voetbal worstelt met mentale problemen, dan wel depressies. Onder ex-profs ligt dit percentage zelfs op 35%! Hoe kan dit? De doorgeschoten verhoudingen in het voetbal lijken wereldvreemde, zelfingenomen jongvolwassenen te creëren, die hun weg niet weten te vinden in de ‘echte’ wereld buiten het stadion.
Welke kansen liggen er als we deze jonge mannen en vrouwen vanaf de eerste stappen in hun voetbalcarrière opleiden tot competente wereldburgers, die een verdienstelijke rol kunnen pakken bij de maatschappelijke inzet binnen het voetbal? En dan niet iedereen z’n eigen Foundation, maar een gezamenlijk (inter)nationaal initiatief, waardoor meer focus en middelen ontstaan om ieder z’n eigen onderscheidende bijdrage te laten leveren. Ook hier ligt nog een uitdagend terrein braak.
Technische duurzaamheid
En tenslotte zou ik hier ook nadrukkelijk een lans willen breken voor het insluiten van duurzaamheidsbeleid als vanzelfsprekende bouwsteen voor de maatschappelijke inzet binnen het voetbal. Energiebesparing, hergebruik en biologische catering zijn slechts enkele van de mogelijkheden in dit spectrum.
Wat is het toch vreemd dat veel clubs hier de neus voor ophalen. Groen leren denken en doen past juist prima bij verantwoordelijkheid nemen voor de toekomst. En bovendien is het kostenbesparend, zeker interessant voor clubs met een eigen accommodatie. Recent is een regeling opengesteld voor verenigingen waarmee de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) honderd procent borgstelling levert voor een lening om in duurzaamheidsmaatregelen te investeren. Gelukkig heeft een aantal BVO’s dit spoor inmiddels wel gevonden, zoals AZ en FC Groningen. En ook bij amateurverenigingen zijn hier best practices in te vinden. Het zou goed zijn hun ervaringen te verbinden met de clubs waarvoor duurzaamheid in technische zin nu nog een brug te ver lijkt.
Samenvattend: er liggen nog vele kansrijke wegen open om het maatschappelijk rendement van het voetbal te verhogen, ook in Nederland. Wie voelen zich geroepen om deze nieuwe fase op gang te brengen..?
Noot 1:
Actuele onderzoeksrapporten op dit terrein zijn:
- ‘De Kracht van Voetbal’ (2015), PWC / KNVB Amsterdam
- Eekeren, F. van (2013), CSR and professional football in the Netherlands: juggling with values in a local context. In: Leisink, P. et al; Managing Social Issues: a public values perspective. Cheltenham, E. Elgar
- Eekeren, F. van en B. Dijk (2013), De maatschappelijke betrokkenheid van het amateurvoetbal. Zeist: KNVB en St. Meer dan Voetbal
- Eekeren, F. van, B. Dijk en S. Brinkhof (2012), Rendement en kritische succesfactoren van maatschappelijke activiteiten van betaald voetbalorganisaties. Seizoen 2011-2012, in opdracht van St. Meer dan Voetbal
Sandra Meeuwsen is mede-eigenaar van Bureau Sportimpuls bv, dat sportorganisaties, bedrijfsleven en overheden begeleidt bij innovatie en professionalisering binnen het domein van sport, bewegen en preventie. Meer informatie is te vinden op www.sportimpuls.nl. Daarnaast is zij JOGG-coach voor (door)startende JOGG-gemeenten, commissaris van Sportbedrijf Deventer NV en associée van de Wagner Group.