door: Henk Kraaijenhof
Het kan niet op vandaag de dag. Topsport kijken behoort tot de meest
favoriete activiteiten van de hedendaagse mens. Topsport bedrijven wordt
overgelaten aan een handvol genetische freak. Toch is er een groot aantal mensen
dat het leven in de schijnwerper zoals een topsporter wel wat lijkt. Maar hoe
kom je daar? Echte topsport is geen optie en toch kriebelt het om in het
middelpunt van de belangstelling te staan voor iets waar in ieder geval jijzelf
trots op kunt zijn. Dus je bedenkt iets geks en noemt dat topsport.
Laura Dekker wil graag in een bootje de wereld rond. Nu, wat mij betreft gaat
ze gewoon. Beter dan je, zoals genoeg van haar leeftijdsgenootjes doen, ergens
in een zuipkeet jezelf in coma drinken. Als Laura het doet geeft het tevens wel
te denken waarom een Volvo Ocean race dan zo’n huzarenstukje is als een meisje
van dertien het in haar eentje kan in een notendopje. Zij doet dit ook omdat ze
de jongste wil zij die dit doet, voor het Guiness Book of Records. Prima! Maar
het wachten is op de eerste achtjarige die waterfietsend de wereld rond wil.
Onlangs was er in Engeland een mevrouw die vanaf haar nek verlamd Engeland was
rondgezeild, de zeilen bedienend door het blazen of zuigen op een rietje. Nee,
geen grapje. Waar gaat dat heen? De eerste comapatiënt die rond de wereld zeilt?
Moeten we daarvoor klappen, is dat topsport of een lichte vorm van
krankzinnigheid?
Het lijkt er ook op dat hoe zwaarder de aandoening, des te leuker of knapper
die prestatie schijnt te worden: de Noordpool over lopen, de Mount Everest op en
af mountainbiken. Alleen maar de Mount Everest beklimmen, dan tel je
niet meer mee. Je moet minstens één, maar nog liever twee handicaps of ernstige
kwalen met je mee brengen om nog als held in de schijnwerpers te mogen staan.
Hoe zieker je bent, des te beter die prestatie wordt. “Gewoon de K2 beklimmen,
pfff, eitje. Ik zag gisteren een blinde schizofreen zonder benen de K2
beklimmen, da’s pas knap.”
Naast de Olympics hebben we al een Paralympics, het wachten is op de
Patholympics, waarin zieken elkaar de strijd om het goud betwisten. Heeft dit
alles nog iets met topsport of met topprestaties te maken? Wat mij betreft
weinig of niet.
Mocht U het niet met mij eens zijn, kijkt u dan eens naar de DVD Jackass 1 of
2 en beoordeel daarna of de bovengenoemde prestaties toch vallen onder de noemer
topsport of juist in de rij past van zonder meer heldhaftige prestaties van
Johnny Knoxville en zijn collega’s.
Er zijn immers geen regels of afspraken, er zijn geen tegenstanders, er is
nog nooit iemand die het eerder gedaan heeft, dus met topsport heeft het op deze
manier al weinig te maken.
Misschien zijn al deze extreme adventure sporters, thrillseekers of
sensatiezoekers wel een uiting van een onderliggend verschijnsel. Een protest
tegen de maatschappelijke neiging om alle gevaren uit onze samenleving te bannen
en een verplicht kleurloos, saai, voorspelbaar leventje te leiden. Een onbewust
verzet tegen regels, wetten, bureaucratie, plichten, beperkingen en
onmogelijkheden, tegen het materialisme en hyperconsumentisme die ons leven
beheersten?
De huidige golf van sensatieprestaties zou voer kunnen zijn voor psychologen
en sociologen.
Henk Kraaijenhof is vooral bekend als atletiekcoach. Zo was hij was
onder meer coach van Nelli Fiere-Cooman, Merlene Ottey, Troy Douglas en Letitia
Vriesde. Verder was hij consultant van de Engelse rugbybond, coördinator van de
krachttraining van het Nederlands herenhockeyteam, conditietrainer van o.a.
tennisser John van Lottum en tennisster Mary Pierce, consultant bij voetbalclub
Juventus en bondstrainer van de KNAU bij de heren, dames en junioren.
Kraaijenhof is ook één van de oprichters van NLcoach, de belangenbehartiger van
trainers en coaches.