Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

Fantoomsport 4 oktober 2022

door: Jeroen Weijermars

Eerst zet ik wat feiten op een rij. De winsten van de Nederlandse (groot)bedrijven stijgen al jaren door en daarvoor betalen de werkenden en hun gezinnen de prijs. De belasting die bedrijven afdragen voor hun winst lag tussen 1995 en 2006 gemiddeld op 9,5%. Deze vennootschapsbelasting zakte inmiddels naar 6,5%. De lasten op arbeid ontwikkelden in tegengestelde richting en zo stegen ook de accijnzen en BTW op primaire levensbehoeften. De laagste inkomens in ons land betalen zo’n 55% van hun inkomen aan belasting en accijnzen. Hoe hoger het inkomen hoe lager de belastingdruk. De rijkste 1% van Nederland draagt 20% van hun inkomen aan de staat af. Dit alles is terug te vinden in het zeer lezenwaardige boek ‘Fantoomgroei’ van Sander Heijne en Hendrik Noten.

Het kabinet Rutte IV gaat bezuinigen op sport. Uit de rijksbegroting blijkt dat de totale uitgaven voor sport - als je incidentele COVID-uitgaven en een budgetoverheveling in het kader van de Buurtsportcoachregeling buiten beschouwing laat - dalen van 590 naar 524 miljoen euro in 2023: min 66 miljoen. 

Toch werd er in de laatste troonrede - waarin sport als woord twee keer voorkwam - heel braaf genoemd dat er geld is om '…samen met gemeenten en maatschappelijke instanties, te zorgen voor huiswerkbegeleiding, sportmogelijkheden en andere kansen voor kinderen en jongeren voor wie dat niet vanzelfsprekend is.' Daarnaast staat er letterlijk in de troonrede: 'Op basis van het Preventieakkoord blijft het kabinet sportbeoefening en een gezonde leefstijl stimuleren – voorkomen is nu eenmaal beter dan genezen.'

"Grote groepen mensen redden het inmiddels zelfs maar moeizaam als er door twee personen fulltime gewerkt wordt. Dit heeft direct consequenties voor sportverenigingen"

Schraalhans keukenmeester
Dat laatste is waar. Talloze onderzoeken tonen aan dat sporten en bewegen op vroege leeftijd en een heel leven lang uiteindelijk de zorgkosten drukt. Maar nergens blijkt ondertussen de urgentie van het bekende motto. We weten het allemaal, de beleidsmakers spreken er over, maar vervolgens is schraalhans keukenmeester. De Amerikanen hebben daar een niets aan de verbeelding overlatende uitdrukking voor: 'Put your money where your mouth is'. Zolang dat niet gebeurt spreken we – vrij naar het boek van Heijne en Noten wat mij betreft over 'Fantoomsport'.

XL33OpenPodium-JW-tr-1Want in een land waar in de sport het domein is waar de meeste vrijwilligers actief zijn, komt hun inspanning onder druk te staan. Het is met één inkomen voor bijna niemand meer haalbaar om financieel aan de verplichtingen te voldoen en grote groepen mensen redden het inmiddels zelfs maar moeizaam als er door twee personen fulltime gewerkt wordt.

Dit heeft direct consequenties voor sportverenigingen. Want wie full time werkt, die heeft steeds minder tijd over om vrijwilligerswerk te verrichten. Natuurlijk ken ik de berichten van de Sander Schimmelpennincks in deze wereld die spreken over deeltijdprinsesjes en meer ‘fraaie’ typologieën gebruiken om aan te tonen dat wij in Nederland 'kampioen deeltijdwerken zijn'. Daarbij wordt gemakshalve vergeten dat de banen waar deze ‘prinsesjes’ deeltijd in werken vaak de zorg en het onderwijs zijn. En daar red je het met de huidige werkdruk eenvoudigweg niet meer om fulltime te werken. Verder wordt - met name de georganiseerde - sport geconfronteerd met steeds meer maatschappelijke ambities die vanuit het sociale domein bij hen worden ondergebracht. ‘Vertaald’ vanuit het landelijke sportakkoord. Partnerschappen in de wijk aangaan en nieuwe doelgroepen aan zich binden. Overal in het land zijn er initiatieven waarbij sportverenigingen hun maatschappelijke rol uitbreiden. Dit ontstaat door een idee en intrinsieke motivatie bij een bestuur of de leden. Maar niet zelden wordt dit gestuurd door de lokale overheid, de subsidieverstrekker. Het is aanhaken of afhaken. Dus verenigingen willen wel maar hierdoor zijn er direct minder vrijwilligers beschikbaar voor het ondersteunen van de primaire taak van club.

'We kunnen nu eenmaal niet alle problemen in het land oplossen', aldus onze premier

Noodkreten
En nu de energiekosten door het dak gaan moeten de vrijwilligers van de sportverenigingen ook op zoek naar oplossingen voor dit probleem. Immers, sportaccommodaties verlichten, schaatsijs maken, en water verwarmen vraagt nu eenmaal energie. Noodkreten van sportverenigingen worden gehoord maar beantwoord met de nietszeggende opmerking 'dat er gekeken wordt naar het vinden van een oplossing'. Wanneer die oplossing komt, en of die er überhaupt komt is nog maar de vraag. 'We kunnen nu eenmaal niet alle problemen in het land oplossen', aldus onze premier.

Twee jaar lang hebben de meeste sportverenigingen de meest creatieve oplossingen bedacht om hun leden er tijdens de coronacrisis bij te houden. Hoeveel inzet en creativiteit mag je nog meer verwachten van deze vrijwilligers? 

XL33OpenPodium-JW-tr-1In een column van 24 september in Trouw schrijft John Graat een alinea waar wat mij betreft alles in een paar zinnen haarfijn wordt geduid. 'Het langzaam dichtslibben van het land wordt geaccepteerd als een natuurverschijnsel waar niet tegen te vechten valt. Ja, op papier streeft het kabinet ernaar dat het aantal mensen dat de beweegnorm haalt – nu 53 procent – stijgt naar 75 procent in 2040. Maar hóe dan? Een aanvalsplan is er niet. Ook deze rekening – lees: nóg hogere zorgkosten – schuift door naar de toekomst. Waar blijft het noodfonds, om al die 23.000 laagdrempelige verenigingen overeind te houden en te zorgen dat sporten financieel toegankelijk blijft?'

Toegevoegde waarde
Liefhebbers van de marktwerking zullen zeggen dat verenigingen moeten professionaliseren. Misschien zelfs wel een commerciële organisatie moeten worden. En in mijn achterhoofd weerklinken dan de zinnen van Marcel Levi (Het Parool 17 september 2022): 'Heeft privatisering ooit geleid tot een beter product of een lagere prijs?'. De vraag is retorisch en het antwoord al duidelijk. En ‘de markt’ is eenvoudigweg geen gelijk speelveld. Want een sportvereniging kent een veel grotere infrastructuur (competitie, spelregels, scheidsrechters, opleidingen, evenementen) dan élke individuele beweegaanbieder. Volg Loek Jorritsma op Twitter en u snapt direct de toegevoegde waarde van de sportclubs. Bovendien, als er binnen gezinnen bezuinigd moet worden is sport en cultuur als eerste aan de beurt, zo vertelde Monique Maks, directeur van het Jeugdfonds Sport & Cultuur, onlangs op NPO Radio 1.

Ook ik hoor in mijn nevenwerkzaamheden met regelmaat van overheden: 'wij hebben hier geen geld voor, het moet uit de markt komen'. De realiteit is dat diezelfde markt, lees commerciële bedrijven, zich wat sport betreft weinig gelegen laten en moeizaam centen vrij maken als er geen duidelijke commerciële tegenprestatie is. Logisch, want voor maatschappelijke geëngageerdheid is een bedrijf feitelijk niet opgericht, net zo goed als een sportorganisator - zoals een vereniging of een not for profit evenementenorganisator – a priori niet is opgericht om marktdenken als pijler van haar bestaan te hebben.

"Het budget verkleinen en de ambities vergroten is wensdenken"

Ik mag graag een beetje mopperen maar ben wel een positief mens. Maar de huidige situatie stemt niet vrolijk. In de sport ontwikkelt zich een vooralsnog onzichtbare crisis. Langzaam komen we in een perfect storm die tot een ongekende beweegcrisis leidt. Sport moet wijken voor bouw, sport ziet vrijwilligers verdwijnen door onder andere de vierentwintiguurseconomie en inkomenspolitiek , sport betaalt – ondanks hun maatschappelijke bijdrage – gewoon mee aan de energiecrisis, sport is steeds vaker een verzamelplek voor (lokale) maatschappelijke ambities en de sportinfrastructuur wordt als markt gezien.

Sport als publieke voorziening
Gegeven bovenstaande kan het niet anders dan achteruitgang opleveren en blijft 'voorkomen is nu eenmaal beter dan genezen' een mooi zinnetje in de troonrede dat de aanstormende bittere realiteit maskeert. De sport heeft een radicale verandering nodig. Het is tijd dat het advies dat de Sportraad in 2020 uitbracht opgevolgd wordt; sport dient door onze regering eindelijk beschouwd te worden als een publieke voorziening inclusief de taken en verantwoordelijkheden die dit met zich meebrengt. Alleen dan komt er een structurele financiële geldstroom op gang.

Laat ik nog aantekenen dat er al een behoorlijk bedrag uit de rijksbegroting naar sport gaat. Maar het budget verkleinen en de ambities vergroten is wensdenken. Daarmee creëer je in een op vrijwilligerswerk gestoelde sportinfrastructuur niets minder dan fantoomsport.

Jeroen Weijermars is met Zjerom ondernemer in sportmanagement en sportmarketing. Daarnaast is hij als docent verbonden aan de opleiding Sportkunde van de Haagse Hogeschool en geeft les op het gebied van sportmanagement, -marketing en -beleid. Sinds 2021 is hij bij ‘de Haagse’ als onderzoeker betrokken bij het Lectoraat Impact of sport. In zijn vrije tijd vervult hij al ruim 35 jaar verschillende bestuursfuncties. Momenteel onder andere als aanjager van de Stichting Sport in Beeld. Een organisatie die zich bezighoudt met het organiseren van lokale breedte sportevenementen. Tot slot is hij co-auteur van het studieboek 'Het sportbeleid voor het HBO'. Voor meer informatie: jeroen.weijermars@zjerom.nl, Twitter, LinkedIn, of www.stichtingsportinbeeld.nl

« terug

Reacties: 1

Bart de Koning
20-10-2022

Ik heb deze column met veel plezier gelezen.

Onderweg naar een 'perfect storm'.

Onze sportinfrastructuur bungelt aan een dun draadje. We zijn zo trots en we wrijven in onze handen met die prachtige wijze van het organiseren van de sport in Nederland. Maar als we een beetje verder inzoomen dan schrikt men zich rot.

De plekken waar het nog echt lukt om die sportvereniging te zijn waar we, echt verbonden met elkaar, genieten van kwalitatief goed sportaanbod voor een bescheiden contributie die voor iedereen betaalbaar is en waar de energie is om met elkaar vol voor het cluppie te gaan.. Dat worden er minder.

Ik zou iedereen die dat nooit doet, maar zich wel met sport(beleid) bezighoudt, adviseren om eens bij 5 willekeurige sportverenigingen binnen te stappen en de persoon achter de bar of die met die tas met ballen over zijn schouder, eens te vragen hoe het gaat met de club, wat de grote uitdagingen zijn en hoe het perspectief voor de komende 10 jaar eruit ziet.

Waarschijnlijke antwoorden:

- Groot vrijwilligers tekort, zeker als de 65+ers straks echt af gaan haken

- Geen betrokkenheid, consumentengedrag, niet meer zo gezellig als vroeger toen we altijd.... #weetjenog

- Contributie moet jaarlijks met 5% omhoog want de kosten lopen op

- De accommodatie is niet exploitabel

- Ledenaantal loopt terug

- Vacatures en hoog verloop aan de bestuurstafel

Tijd voor een Deltaplan Sportaanbod in de toekomst?

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst