door: Jan de Leeuw
Vanaf volgend jaar kunnen de Nederlandse fans Max Verstappen niet meer volgen op Ziggo Sport. De rechten zijn verkocht aan een Zweeds bedrijf. Niet uitgesloten is dat er flink betaald zal moeten worden voor een abonnement. Voor veel mensen is dat geen enkel probleem. Maar er zijn ook fans met een kleine portemonnee. In Nederland maakt iets meer dan zes procent van de bevolking deel uit van een huishouden met een inkomen onder de lage-inkomensgrens (CBS 2021). Dat is iets meer dan 1 miljoen mensen in Nederland. Daar zitten ook hardcore Max Verstappen-fans onder. Allerlei sportmediaontwikkelingen leiden ertoe dat de toegankelijkheid van sport op tv en online onder druk kan komen te staan. We laten dat zien in deze column. Ook geven we aan hoe de media-toegankelijkheid versterkt kan worden.
Max Verstappen is in een hardnekkige strijd verwikkeld met Louis Hamilton om het kampioenschap van 2021 in de prestigieuze Formule 1. Elke wedstrijd is voor de Nederlandse fan van Verstappen te volgen op televisie, bij Ziggo Sport. Maar dat gaat veranderen. Vanaf maart 2022 gaan de rechten over naar een Zweeds mediabedrijf: de Nordic Entertainment Group (NENT Group).
Dit Zweedse bedrijf bezit al de F1-uitzendrechten van andere landen, waaronder Noorwegen en Finland. De NENT Group zal de autoraces uitzenden via de streamingdienst Viaplay. Zoals het er nu naar uit ziet zal het format vergelijkbaar zijn met dat van Ziggo Sport afgelopen jaren: de vrije trainingen, voorbeschouwingen, de race zelf en de analyses achteraf. Zes races, waaronder de Grote Prijs van Nederland, zullen gratis zijn, de rest zal waarschijnlijk aangeboden worden in abonnementsvorm. Wat de prijs zal zijn van een abonnement is nog niet bekend.
Techreuzen en sportcontent
Recent werd ook bekend dat Amazon de uitzendrechten verwerft van de hoogste voetbalklasse in Frankrijk, de Ligue 1. Eerder haalde de digitale winkelreus - samen met Sky Sports, BT Sport en BBC Sport - de rechten van de Engelse Premier League binnen voor een bedrag van vijf miljard euro. Ook andere grote techbedrijven, waaronder Twitter en Facebook, hebben de beschikking (gehad) over rechtenpakketten van live wedstrijden uit de NBA en NFL (Foolen en Marechal 2021). Al in 2016 konden twee miljoen Amerikanen de NFL-wedstrijd tussen New York Jets en Buffalo Bills live via Twitter bekijken.
"Een andere ontwikkeling is dat sportorganisaties zélf sportcontent gaan produceren en media houses worden"
Techgiganten, zoals Facebook, Twitter, Apple en Amazon, zoeken naar content om gebruikers te binden, data te verzamelen en advertentieruimte te exploiteren (De Leeuw, 2020). Voor deze bedrijven zijn er weinig vormen van content die interessanter zijn dan sport. Er is een grote doelgroep voor en dat maakt dat er enorme exploitatiemogelijkheden zijn.
Sportorganisaties: media houses
Een andere ontwikkeling is dat sportorganisaties zélf sportcontent gaan produceren en als het ware media houses worden (Foolen en Marechal 2021). Zo heeft de National Football League (NFL) een eigen mediakanaal, waarop verschillende programma’s worden aangeboden met nieuws over de clubs, reportages over de dagelijkse trainingen, aankondigingen van transfers, voor- en nabesprekingen van wedstrijden. Denkbaar is dat in de toekomst door een dergelijke sportorganisatie zélf een deel of alle competitiewedstrijden worden uitgezonden.
Uiteraard zal ook daarvoor een prijs moeten worden betaald door de fans. In Amerika, dat hierin vooroploopt, wordt de Super Bowl al via de onlinekanalen van de NFL aangeboden. Ook een aan de Major League Baseball (MLB) gelieerde mediaorganisatie (MLB.tv) zendt de honkballeague-wedstrijden uit. Dit levert de MLB jaarlijks honderden miljoen dollars op.
Toegankelijkheid passieve sportbeoefening
Er zijn veel positieve kanten aan deze ontwikkelingen in de wereld van sport en media. Sportmediarechten zijn miljarden waard en die komen voor een belangrijk deel ten goede aan sportorganisaties. Voor de fan is het meer dan ooit mogelijk om zijn eigen sportteam of sportheld te volgen, dag en nacht. Via eigen kanalen van een sportteam, de klassieke sportmedia, maar ook via digitale sportmedia, waar ook de grote techreuzen toe behoren.
Er zijn ook problematische kanten aan deze ontwikkeling, vooral wat betreft toegankelijkheid. Fans moeten veel geld betalen om een voetbalwedstrijd live mee te maken (zoals in Engeland), maar er moet ook steeds meer worden betaald om een sportwedstrijd op tv of online live te zien. Er is ook sprake van versnippering van sportmedia-aanbod. Een echte sportfanaat, die graag Eredivisie, Premier League en Formule 1 wil zien, moet meerdere abonnementen afsluiten. Dit is vooral een probleem voor fans met een kleine beurs. De (media)toegankelijkheid van sport voor delen van de bevolking is in het geding.
"De concentratie van macht bij een beperkt aantal grote techbedrijven zou kunnen leiden tot een ‘digitale dictatuur’"
Een ander punt betreft de ontwikkeling dat de techreuzen sportmediarechten opkopen en gaan vermarkten. Deze bedrijven worden steeds machtiger in de maatschappij (De Leeuw 2020). Facebook, Google, Amazon en Apple zijn bijna-monopolisten. Ze hebben weinig serieuze concurrentie en mede daardoor een enorme marktmacht. Dat stelt ze in staat prijzen op te drijven. Zo heeft Facebook 2,6 miljard gebruikers. Het bedrijf beschikt over een gigantisch datamacht. De concentratie van macht bij een beperkt aantal grote techbedrijven zou kunnen leiden tot een ‘digitale dictatuur’ (Harari 2017). De toekomst van de democratie, in brede zin, staat ermee op het spel.
Beleid om toegankelijkheid van sport te versterken
Op welke manier kan het recht van burgers op passieve sportbeoefening meer worden geborgd? Interessant is dat we in de Europese Unie en Nederland daar al enkele decennia wetgeving voor hebben. Het betreft mediawetgeving die een deel van de passieve sportbeoefening als publieke zaak definieert en reguleert. Concreet hebben we het over artikel 5 van de Mediawet: ‘Evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving en evenementen van groot belang’. Volgens deze wetgeving zijn er (sport)evenementen, die in het geval ze worden verspreid als een televisieprogramma, in ieder geval moeten worden verspreid op een open televisieprogrammakanaal.
Criteria voor dit soort evenementen zijn onder andere ‘bijzondere culturele betekenis’ en ‘van algemeen belang voor de Nederlandse samenleving’. Voorbeelden van evenementen die nu op de lijst staan, zijn de Nederlandse Eredivisie, EK en WK Voetbal, Olympische Spelen, Wimbledon, WK Schaatsen en de Koninklijke Friesche Elfstedentocht. De lijst van evenementen wordt bij Algemene Maatregel van Bestuur door de regering vastgesteld.
Deze mediawetgeving heeft er voor gezorgd dat een breed samenvattingenprogramma van de Eredivisie bij de publieke omroep bleef afgelopen decennia. Ook mensen met een laag inkomen en weinig vermogen konden (en kunnen) daardoor het Eredivisievoetbal op televisie zien. Artikel 5 in de Nederlandse Mediawet is een uitwerking van Europese regelgeving. Zo is in de Europese beleidsstukken (1999) het volgende te lezen: 'Exclusieve uitzendrechten voor dergelijke evenementen mogen niet op een zodanige wijze worden uitgeoefend dat een belangrijk deel van het publiek verhinderd is deze via rechtstreekse of uitgestelde verslaggeving op de kosteloze televisie te volgen.'
"Artikel 5 van de Mediawet en de lijst van ‘beschermde’ evenementen maken wel duidelijk dat de overheid een publieke taak heeft (en kan hebben) waar het gaat om toegankelijkheid van mediasport voor burgers"
Ideeën voor nieuw beleid
Wat heeft de fan van Max Verstappen aan de huidige Nederlandse mediawet? Niet veel, immers de autosport vindt men niet op lijst van ‘beschermde’ evenementen. Hoewel al in 1999 - toen de basis werd gelegd voor de huidige lijst - gesproken werd over de Formule 1 en darts als evenementen die in de loop der jaren van aanzienlijk belang voor de Nederlandse samenleving zouden kunnen worden. Maar artikel 5 van de Mediawet en de lijst van ‘beschermde’ evenementen maken wel duidelijk dat de overheid een publieke taak heeft (en kan hebben) waar het gaat om toegankelijkheid van mediasport voor burgers. Die taak kan uitgebreid worden en ruimer gedefinieerd worden. Dat is uiteindelijk een politieke keuze.
Ook een politieke kwestie is het versterken en strakker toepassen van mededingingswetgeving. Dat zou meer gelegenheid bieden om de macht van de grote techbedrijven te breken. Op die manier kan ervoor worden gezorgd dat het aantal aanbieders toeneemt. Meer concurrentie voorkomt prijsopdrijving voor sportmediadiensten. Het maakt mogelijk dat meer mensen met een kleine beurs van online sportwedstrijden kunnen genieten.
Politiek is ook de verkleining van inkomens- en vóóral vermogensverschillen in de samenleving. Dat zou eveneens kunnen helpen omdat de ‘koopkracht’ van groepen met weinig financiële middelen ermee wordt versterkt.
Tot slot
In 2020 bracht de Nederlandse Sportraad een advies uit aan de regering over het toekomstig sportbeleid. Kern hiervan was actieve sportbeoefening als publieke voorziening te zien met een expliciete verantwoordelijkheid voor de overheid. De Sportraad doet als aanbeveling een sportwet te ontwikkelen. Aanleiding voor dit advies is de constatering dat er een pandemie van bewegingsarmoede is in Nederland, met als gevolg overgewicht en diverse ziektes. De helft van de Nederlandse bevolking beweegt onvoldoende. Specifieke groepen zoals jongeren, ouderen en mensen met lage inkomens en weinig opleiding worden niet bereikt door het huidige sportaanbodstelsel. Het recht op bewegen en actieve sportbeoefening wordt in onze samenleving niet voldoende gefaciliteerd. Hoe zit dat met het recht op passieve sportbeoefening? Zoals het recht om een sportwedstrijd live mee te maken in een stadion, of live op tv of online te kunnen zien? Dat vraagstuk is actueel geworden door de rechtenkwestie met de Formule 1, maar ook met het initiatief om te komen tot een Super League in het voetbal. Ook daar zouden onvermijdelijk specifieke verdienmodellen aangehangen worden die voor minvermogenden niet altijd goed zouden kunnen uitpakken.
Zou het iets zijn als de Nederlandse Sportraad ook een advies ontwikkelt en uitbrengt over passieve sportbeoefening? Daarin zou een analyse gemaakt kunnen worden van de ontwikkelingen op dat gebied en geadviseerd kunnen worden voor borging van toegankelijkheid van passieve sportbeoefening.
Met dank aan: René Foolen, Jacinta Kannekens, Loek Jorritsma en Hugo Wolterink.
Verder lezen
- Armoederisico bevolking in 2019 een fractie lager, www.cbs.nl, 2 december 2020.
- Mediawet 2008, Hoofdstuk 5. Evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving en evenementen van groot belang, 23 juni 2021.
- Besluit inzake de uitoefening van televisierechten die betrekking hebben op evenementen vanaanzienlijk belang voor de samenleving, 23 juni 2021.
- R. Foolen en R. Marechal (2021), Sport & Media. De (r)evolutie van winnende content, Arko Sports Media, Nieuwgein.
- Y. Harari (2017), Homo Deus, een kleine geschiedenis van de toekomst, Thomas Rap, Amsterdam.
- J. Hartman (2021), Officieel: NENT verkrijgt Formule 1-uitzendrechten in Nederland, 20 mei.
- J. de Leeuw (2020), De toekomst van de sportwereld: sportmarketing (deel 4), 18 augustus.
- K. van Haver (2021), Amazon zet Canal+ buitenspel voor Franse voetbalrechten, 1 juni.
- Nederlandse Sportraad (2020), De opstelling op het speelveld. Naar een sterke sportbranche voor een vitale samenleving, 22 juni 2021.
Jan de Leeuw is opleider, auteur en adviseur. Hij is auteur van De Sportwereld voor het hbo, Het sportbeleid voor het hbo (beiden Arko Sports Media) en Sportbusiness en ethiek (Damon).