Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

Storytelling als krachtbron voor de hardloper 1 oktober 2019

door: Hans Koeleman

Er was eens een hardloper die... Het begin van een sprookje, een sage, feit, een verzinsel? Het maakt niet uit wat de vorm is want de kracht van elk verhaal kan veel verder gaan dan wij soms willen geloven. Vergeet niet, er zijn twee bronnen die de loper harder of verder doen lopen: wetenschap en inspiratie. Maar zijn wij in deze door cijfers en feiten, apps en wetenschappelijke testen overbevolkte tijd niet teveel afhankelijk geworden van de rationele componenten van trainen en hebben we het vertrouwen verloren - als we dit al hadden - in het verhaal als noodzakelijke brandstof? 

Bob Boverman, door velen als een van de betere hardlooptrainers van ons land beschouwd, zei eens dat er twee krachtbronnen zijn die een loper harder of langer doen lopen: een rationele, wetenschappelijke, cijfermatige bron en een irrationele, emotionele en inspirerende. 

"Het verhaal, gebracht op het juiste moment, met de juiste mix van feiten en verzinsels, kan een beginneling in korte tijd tot een langeafstandsloper doen veranderen"

Het eerste leren we in de zeer degelijke hardloop- en atletiektrainerscursussen en ook online is veel wetenschappelijke informatie te vinden die mensen harder of langer , of beter, doen lopen. Het tweede, het verhaal, gebracht op het juiste moment, met de juiste mix van feiten en verzinsels, met als enig doel de ogen van de loper groter te doen worden, het hart sneller te laten slaan en een droom te laten ontstaan die de loper tot ver na middernacht wakker doet houden, dit verhaal is minder evident aanwezig. En toch is het ook dit laatste dat van een middelmatig loper een grote kan maken, dat een beginneling in korte tijd tot een langeafstandsloper kan doen veranderen. 

Een inspirerend verhaal als filmscript
Een verhaal: woord en beeld, een metafoor, een anekdote, een inspirerend verhaal als een filmscript gebracht waar de loper simpelweg in wil acteren. Omdat het verhaal nieuwsgierigheid en verlangen gecreëerd heeft. En die twee zaken kunnen mensen over water doen lopen. Het verhaal als sportpsycholoog.

XL33OpenPodium-HK-1Er was eens een hardloper, ver voorbij de zestig, die, geïnspireerd door een verhaal over een stel andere lopers die zonder enig kunstlicht ver voor het ochtendgloren vier uur lang door een maanbeschenen duinenlandschap gerend hadden, tot zichzelf zei: ‘dit wil ik ook doen, lang rennen in het donker over duin en strand met een stel kameraden en terugkomen net voor de zon opkomt.’ Vooral de woorden over een duinpannetje van wit zand, dat op sneeuw leek, terwijl het mei was, en waarvan de korrels in het maanlicht leken te dansen, die hadden hem getroffen. 

"De man ging mee, nam na drie uur kordaat de kop over van het groepje van twaalf, voerde het tempo op, en rende 32 kilometer. Drie keer zo veel als ooit tevoren"

‘Mag ik ook mee de volgende keer?’
De man had nog nooit verder dan een uur gerend en een tocht van vier uur, zo werd hem verteld door een begeleider van de club, daar moet je toch zeker een half jaar voor trainen. Schema’s, kilometers maken, en zo. De man zei tegen de verhalenverteller: ‘mag ik ook mee de volgende keer?’ 

XL33OpenPodium-HK-2De volgende keer bleek twee weken later te zijn. De man ging mee, nam na drie uur kordaat de kop over van het groepje van twaalf, voerde het tempo op, en rende 32 kilometer. Drie keer zo veel als ooit tevoren. De dagen erna zweefde hij nog steeds door het leven. De plek, het tijdsstip, de maan, de sterren, de hele entourage, hadden hem zo geïnspireerd dat de eerste twee uren voorbijvlogen. De rest was één grote ontdekkingstocht naar onvermoede oerkrachten die kennelijk altijd al aanwezig waren. De mens is uiteindelijk een geboren hardloper. De mens heeft soms alleen een zetje nodig. 

Er was geen verhaal...
Er was ook eens een jongen, tien jaar oud en voetballertje, die op atletiek wilde. Naar de club even verderop. Na een uur: ‘dit is niks, net gym, kon weinig, hoogspringen, stom, hoe doe je dat, helemaal niet leuk.’ Hij moest hinkstapspringen, met een plastic speer gooien, een bal werpen, in de rij staan bij hoogspringen en uiteindelijk een estafette met tien anderen doen. 

Er was geen verhaal. 

"De Kenianen komen er aan, maar Keesie de Vries blijft voorop lopen. Niet te ge-lo-ven"

Hij werd niet geïnspireerd, er werden geen dromen gebouwd die avond. Wat beter was geweest: een grote stoere man of vrouw met een groot pistool die hem in een startblok had gezet, afgeschoten had, en een ander groot iemand met een reuze stopwatch ergens verderop die hem verteld had dat hij, allemachtig zeg, het record net gemist had. Maar dat hij, schouderklopjes ontvangend, met trainen best wel ver zou kunnen komen. Dan was deze jongen zeker teruggekomen. Nu niet. 

De kracht van een verhaal
Een verhaal. Een droom. Een droom die zo echt is dat de loper tijdens zijn trainingen de stem van atletiekverslaggever Leon Haan in gedachte kan horen: ‘de laatste ronde, de Kenianen komen er aan, maar Keesie de Vries blijft voorop lopen. Niet te ge-lo-ven.’ 

En het verhaal werkt niet alleen om beginnende lopers de eerste stappen te doen zetten in een nieuwe, nooit voor mogelijk gehouden, wereld. Het werkt ook voor toegewijde en ervaren mensen. 

XL33OpenPodium-HK-3Er is bij mijn weten nooit wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de kracht die verhalen kan geven aan een loper. Maar, net als in het onderwijs of bedrijfsleven waar de student of werknemer beter gemotiveerd is iets te leren of doen als het hoe en waarom van bepaalde materie duidelijk is gemaakt, zo zal de loper met meer begrip en toewijding tien keer de heuvel oprennen als de avond ervoor verteld is over de zandheuvels van Merthyr Mawr, de steile monsters van Portsea, de eindeloze repeats in mul zand van Pekka Vasala en de plek van de heuveltraining in de periodisering van Arthur Lydiard. 

Een verhaal over Waiatarua, de soul-searching long run van de Nieuw-Zeelanders, heeft, ik heb het gezien, vele lopers doen smachten naar de komende zondag wanneer ook zij in de voetsporen van de helden konden treden. 

In de voetsporen van Emil Zatopek
De simpele intervaltraining krijgt betekenis als verteld wordt over Mihaly Igloi en vooral de Amerikanen die in de klokkentoren waren geklommen, met verrekijker en stopwatch in de hand, om de tijden van de pupillen van de Hongaarse trainer te noteren. Tempo’s worden heldendaden in de voetsporen van Emil Zatopek, die vijftig keer 400 meter liep op een ochtend, of Haile Gebrselassie of Alberto Salazar, die als hij de tel kwijtraakte er altijd vijf extra deed. 

Elementen van de wedstrijdvoorbereiding krijgen betekenis als verteld wordt van het trainingskamp in de Algarve van Ellen van Langen, en wat ze wel en vooral niet deed die laatste week voor Barcelona in 1992. De kunst van het pieken wordt duidelijk als verteld wordt van de 20 keer 400 meter in 60 seconden met een minuut pauze van Peter Snell, een week voor zijn triomfantelijke olympische finale 1500 in 1964, een training die hij net nodig had. Als verteld wordt van de Amerikaan Tom O’Hara die deze training aanschouwd had, in paniek hetzelfde ging doen en zich in de uiteindelijke race totaal opblies. Omdat het voor hem net te veel was. 

"Verhalen: ze blijven hangen, ze worden doorverteld, ze inspireren tot actie. Een trainer die dit ambacht beheerst, die hoeft de loper alleen maar af te remmen"

Ik heb lopers gezien, wereldtoppers, die ver in de avond naar buiten wilden, de atletiekbaan op, nadat de Duitse bondstrainer Lothar Hirsch zijn verhaal had beëindigd over de Finse officials die met vijftigduizend Finnen op de tribune op 14 augustus 1971 de tegenstanders van Juha Väätäinen mentaal murw gemaakt hadden. 

XL33OpenPodium-HK-4Bob Boverman liet zijn pupillen verhalen lezen
Verhalen: ze blijven hangen, ze worden doorverteld, ze inspireren tot actie. Een trainer die dit ambacht beheerst, die hoeft de loper alleen maar af te remmen. De wetenschap bevestigt vervolgens iets wat de trainer natuurlijk al lang wist. 

Maar hoeveel van deze zijn er in de Nederlandse atletiek, de sport van verhalen, van legendes, van onmogelijke triomfen? Hoeveel zijn er die, als Bob Boverman, de pupillen verhalen te lezen gaven, boekjes met anekdotes vol heldendichten? 

Zijn er zo weinig grote midden- en langeafstandlopers in ons land omdat we misschien teveel nadruk op de wetenschap leggen, te weinig op de emotie en inspiratie? Dit is een interessant vraagstuk. Voer voor discussie.

Wat ik wel weet is dat er daadwerkelijk twee krachtbronnen zijn die de mens sneller en langer kan doen lopen. En laten we die niet-wetenschappelijke niet vergeten, laten we de aloude kunst van verhalen vertellen weer eens terughalen, oppoetsen, een modern jasje geven en mensen dromen doen bouwen. 

Hans Koeleman is een tweevoudig olympiër (1984 en 1988) en voormalig brand manager bij Nike Europe. Hij adviseert bedrijven en organisaties, binnen en buiten de sport, over het nut van storytelling - van corporate identity, corporate history en rituelen, tot productontwikkeling en employee engagement. Hans Koeleman studeerde geschiedenis aan de Clemson University en de University of Southern California. Hij is schrijver van twee autobiografische romans – Het blauwe uur en Olympiers. Samen met psychiater Bram Bakker heeft hij een theatershow – 'Wat de hardloper beweegt' – waar hij mee door het land trekt. Op 13 december spreekt Hans Koeleman op het Hardloopcongres over het onderwerp van deze column. 

« terug

Reacties: 3

Sandra Meeuwsen
01-10-2019

Mooi pleidooi Hans! Mijn eerste (en enige) marathon liep ik ooit in Parijs, in 1982. Ik kon toen nog maar net een uurtje goed doorlopen. Gedreven door de verhalen van toen, Moskou 1980, de brutale zilveren medaille van Gerard Nijboer, de gloriejaren van sfinx Elly van Hulst, maar zeker ook de verhalen van de helden uit de jaren '70.... Ik nam me voor 4 u door Parijs te gaan lopen en finishte in 3.59 u.

Arjen de Ruyter
01-10-2019

Hi Hans,

Dat 10 jarige jongetje is mijn zoon die geen zin had in technische nummers bij een atletiekvereniging. Op 7 jarige leeftijd liep hij 7km en als 10 jarige liep hij de 10km in 50 minuten, Nu heeft hij definitief voor voetbal heeft gekozen. De stem van Leon Haan is de stem van Theo Reitsma. Rond 1996 liepen jij en ik in de Heizel een 400 meter waarbij jij Theo Reitsma immiteerde door commentaar te geven tijdens onze 400 mtr. Door mij tactisch naar de buitenkant te duwen finishten we in baan 6.

Airjen

Conno du Fossé
02-10-2019

in de jaren zeventig was ik ruim 2 jaar opgenomen in het Provinciaal Ziekenhuis in Santpoort en op een nare manier met ontslag gegaan. Vrij snel daarna sloot ik mij aan bij een grote loopgroep, die op woensdagavond haar trainingsparcours mede rond het terrein van de inrichting had liggen. Elke training daar volgde ik geinspireerd en ik was vaak niet bij te houden. 

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst