door: Maarten Vrolijk
De Nederlandse voetbalvrouwen hebben zich reeds geplaatst voor de Olympische Spelen 2020. Tot voor kort verboden IOC-regels dat tijdens de Spelen door een bedrijf reclame werd gemaakt met de naam of het portret van een sporter. Naar aanleiding van een rechtszaak in Duitsland lijkt het IOC deze regels te versoepelen. Wat zijn nu de mogelijkheden?
Volgens de huidige regels van IOC is een deelnemer aan de Olympische Spelen gebonden aan en dient te voldoen aan de bepalingen in het Olympic Charter (art. 40 Olympic Charter). Art. 40.3. Olympic Charter bepaalt vervolgens dat:
'Except as permitted by the IOC Executive Board, no competitor who participates in the Olympic Games may allow their person, name, picture or sports performance to be used for advertising purposes during the Olympic Games'
Sporters kunnen via sponsoring geen geld verdienen tijdens één van de sportieve hoogtepunten van hun carrière
Vanuit het perspectief van het IOC is deze bepaling begrijpelijk. Bedrijven kunnen zich als gevolg van het verbod slechts (onder meer) als Olympic Partner van het IOC (waaronder Coca Cola, Samsung, Omega, ATOS, VISA) verzekeren van de grote media-aandacht voor de Spelen. Deze bedrijven betalen daar voor een periode van vier jaar naar wordt geschat $ 100 miljoen voor. Het verbod op individuele reclame is echter niet in het voordeel van afzonderlijke sporters. Zij kunnen immers via sponsoring geen geld verdienen tijdens één van de sportieve hoogtepunten van hun carrière.
Het IOC rechtvaardigt het verbod door te wijzen op het feit dat 90% van de gelden verdiend met de Olympische Spelen (waarvan de sponsorbijdragen via The Olympic Partner programme 18% uitmaken) ten goede komen aan de kosten voor de organiserende stad van de Spelen, nationale olympische comités , atleten en wereldwijde sportontwikkeling. De totale inkomsten van het IOC bedroegen in de periode 2013-2016 volgens het IOC $ 5,7 miljard.
De Duitse rechtszaak
Het reclameverbod was voor een belangenvereniging van een groot aantal Duitse atleten aanleiding te klagen bij het Duitse Bundeskartellamt (Mededingingsautoriteit). IOC en het Deutsche Olympischer Sportbund (DOSB, het Duitse olympische comité) zouden misbruik maken van hun machtspositie op de (nationale en internationale) markt voor sportsponsoring en de concurrentie op die markt daardoor ontoelaatbaar verstoren (art. 102 Europees verdrag betreffende de werking van de EU). Sporters kunnen bestaande sponsorverplichtingen tijdens de Spelen immers niet uitvoeren en evenmin nieuwe contracten afsluiten voor de Spelen. (Potentiële) sponsors zien de mogelijkheid tot individuele sponsoring uitgesloten en kunnen slechts als (dure) Olympic Partner optreden tijdens de Spelen.
Na onderzoek sloot het Bundeskartellamt schending van het mededingingsrecht (doel: bescherming vrije en ongestoorde concurrentie) niet uit. In het daaropvolgende overleg tussen Bundeskartellamt en DOSB stelde de DOSB een regeling op, die onder voorwaarden sponsoring tijdens de Spelen (vanaf negen dagen vóór de opening tot en met drie dagen na sluiting) mogelijk maakt. Het IOC ging accoord met de regeling. Het Bundeskartellamt verklaarde op 26 februari 2019 dat de regeling overeenstemde met het mededingingsrecht.
De nieuwe regeling geldt voor reeds lopende én eerst tijdens de Spelen gesloten sponsorcontracten
Nieuwe Duitse Regeling
Wat is nu mogelijk ? Kortgezegd:
- reclameactiviteiten die zich tot Duitsland beperken en in de Duitse taal zijn;
- reclameactiviteiten in de Engelse taal, indien de reclame plaatsvindt in Duitse media, of op een domein met '.de' of door tekst of foto’s duidelijk is gericht op Duitsland als land;
- er is geen voorafgaande toestemming nodig van DOSB voor individuele sponsoring;
- de regeling geldt voor reeds lopende én eerst tijdens de Spelen gesloten sponsorcontracten;
- niet toegestaan: reclame-uitingen met olympische afbeeldingen (bijvoorbeeld de vijf ringen), beschrijvingen (zoals Olympia, olympisch), plaats en jaartal spelen (bijvoorbeeld Tokio 2020) en bijvoorbeeld 'Team Deutschland' en 'Team Germany'. Wel toegestaan: overige aanduidingen, zoals 'Zomer-en Winterspelen', 'medaille'; 'goud', 'zilver', 'brons';
- wel mogen beelden (geen video’s) en foto’s (ook door sporters verkregen van persbureaus) van sporters tijdens wedstrijden en trainingen, maar zonder afbeelding van de onder 5. uitgesloten symbolen en aanduidingen;
- ook mogen beelden en foto’s van sporters buiten wedstrijden (in bijvoorbeeld Olympisch Dorp en Huis), maar dan slechts in (neutrale) kleding zonder naam en logo van de sponsor;
- social media: in domeinnamen en hashtags mogen de onder 5. gebruikte aanduidingen niet worden gebruikt. Dat geldt eveneens voor berichten op social media.
Discussies tussen Nederlandse sporters en hun sponsors enerzijds en NOC*NSF anderzijds over de vraag of individuele sponsoring is toegestaan, zijn niet uitgesloten
Consequenties voor Nederlandse sporters
De consequenties van de uitspraak en de nieuwe Duitse regeling zijn in mijn visie niet beperkt tot Duitsland. Het IOC heeft immers ingestemd met de nieuwe regeling in Duitsland. Ten aanzien van andere landen door het IOC vasthouden aan het verbod zou leiden tot een merkwaardig soort ongelijke behandeling en vele rechtszaken van atleten in de andere landen. Het IOC heeft inmiddels dan ook aangegeven Rule 40.3 in die zin te willen wijzigen dat individuele sponsoring mogelijk is, mits in overeenstemming met nieuwe IOC-richtlijnen. Nationale olympische comités zullen dan verantwoordelijk zijn voor de toepassing daarvan in hun land. Discussies tussen Nederlandse sporters en hun sponsors enerzijds en NOC*NSF anderzijds over de vraag of individuele sponsoring vervolgens is toegestaan, zijn niet uitgesloten.
Mr. Maarten Vrolijk is jurist gespecialiseerd in (internationaal) sportrecht. Hij voert procedures voor sporters voor het Zwitsers Hooggerechtshof en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens over onder meer doping. Daarnaast is hij schrijver van diverse boeken over sportrecht ('Rechters als scheidsrechters', uitgegeven door uitgeverij Celsus) en publiceerde artikelen over staatssteun aan profclubs en doping. Tenslotte is hij lid van tuchtcommissies van diverse sportbonden en voert voor sportverenigingen procedures over belastingen van gemeenten en waterschappen. Voor meer informatie: Juridisch Adviesbureau Local Tax, info@bespaarbelasting.com