door: Titeke Postma
Onlangs vroeg ik kinderen leuke en minder leuke herinneringen te delen over zwemles. Eén van de reacties die ik ontving: ‘Alleen maar gehuild… pappa ruzie met de zwemjuf en de les uitgehaald. Pas bij schoolzwemmen weer met de zwemles begonnen.’
Schoolzwemmen was vroeger heel gewoon. Dáár leerde je zwemmen. Vandaag de dag is dat totaal niet meer vanzelfsprekend. Het aanbod van schoolzwemmen is enorm gedaald. In 1991 bood nog 90 procent van de scholen schoolzwemmen aan, in 2013 is dat nog maar 34 procent (Mulier Instituut, 2017).
De terugloop van schoolzwemmen is eigenlijk heel logisch. In ons waterrijke land nemen veel ouders de verantwoordelijkheid om hun kind te leren zwemmen
Landelijke plan van aanpak
De roep om schoolzwemmen blijft echter bestaan. In de Tweede Kamer gaan steeds meer stemmen richting ministers om een landelijk plan van aanpak voor zwemveiligheid te maken en daarbij te overwegen om schoolzwemmen opnieuw in te voeren. Ondanks dat een daartoe ingediende motie het net niet haalde (74/76 stemmen), lijkt de tijd rijp om dieper in te gaan op hét schoolzwemmen.
De terugloop van schoolzwemmen is eigenlijk heel logisch. In ons waterrijke land nemen veel ouders de verantwoordelijkheid om hun kind te leren zwemmen. Vanaf de jaren negentig kwamen er steeds meer kinderen met een zwemdiploma die meededen aan het schoolzwemmen. Veel zwembaden, in de meeste gevallen verantwoordelijk voor de inhoud van de zwemlessen, speelden hier onvoldoende op in. Schoolzwemmen was en bleef vooral gericht op het halen van een zwemdiploma, in ieder geval ‘A’. De inhoud van de lessen was vaak gericht op het leren en uitvoeren van de vaardigheden. Wanneer je je diploma(‘s) al had gehaald, was schoolzwemmen nauwelijks interessant, saai en niet noodzakelijk.
Schoolzwemmen maatwerk
Kinderen halen op steeds jongere leeftijd hun eerste zwemdiploma (Mulier Instituut in samenwerking met het SCP, 2017). Dat gebeurt niet alleen in de particuliere zwemlessen. 14 procent van de 6 tot 16-jarigen haalt het A-diploma via het schoolzwemmen (Mulier, SCP, 2017). Dit zijn vaker kinderen uit een gezin met een laag inkomen of een migrantenachtergrond. Mede daarom wordt in de drie grootste steden veel meer schoolzwemmen aangeboden dan in de minder stedelijke gebieden (Mulier Instituut, 2017).
Schoolzwemmen is inmiddels maatwerk. Het is (gelukkig) nog altijd voor een deel van de (met name kwetsbare) kinderen een basisvoorziening (of vangnet) om een zwemdiploma te halen. Het is belangrijk dat zo veel mogelijk kinderen in ons waterrijke land een zwemdiploma kunnen halen. We slagen daar ook behoorlijk goed in. Slechts 3 procent van de 11 tot 16-jarigen heeft (in 2016) geen zwemdiploma (Mulier, SCP, 2017).
Zwemveilig?
Maar betekent dit dan ook dat kinderen (en jongeren) in Nederland voldoende zwemveilig zijn? Dat betwijfel ik. Er is een grote groep kinderen die na het behalen van een zwemdiploma niet of nauwelijks meer zwemt. Iedereen begrijpt dat je snel je zelfvertrouwen en misschien ook deels de geleerde vaardigheden ‘kwijtraakt’. Dat gaat ten koste van de zwemveiligheid. Het bezit van een zwemdiploma op jonge leeftijd is geen garantie voor een zwemveilige toekomst later. Geleerde vaardigheden dragen in grote mate bij aan ‘zwemveilig zijn’, maar het onderhouden van je vaardigheid is van wezenlijk belang.
Schoolzwemmen is een uitgelezen kans om geleerde vaardigheden toe te passen en kinderen beter voor te bereiden
Daar komt bij dat zwemveilig zijn méér is dan zwemvaardig zijn. Naast het beheersen van vaardigheden zijn ook persoonlijke factoren en omgevingsfactoren van invloed. Jonge kinderen zijn fysiek nog niet krachtig genoeg om zich in onvoorspelbare omstandigheden (watertemperatuur, stroming, golven, waterdiepte) voldoende te kunnen redden. Ze kunnen risico’s, gevaarlijke situaties en ook hun eigen mogelijkheden nog onvoldoende inschatten. Ze hebben nog hulp nodig om echt zwemveilig te zijn. In die zin heeft leren zwemmen op latere leeftijd voordelen. Kinderen zijn dan beter in staat kennis over zwemveiligheid en verdrinking te ontwikkelen.
Situaties nabootsen
Schoolzwemmen kan ook voor kinderen in het bezit van één of meer zwemdiploma’s heel veel betekenen. Eerder geleerde vaardigheden kunnen worden ‘opgefrist’ en zelfvertrouwen worden ‘opgekrikt’, waardoor de zwemveiligheid (weer) toeneemt.
Daarnaast is schoolzwemmen een uitgelezen kans om geleerde vaardigheden toe te passen en kinderen beter voor te bereiden. Wat zou het geweldig zijn als er binnen school ook aandacht is voor voorlichting over zwemveiligheid en de gevaren van zwemmen. Situaties die lijken op de werkelijke omstandigheden die je in Nederland kunt tegenkomen, kunnen in de lessen worden nagebootst. Door te zwemmen in golven, stroming en met elkaar wordt zwemveiligheid verder verhoogd. Zo’n lesinhoud, aangevuld met kennismaking met recreatieve en sportieve activiteiten, zorgt voor uitdagende lessen vol plezier. Schoolzwemmen overstijgt dan ‘natte gymnastiek’ en draagt werkelijk bij tot het vergroten van zwemveiligheid.
Vaardigheden en vertrouwen
Hoewel niet gebaseerd op onderzoek, geven managers van zwembaden waar schoolzwemmen wordt aangeboden aan dat het recreatieve zwembadbezoek van de kinderen door schoolzwemmen toeneemt. Schoolzwemmen stimuleert daarmee indirect het blijven zwemmen en ook op die manier de zwemveiligheid.
Het doel is om te komen tot heldere doelstellingen, interessante lesinhouden en duidelijke richtlijnen om de organisatie veilig en verantwoord in te richten
Er zijn genoeg redenen om met elkaar te kijken hoe de Nederlandse zwembaden, samen met overheid en scholen, schoolzwemmen weer sterker kunnen maken. Hét schoolzwemmen bestaat niet meer, het is maatwerk. Voor kinderen die niet hebben leren zwemmen, gaat het om het leren van de basisvaardigheden, gekoppeld aan zwemdiploma’s die nodig zijn om zwemveilig te worden. Voor kinderen mét zwemdiploma gaat schoolzwemmen om het opfrissen van vaardigheden en vertrouwen. Om daarna het geleerde in verschillende, realistische situaties toe te passen.
Plek heroveren
Om te zorgen dat dit ook daadwerkelijk gebeurt is volgens mij een gezamenlijke aanpak van zwembaden met scholen en gemeenten noodzakelijk. In afstemming met het project NL Zwemveilig wordt binnenkort door de Nationale Raad Zwemveiligheid dit initiatief opgepakt. Doel is om te komen tot heldere doelstellingen, interessante lesinhouden en duidelijke richtlijnen om de organisatie veilig en verantwoord in te richten. Dit zorgt voor een sterk verhaal naar beleidsbepalers en scholen. Zodat het schoolzwemmen zijn plek kan heroveren.
Titeke Postma is bewegingswetenschapper en expert in zwemonderwijs. Ze initieert en ondersteunt vernieuwing in bewegen en sport. De afgelopen twee jaar was ze projectleider van het project NL Zwemveilig en leidde ze het proces naar het nieuwe Zwem-ABC. Contactgegevens: titeke@propulztp.nl of 06-4486 0998.