Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

Vier jaar na ‘Agenda 2020’ is het IOC terug bij af 27 november 2018

door: Willem de Boer

De inwoners van de Canadese stad Calgary stemden op 13 november tegen de komst van de Olympische en Paralympische Winterspelen in 2026. Hoge organisatiekosten van het evenement en het slechte imago van het IOC zijn waarschijnlijk de belangrijkste redenen voor de afwijzing. Het lijkt er dus op dat IOC’s ‘Agenda 2020’ op het belangrijkste punt - het aantrekkelijker maken van de organisatie van de Olympische Spelen - zijn doel gemist heeft. 

In 2014 schreef ik een artikel over de stand van olympische bids en de ‘Agenda 2020’ die IOC-voorzitter Thomas Bach toen introduceerde. Het stuk begon als volgt: 

‘Met afgrijzen zal IOC-voorzitter Thomas Bach het lijstje met bids voor de Olympische Winterspelen van 2022 korter en korter hebben zien worden. De Duitse voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité zag in 2013 München afhaken na een lokaal referendum. Dit jaar trokken ook Stockholm, Krakau, Lvov en Oslo zich terug.’

Voor de Olympische Spelen van 2022 en 2024 mochten de IOC-leden kiezen uit het schamele aantal van twee overgebleven bids

Weinig opgeschoten
Vul voor ‘2022’ ‘2026’ in en we kunnen wel stellen dat in vier jaar tijd het IOC bijzonder weinig is opgeschoten. In de tussenliggende vier jaar hebben naast Calgary onder meer Boston, Sion, Graz, Sapporo, Budapest, Rome en Hamburg hun olympische bids terugtrokken, vooral wegens gebrek aan publieke steun. 

Na de Spelen van Londen in 2012 (het oorspronkelijke budget werd met 400 procent overschreden) en Sochi in 2014 (kosten 50 miljard dollar, of meer) nam het enthousiasme voor het organiseren van Olympische Spelen begrijpelijkerwijs af. Om die trend te keren moest Agenda 2020 zorgen voor weer grotere belangstelling (en dus meer bids) voor het organiseren van Olympische Spelen. Het evenement vormt verreweg de belangrijkste inkomstenbron van het IOC via sponsordeals en de verkoop van mediarechten. Het is dus voor het IOC, en de status van de IOC-leden, van groot belang dat deze zo aantrekkelijk mogelijk worden georganiseerd. Dat ging tot voor kort vooral onder het motto bigger is better, maar bigger werd steeds minder aantrekkelijk. 

XL39OpenPodiumDeBoer-1Gewenst effect blijft uit
Agenda 2020 maakte het mogelijk om sporten ook buiten de gaststad van de Olympische Spelen te laten plaatsvinden, zelfs in meerdere landen. Ook werd het gebruik van bestaande sportfaciliteiten aangemoedigd en de bid-procedure (in theorie) goedkoper gemaakt. Hoewel dit stapjes in de goede richting waren, is het gewenste effect uitgebleven. Voor de Olympische Spelen van 2022 en 2024 mochten de IOC-leden kiezen uit het schamele aantal van twee overgebleven bids. Uit armoede heeft het IOC de overgebleven kandidaten Parijs en Los Angeles beide maar de Zomerspelen toebedeeld van respectievelijk 2024 en 2028. Voor 2026 is de keuze wederom uit twee bids, tenminste als Milaan/Cortina d'Ampezzo en Stockholm zich niet ook terugtrekken. 

Hoe nu verder? De twee belangrijkste problemen voor het IOC zijn (1) de grote kosten die de Spelen met zich meebrengen voor de organiserende steden en landen en (2) het gebrek aan vertrouwen in het IOC zelf, vooral bij het grote publiek. 

In de toekomst zouden de Spelen veel meer naar een festival kunnen groeien, waarbij er veel van cultuurevenementen geleerd kan worden

Geef steden de ruimte
Aan het eerste probleem is vrij makkelijk wat te doen. Laat zo veel mogelijk eisen rondom de fysieke invulling en omvang van de Spelen vallen en geef steden de ruimte binnen een ‘immaterieel’ raamwerk. Dus eisen met betrekking tot grote stadions zijn niet meer wenselijk, net als een olympisch dorp. 

XL39OpenPodiumDeBoer-2In plaats daarvan zou het IOC aan steden kunnen vragen om met bids te komen die de beleving van de Spelen zelf zo groot mogelijk maken. Het gaat dan om de beleving voor, tijdens en na de Spelen voor toeschouwers, deelnemers, lokale bevolking en vooral de volgers van het evenement via de media. Olympische Spelen zijn immers vooral een media-evenement. In de toekomst zouden de Spelen dan veel meer naar een festival kunnen groeien, waarbij er veel van cultuurevenementen geleerd kan worden. 


Druk op publieke middelen minimaliseren
Belangrijk tweede aspect is om de negatieve effecten zo klein mogelijk te houden op zowel de korte als de lange termijn. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om overlast voor de omgeving en duurzaamheid, waar het IOC al wel stappen op heeft gemaakt. Maar nog belangrijker is om de kosten en met name de druk op publieke middelen te minimaliseren. Dat betekent dat het IOC afscheid moet nemen van de mentaliteit dat het alleen de lusten en niet de lasten wil dragen. Ook moet het IOC mee gaan betalen aan bijvoorbeeld nieuwe infrastructuur - als die al nodig is - en het compenseren van overlast: alleen wie betaalt, bepaalt.

Omdat het beperken van negatieve effecten in eerste instantie tegengesteld lijkt aan het maximaliseren van de positieve effecten, kan dit leiden tot creatieve ideeën, efficiënte oplossingen en innovaties. Lokale organisatiecomités zouden daarnaast ook meer ruimte moeten krijgen voor het zichtbaar maken van hun eigen, lokale partners. Dat vergroot niet alleen de financieringsmogelijkheden voor de organiserende stad, maar ook het lokale draagvlak. 

Het vertrouwen van de meeste samenlevingen in het IOC lijkt zo laag dat het lang zal duren voor het beeld van het IOC positief is bijgesteld

Weinig langetermijneffecten
Misschien is het een goed idee om af te stappen van het legacy-denken, dat als doel heeft om de positieve effecten op lange termijn te vergroten. In de praktijk zorgt dit denken echter voor schaalvergroting en dus hogere kosten, zoals bij de Spelen van Londen zo pijnlijk duidelijk is geworden. Wetenschappelijk onderzoek laat keer op keer zien dat er maar weinig langetermijneffecten zijn van sportevenementen op sportief succes. Als steden of landen zélf plannen hebben met bijvoorbeeld nieuwe infrastructuur, wijkontwikkeling of sportfaciliteiten dan is dat vooral hún zaak, niet die van het IOC. 

De Spelen kunnen in de toekomst mogelijk heel goed passen bij dergelijke doelstellingen, maar door allerlei olympic legacys na te jagen - en soms schaamteloos te claimen - zoals het IOC momenteel doet, wordt het paard achter de wagen gespannen. In plaats daarvan zou het IOC zich moeten concentreren op de intrinsieke waarde van de Olympische Spelen en de waarde die het kan hebben voor sport. Niet minder, niet meer.

Kortom, alhoewel - in economische termen - de prijs van het product Olympische Spelen is gedaald, is de vraag ernaar niet toegenomen. Het huidige aanbod biedt nog maar weinig ‘value for money’. Dit hangt vooral samen met het tweede probleem: de aanbiedende partij wordt gewantrouwd. Het negatieve imago van het IOC bezoedelt de ‘ervaren’ kwaliteit van de Olympische Spelen.

Schandalen en gebrek aan transparantie
Het imagoprobleem is lastig op te lossen. Na de negende opeenvolgende ‘nee’ in een referendum rondom het organiseren van Olympische Spelen is het duidelijk dat het vertrouwen van de meeste samenlevingen in het IOC laag is. Zo laag zelfs dat het met grote veranderingen in beleid (zoals hierboven beschreven), lang zal duren voor het beeld van het IOC positief is bijgesteld. Daarbij spelen de schandalen (corruptie, doping) uit het verleden een rol, maar ook het gebrek aan transparantie, het beleid, de retoriek en de samenstelling van het comité en privileges voor de leden. 

XL39OpenPodiumDeBoer-3Om het vertrouwen te herstellen zullen de IOC-leden over hun eigen belangen heen moeten stappen en het maatschappelijke belang voorop moeten stellen, maar ware revoluties worden zelden van binnenuit georganiseerd. Omdat massale protesten tegen het IOC niet aanstaande lijken, is de hoop van sommigen vooral gevestigd op de 'maatschappelijke verantwoordelijkheid’ van de grote sponsors. Maar misschien is de grootste kans op een lont in het kruitvat als zowel Milaan als Stockholm in de komende maanden besluiten af te zien van de organisatie van Winterspelen van 2026. 

Het IOC staat er slecht voor, mogelijk slechter dan ooit

Grote veranderingen nodig
Vier jaar geleden luidde de titel van mijn stuk Plannen voor verandering Spelen zijn vooral goed voor IOC zelf. Dat was, vanuit IOC-oogpunt, te optimistisch gesteld. De plannen hebben niet geleid tot meer belangstelling en dus meer bids, zoals ik impliciet verwachtte.

Het politieke en publieke draagvlak voor de organisatie van de Spelen is nog steeds heel laag, zelfs nu het economisch gezien weer goed gaat in de meeste (westerse) landen. Grote veranderingen zijn nog steeds nodig, maar een revolutie is nog niet in zicht. Het IOC staat er slecht voor, mogelijk slechter dan ooit. Maar voor echte veranderingen is het misschien het beste om te hopen dat de bodem van de put nog niet bereikt is.

Willem de Boer is als docent en onderzoeker verbonden aan HAN Sport en Bewegen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, en daarbinnen bij het Sports & Economics Research Centre (SERC). Hij doet onderzoek naar economische aspecten rondom sport, zoals de relatie tussen contributieverhoging en ledenaantal en de baten en kosten rondom grote sportevenementen. Tevens is hij lid van de Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP).

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst