Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

De vierde decentralisatie is die van de sport 13 februari 2018

door: Jan Raateland

Verschillende ontwikkelingen die zich in de afgelopen jaren gelijktijdig hebben voorgedaan, zullen ertoe leiden dat sport het eerstvolgende beleidsterrein is dat onder de verantwoordelijkheid komt van de gemeenten. Die ontwikkelingen zijn, kort samengevat: 1) De drie decentralisaties in het sociale domein: zorg, jeugd en werk; 2) De veranderende maatschappij: van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving; 3) De kracht van sport en de relatie die sport heeft met andere beleidsterreinen en 4) De financiering van de breedtesport.

Vanaf 2015 hebben de gemeenten nieuwe taken en verantwoordelijkheden op het gebied van zorg, jeugd en werk (participatie). De gemeente wordt gezien als de eerste overheid, omdat zij het dichtst bij ‘de burger’ staat en weet wat zich in de wijken en buurten afspeelt. Naast deze pragmatische opvatting speelt er ook een sterk financieel aspect.

Op decentraal niveau zijn de zaken efficiënter, beter en overzichtelijker te regelen, dichterbij de burger en op wijkniveau te organiseren; daarnaast zijn er meer mogelijkheden om maatwerk te leveren en bureaucratie te voorkomen. Al deze argumenten en omstandigheden gelden evenzo voor de sport.

Sportverenigingen kennen als vrijwilligersorganisaties een lange en mooie traditie waar het gaat om verantwoordelijkheid nemen, hulp bieden en voor elkaar zorgen

Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving
Pragmatisme en economie gaan ook hand in hand bij de veranderende samenleving: die van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving: ‘Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving’ aldus koning Willem Alexander, vier jaar geleden in zijn eerste troonrede. De Nederlandse regering wil dat burgers meer zelf gaan regelen.

XL20ColumnXLMeijs-3Sportverenigingen kennen als vrijwilligersorganisaties een lange en mooie traditie waar het gaat om verantwoordelijkheid nemen, hulp bieden, voor elkaar zorgen etc. In de eerste honderd jaar van hun bestaan was deze houding en aanpak uitsluitend gericht op de ‘eigen leden’ van de sportclub. 

Slimme beleidsmakers bij de overheid bedachten zo’n twintig jaar geleden ‘de sport’ te kunnen gaan ondersteunen (‘faciliteren’) in ruil waarvoor ‘de sport’ zich voor lokaal sociaal beleid zou inzetten. Dat was de geboorte van het begrip de maatschappelijke functie van de sportvereniging. In die periode ontstond het besef dat er - naast een relatie tussen de sportvereniging en de sportbond - ook een relatie bestaat tussen de lokale sportvereniging en de gemeente, de buurt en de samenleving. 

Sportverenigingen zijn volledig selfsupporting waar het om de organisatie van het vrijwilligerswerk gaat

De grootste!
Met ruim één miljoen vrijwilligers is de sport de grootste vrijwilligerssector in Nederland. Om die reden alleen al heeft de overheid een groot belang om juist op lokaal niveau in sportverenigingen te investeren door hen te helpen bij het versterken van hun organisatie. 

XL20ColumnXLMeijs-2Ook zijn de sportverenigingen volledig selfsupporting waar het om de organisatie van het vrijwilligerswerk gaat. In andere sectoren - zoals de zorg, cultuur en welzijn - wordt de organisatie rondom vrijwilligers verzorgd door een professionele vrijwilligersorganisatie of door een betaalde (gesubsidieerde) vrijwilligerscoördinator.

Jonge vrijwilligers
Met ruim 24.000 in getal - in 380 gemeenten van ons land - zijn de sportverenigingen de organisaties waar jongeren al vroeg leren zich vrijwillig in te zetten, om samen te werken en om verantwoordelijkheid te dragen. Dat aspect van al heel vroeg ervaren wat het is om vrijwillig iets te doen voor een ander is juist nu - op weg naar die participatiesamenleving - bijzonder waardevol: Jong geleerd is oud gedaan! Ik spreek hier niet alleen uit eigen ervaring maar ook uit mijn waarneming bij vele sportverenigingen. De kracht van sport manifesteert zich op een aantal gebieden: sociaaleconomisch, maatschappelijk, gezondheid en vernieuwing. Bij de beschouwing van het onderwerp ‘de kracht van sport’ werpt zich al snel de vraag op of sportbeoefening op het gebied van beleid nu doel of middel is: is aan sport doen op zichzelf waardevol genoeg of is het een voertuig voor het realiseren van andere waardevolle beleidsdoeleinden? 

De kracht van sport laat zich zelfs zien in een internationaal perspectief: denk aan de gezamenlijke deelname van Noord- en Zuid-Korea aan de Olympische Winterspelen

De sport als voertuig
Duidelijk is dat de sport óók een bijdrage kan leveren aan respectievelijk een betere gezondheid, een leefbare buurt, minder overgewicht en een betere economische situatie. De kracht van sport laat zich zelfs zien in een internationaal perspectief, waarbij het dan meestal om topsport gaat. Het meest recente voorbeeld hiervan is de ontspanning tussen Noord- en Zuid-Korea door een gezamenlijke deelname aan de Olympische Winterspelen van 2018. Hoe luidt het cliché in de sport ook alweer? Geen topsport zonder breedtesport.

XL20ColumnXLMeijs-1De sportstimulering– en sportparticipatie-subsidieprojecten die in de afgelopen twintig jaar vanuit de overheid zijn uitgevoerd hebben slechts beperkt bijgedragen aan de beoogde doelstellingen. Voor het programma Sport en Bewegen in de Buurt (SBB) – de buurtsportcoach - draagt de overheid jaarlijks via het gemeentefonds zestig miljoen euro over aan de gemeenten. 

Het betreft hier een uitkering onder voorwaarde dat de gemeente daaraan zestig procent bijdraagt - dat houdt in negentig miljoen euro - en dus gaat het in totaal, jaarlijks, om honderdvijftig miljoen euro. Twee jaar geleden informeerde sportminister Edith Schippers de Tweede Kamer dat er op basis van onderzoek geen causaal verband aangetoond kon worden tussen de toegenomen inzet van buurtsportcoaches en de ontwikkelingen op het vlak van sportparticipatie.

Tweederde van de Sportimpuls-aanvragen kwam niet van de sportverenigingen, maar van bijvoorbeeld welzijnsorganisaties en ondernemende commerciële aanbieders

Sportimpuls
De andere landelijke regeling, de Sportimpuls (jaarlijks tien miljoen euro), kende in de jaren 2014 tot en met 2016 - volgens gegevens van het Mulier Instituut - 1.629 gehonoreerde projecten. Slechts één derde van die projecten (607) werd door sportverenigingen aangevraagd en uitgevoerd. Het aantal van 607 betreft 2,5 procent van de sportverenigingen in Nederland. 

De andere aanvragers en uitvoerders waren voornamelijk welzijnsorganisaties en ondernemende commerciële aanbieders. De beide regelingen kenden daarmee ook nog eens een marktverstorende werking op sportverenigingen, onder meer door gratis sportaanbod. 
XL35ColumXLMeijsOverbeeke-3
Geen blijvend effect
Feit is dat deze subsidieprojecten relatief weinig nieuwe jongeren en volwassenen – blijvend- aan het sporten hebben gebracht. De doorstroom naar regulier sportaanbod betreft dertien procent van de deelnemers. En dat terwijl de sportverenigingen in Nederland jaarlijks tezamen voor een instroom van meer dan 500.000 nieuwe sporters zorgen, waarvan er wekelijks 4,5 miljoen in de georganiseerde sport actief zijn: zonder gebruik te maken van de hierboven genoemde subsidieprojecten. 

Stel je eens voor wat er gebeurt als een klein deel van die landelijke subsidiestroom voor sportstimulering wordt verlegd naar lokaal niveau?

Stel je eens voor wat er gebeurt als een klein deel van die landelijke subsidiestroom voor sportstimulering wordt verlegd naar lokaal niveau? Een jaarlijks bedrag voor een SPORTVERENIGINGEN-IMPULS bestemd voor het organisatorisch versterken van sportverenigingen om, zoals in de regeringsverklaring van Rutte III is te lezen: tot een bloeiend verenigingsleven te komen en daarmee toekomstbestendig te maken.
XL35ColumXLMeijsOverbeeke-2
Hoe, wat, waar?
Over hoe het toekomstbestendig maken van sportverenigingen haar uitwerking kan krijgen verwijs ik naar mijn column van vorig jaar september. Kort gezegd bevat de aanpak die ik voorstel drie componenten: 1. lokaal, 2. professionaliseren van het technisch kader en 3. samenwerken.

In mijn eerste bijdrage voor Sport Knowhow XL in februari 2012 schreef ik in een toekomstscenario over het belang van een lokale aanpak, professionaliseren en samenwerken.

Waarom?

  • Bekendheid met de lokale situatie, behoeften, kansen en mogelijkheden;
  • Efficiënt en effectief gebruik makend van de bestaande lokale sportinfrastructuur;
  • Sportverenigingen kunnen vele malen voordeliger en duurzamer bijdragen aan sport en bewegen.

En... - niet onbelangrijk - erkenning en waardering voor al die vrijwillige bestuurders van de sportverenigingen in Nederland door het krijgen van aandacht, ondersteuning en begeleiding.

Wie en wanneer?
Dat is in handen van onze volksvertegenwoordigers, de eindverantwoordelijken op de ministeries VWS, Onderwijs, Sociale Zaken, Binnenlandse Zaken, Economische zaken en Financiën, VNG, VSG, de Nederlandse Sportraad en NOC*NSF. Ik wens hen allen veel succes en een prettige wedstrijd. Dat de sport en de samenleving maar mogen winnen!

Wordt het niet eens tijd voor een ‘front person’ voor de toekomst van onze sportverenigingen? Een Nationale Sportverenigingencommissaris?

Tot slot: onlangs zag ik in een tv-programma de ondernemer Ruud Koornstra die vanuit een burgerinitiatief geïnstalleerd is als eerste Nationale Energiecommissaris. Hij is de frontman in de ontwikkeling naar een energiepositief Nederland. Wordt het niet eens tijd voor een ‘front person’ voor de toekomst van onze sportverenigingen? Een Nationale Sportverenigingencommissaris?

Noten:
- Wat gaat Rutte III voor de sportverenigingen betekenen?
- Een Masterplan voor de Nieuwe Sportvereniging

Jan Raateland is een van de initiatiefnemers van stichting ONS, een stichting die mensen & maatschappelijke organisaties verbindt. Stichting ONS biedt maatschappelijke organisaties begeleiding of ondersteuning in verschillende vormen. Primair is de inzet van ONS te allen tijde gericht op het versterken van de bestuurlijke kracht van de betreffende organisatie. Voor meer informatie: j.raateland@planet.nl.

« terug

Reacties: 1

Amdy Koolmees
15-02-2018

Een heel goed idee om over te gaan naar een SPORTVERENIGINGEN-IMPULS meneer Raateland !

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst