Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

Nederlandse Sportraad vindt randvoorwaarden voor grote sportevenementen nog niet optimaal 16 mei 2017

‘Nederland op de kaart’
logoNederlandseSportraadOp verzoek van minister Edith Schippers van VWS heeft de Nederlandse Sportraad (NLsportraad) zich de afgelopen maanden bezig gehouden met een analyse van grote Nederlandse sportevenementen. Naar aanleiding van een aantal verliesgevende, gesubsidieerde evenementen zette minister Schippers vraagtekens bij de financiële balans, het rendement en de impact van grote sportevenementen.

Op 11 mei jl. heeft minister Schippers het analyserapport ‘Nederland op de kaart’ aan de Tweede Kamer gestuurd. In een tweeluik op Sport Knowhow XL vertellen Michael van Praag, Duncan Stutterheim en Esther Vergeer van de Nederlandse Sportraad wat ze in dat rapport zijn tegengekomen. In deel 1 van dat tweeluik stond de waarde van grote sportevenementen centraal. Vandaag volgt deel 2 over de randvoorwaarden voor de organisatie van grote sportevenementen.

Het rapport ‘Nederland op de kaart’ is hier terug te vinden.

door: Mariëtte van der Voet

Voor een analyse heeft de NLsportraad circa 25 grote sportevenementen bestudeerd die in de afgelopen kabinetsperiode zijn georganiseerd: 12 evenementen met en 13 evenementen zonder VWS-subsidie. Tot de eerste categorie behoren vaak de eenmalige EK’s en WK’s die naar Nederland zijn gehaald; de tweede categorie betreft in de meeste gevallen jaarlijks terugkerende evenementen die in de literatuur ‘hallmark-evenementen’ worden genoemd. De selectie is bewust gemaakt om de businesscases maar ook de impact van verschillende grote sportevenementen te kunnen vergelijken. 

NederlandseSportraadMichaelVanPraag300In het eerste deel van het rapport Nederland op de kaart bevestigt de NLsportraad wat velen allang menen te weten: de waarde van grote sportevenementen - in termen van intrinsieke waarde, economische en maatschappelijke impact - is groot. Maar dat geldt ook voor de investeringen die in grote sportevenementen worden gedaan. Waar het gaat om investeringen uit publieke middelen, kijkt de samenleving met gezonde nieuwsgierigheid mee. Hoe zit het met de gemiddelde businesscase van een groot sportevenement? 

“Om te beginnen wil ik graag het beeld recht zetten dat de helft van de sportevenementen de boeken zou afsluiten met verlies”, aldus Michael van Praag, voorzitter van de NLsportraad. “Verlies was bij de door ons onderzochte evenementen aan de orde bij vier evenementen. Met de kanttekening dat een evenement moeilijk te begroten is. De begroting is mede afhankelijk van grillige factoren: hoe is het weer, welke toppers komen er, doen de Nederlanders het goed?”

Michael van Praag: "De sportraad constateert dat subsidie misschien niet het meest geschikte instrument is. Het staat geen flexibiliteit toe in de uitvoering en geeft geen goede prikkel om winst te maken"

Inkomstenkant begroting
Grote verschillen constateert de NLsportraad aan de inkomstenkant van de begroting. De meeste hallmarkevenementen bouwen hun businesscase op ticketting, hospitality en sponsoring. Subsidie is niet of nauwelijks nodig (gemiddeld minder dan 5%). Voor de meeste incidentele sportevenementen (EK’s en WK’s) is subsidie de basis: gemiddeld 43%. Duncan Stutterheim: “In de hoogte van bedragen van de overheden hebben wij geen duidelijk patroon kunnen ontdekken. Hetzelfde geldt overigens voor de bijdragen van bedrijven. Het zou goed zijn voor de branche als de financiering minder willekeurig wordt.” Michael van Praag zegt daarover: 

“Minister Schippers ziet liefst dat subsidie een sluitstuk is van de begroting van een evenement. Tegelijkertijd constateert de NLsportraad dat subsidie misschien niet het meest geschikte instrument is. Het staat geen flexibiliteit toe in de uitvoering en geeft geen goede prikkel om winst te maken. Immers, winst moet worden teruggegeven aan de schatkist en kan niet ten goede komen aan bijvoorbeeld de jeugdsport of een revolverend evenementenfonds.” De NLsportraad wil de mogelijkheid voor een evenementenfonds verder onderzoeken.

NederlandseSportraadEstherVergeer300Zelf wiel uitvinden
De randvoorwaarden voor grote sportevenementen worden deels door de sector zelf gecreëerd en zijn deels afkomstig van de overheid. De NLsportraad constateert dat de sector het zichzelf niet gemakkelijk maakt. Esther Vergeer: “De meeste evenementenorganisatoren vinden het bekende wiel zelf uit. Ook hallmarkevenementen bewegen zich vooral op hun eigen eiland.” Duncan Stutterheim: “Zo komt de ervaring en expertise vooral terecht bij de commerciële bureaus die zich aan het evenement verhuren. Dat is niet erg, maar het lijkt geen bewuste keuze.” 

De NLsportraad constateert dat veel verschillende organisaties de kar trekken bij grote sportevenementen: sportbonden, bedrijven, overheden of stichtingen. Esther Vergeer: “Over de diversiteit in de uitvoering hebben wij geen mening. Waar we wel scherp op zijn is een goed onderliggend samenwerkingsverband in de driehoek sport, overheid en bedrijfsleven en dat treffen we lang niet altijd aan. Sommige evenementen worden stand alone uitgevoerd, niet ingebed in de omgeving en niet aangesloten op de sport. Een gemiste kans met name voor de maatschappelijke impact van het evenement.” 

Duncan Stutterheim: "Het lijkt ons aanbevelenswaardig behalve de lokale politiek ook de bevolking te betrekken bij de plannen voor het evenement"

Publieke verantwoording
Een andere constatering van de NLsportraad is dat er meer transparantie nodig is in het proces: van haalbaarheidsonderzoek tot bid. Duncan Stutterheim: “Dat geldt zeker als er publieke middelen gemoeid zijn met het evenement of als er een beroep wordt gedaan op publieke voorzieningen, zoals politie-inzet of de openbare weg. Het lijkt ons aanbevelenswaardig behalve de lokale politiek ook de bevolking te betrekken bij de plannen voor het evenement en uiteindelijk ook publieke verantwoording af te leggen. Dat zal het draagvlak alleen maar bevorderen.” 

NederlandseSportraadDuncanStutterheim300In de Olympisch Vuurperiode heeft de sportsector met medefinanciering van het ministerie van VWS een aantal ontwikkelingen in gang gezet die inmiddels gedeeltelijk tot stilstand zijn gekomen. “De evenementenkalender, het netwerk Kracht van Sportevenementen en de Commissie Evenementen zijn overgebleven”, somt Duncan Stutterheim op. “Maar de onderzoeksrichtlijnen van de WESP, de modelaanpak en de Evenementassistent mogen wel eens worden afgestoft.” 

Geen aandacht wetenschap
Ook heeft de NLsportraad zich verbaasd over de geringe aandacht van de wetenschap voor sportevenementen. Esther Vergeer: “We hebben nergens een professor of een lector gevonden die zich fulltime bezig houdt met sportevenementen. Overal en nergens is men er een beetje mee bezig; kennis, ervaring en data over grote sportevenementen worden niet structureel verzameld.”

Michael van Praag: “Ik zou willen bepleiten dat de overheid de inzet van vrijwilligers en de investeringen van bedrijven niet bemoeilijkt, maar vergemakkelijkt of juist stimuleert"

Bepalend zijn de randvoorwaarden die overheden stellen bij het evenement. Volgens de NLsportraad is er nog veel verbetering mogelijk bijvoorbeeld als het gaat om regeldruk, het fiscale klimaat en het proces rond de vergunningverlening. Duncan Stutterheim: “We zijn bijzondere situaties tegengekomen. Organisatoren die met vijf veiligheidsregio’s moeten overleggen, gemeenten die precariobelasting heffen of leges doorberekenen, vrijwilligers van wie de lunch als in natura loon wordt berekend door de belastingdienst.” Michael van Praag: “In het algemeen zou ik willen bepleiten dat de overheid de inzet van vrijwilligers en de investeringen van bedrijven niet bemoeilijkt, maar vergemakkelijkt of juist stimuleert. Daarmee komen private en publieke investeringen wellicht ook beter in verhouding.”

Later in het jaar brengt de NLsportraad adviezen uit over grote sportevenementen. Deze adviezen zullen zijn gebaseerd op het rapport Nederland op de kaart, Analyse van 25 grote sportevenementen. 

Voor meer informatie over de Nederlandse Sportraad en het rapport: www.nederlandse-sportraad.nl.

Mariëtte van der Voet is algemeen secretaris van de Nederlandse Sportraad.

« terug

Reacties: 2

Mark van den Heuvel, secretaris WESP
16-05-2017

De Nederlandse Sportraad heeft een interessant advies uitgebracht over de waarde/impact en de organisatie van sportevenementen. Vanuit de WESP wordt al jaren onderzoek gedaan naar de economische impact van evenementen en steeds vaker ook naar de maatschappelijke impact. Recent is een nieuwe economische impact richtlijn ontwikkeld. Graag werken we samen met de Nlsportraad om de richtlijnen verder te ontwikkelen.
Meer inzicht in de economische en maatschappelijke impact van evenementen, waar ook de sportraad voor pleit, kan ook leiden tot adviezen over het vergroten van de impact en de waarde; dat is in het belang van alle betrokken partijen en versterkt de maatschappelijke en politieke verantwoording.

Egbert Oldenboom, oprichter WESP
16-05-2017

Mijn conclusie in de loop der jaren is eigenlijk dat VWS niet geïnteresseerd is in kennisopbouw over evenementen. Sinds ik in 2006 mijn proefschrift publiceerde over kosten en baten van sportevenementen en in 2009 de WESP opgericht heb, ben ik nog nooit door VWS benaderd om mijn kennis te delen of eens te komen praten over de ideeën achter de WESP, open onderzoek of kennisdeling. Binnen de WESP hebben we wel degelijk veel kennis verzameld. Afgelopen jaar hebben Rotterdam Topsport, één van de drijvende krachten achter kennisdeling, en ik geprobeerd om een lectoraat van de grond te krijgen over de impact van sportevenementen. De gemeente Rotterdam was wel geinteresseerd, maar wilde niet bijdragen. De hogeschool rotterdam vond het onderwerp niet van belang.

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst