door: Sjak Rutten
Nederland wil structureel tot de tien beste sportlanden behoren. Nederland is in Rio uitgekomen op 19 medailles: 8 gouden, 7 zilveren en 4 bronzen. In het medailleklassement van Rio staat Nederland op de elfde plaats. Doelstelling niet gehaald zou je zeggen. Maar zo simpel is het niet.
NOC*NSF heeft als doelstelling dat Nederland structureel tot de tien sterkste sportlanden behoort. Het is echter niet duidelijk hoe die doelstelling gemeten wordt. NOC*NSF is hierover weinig open. Sportland is een breed begrip. Het lijkt er niet op dat zonder meer het medailleklassement van de Olympische Spelen wordt gevolgd. Zoals vaker werd ook nu weer vóór de Spelen gezegd: één medaille meer dan de vorige keer. NOC*NSF wil zich niet op een concrete doelstelling af te laten rekenen. Maar zowel de medaille toptien als de medaille méér dan Londen zijn niet gehaald. Maar je kan ook op een andere manier rekenen.
Behoort Nederland (toch) tot de tien sterkste sportlanden?
Ik heb na vorige Olympische Spelen enkele keren voor Sport Knowhow XL de vraag beantwoord of Nederland tot de tien sterkste sportlanden behoort. Ik heb dat gedaan door een berekening te maken, waarin de medailles van de laatst gehouden Zomerspelen én Winterspelen bij elkaar worden opgeteld. In deze bijdrage doe ik dat opnieuw. Daarna ga ik in op de vraag of de behaalde positie structureel is.
"Nederland wil behoren bij de beste tien sportlanden. Niet bij de beste tien zomersportlanden of de beste tien wintersportlanden"
Een belangrijke opmerking vooraf. Om de vraag te beantwoorden of Nederland structureel in de toptien van sportlanden staat, kijk ik alleen naar de olympische prestaties. Resultaten van wereldkampioenschappen, grand-slamtoernooien, Champions League-wedstrijden, de Tour, de Giro en de Vuelta, ze tellen allemaal niet mee. Zou je dat wel doen, dan wordt het heel ingewikkeld. Maar belangrijker voor die keuze is dat NOC*NSF de toptien ambitie ook afmeet aan de Olympische Spelen.
Berekening op basis van de vierjarige olympische cyclus
Nederland wil behoren bij de beste tien sportlanden. Niet bij de beste tien zomersportlanden of de beste tien wintersportlanden. Daarom tel ik, zoals gezegd, de resultaten van laatst gehouden Zomerspelen en Winterspelen bij elkaar op. Dan krijg je een berekening op basis van de vierjarige olympische cyclus. De resultaten van Nederland op de laatste vijf gehouden Winter- en Zomerspelen zijn als volgt:
jaar |
plaats |
Zomer-/Winter-
spelen
|
goud |
zilver |
brons |
totaal |
plaats in medaille-klassement |
1998 |
Nagano |
Winter |
5 |
4 |
2 |
11 |
6 |
2000 |
Sydney |
Zomer |
12 |
9 |
4 |
25 |
8 |
2002 |
Salt Lake City |
Winter |
3 |
5 |
0 |
8 |
9 |
2004 |
Athene |
Zomer |
4 |
9 |
9 |
22 |
18 |
2006 |
Turijn |
Winter |
3 |
2 |
4 |
9 |
10 |
2008 |
Beijing |
Zomer |
7 |
5 |
4 |
16 |
12 |
2010 |
Vancouver |
Winter |
4 |
1 |
3 |
8 |
10 |
2012 |
Londen |
Zomer |
6 |
6 |
8 |
20 |
13 |
2014 |
Sotchi |
Winter |
8 |
7 |
9 |
24 |
5 |
2016 |
Rio de Janeiro |
Zomer |
8 |
7 |
4 |
19 |
11 |
Uit de tabel blijkt dat Nederland bij de laatste vijf Winterspelen altijd in de top 10 van het medaileklassement is geëindigd. Bij de Zomerspelen is dat alleen in 2000 gelukt. Je kan stellen dat Nederland met die resultaten een structureel top-10 wintersportland is. Als zomersportland is die doelstelling nog niet bereikt. Maar als je de vraag wil beantwoorden of Nederland een top-10 sportland is, ontkom je er niet aan te kijken naar de resultaten van Winter- en Zomerspelen samen in plaats van apart. Op basis van de meest recent gehouden Zomer- en Winterspelen in Sotchi en Rio ziet het medailleklassement er als volgt uit.
|
|
goud |
zilver |
brons |
totaal |
1 |
Verenigde Staten |
55 |
44 |
50 |
149 |
2 |
Rusland |
32 |
29 |
28 |
89 |
3 |
China |
29 |
22 |
21 |
72 |
4 |
Groot-Brittannië |
28 |
24 |
19 |
71 |
5 |
Duitsland |
25 |
16 |
20 |
61 |
6 |
Nederland |
16 |
14 |
13 |
43 |
7 |
Frankrijk |
14 |
22 |
21 |
75 |
8 |
Canada |
14 |
13 |
18 |
45 |
9 |
Japan |
13 |
12 |
24 |
49 |
10 |
Zuid-Korea |
12 |
6 |
11 |
39 |
Nederland staat op basis van de gecombineerde tabel van Sotchi en Rio de Janeiro op de zesde plaats. Dat is dus in de top 10. De volgende vraag is of die positie structureel genoemd mag worden. daarvoor kijken we naar de gecombineerde resultaten over de laatste vijf Zomer- en Winterspelen.
|
|
goud |
zilver |
brons |
totaal |
plaats in gecombineerd medaille-klassement |
1998-2000 |
Nagano + Sydney |
17 |
13 |
6 |
36 |
5 |
2000-2002 |
Sydney + Salt Lake City |
15 |
14 |
4 |
33 |
9 |
2002-2004 |
Salt Lake City + Athene |
7 |
14 |
9 |
30 |
17 |
2004-2006 |
Athene + Turijn |
7 |
11 |
13 |
31 |
18 |
2006-2008 |
Turijn + Beijing |
10 |
7 |
8 |
25 |
11 |
2008-2010 |
Beijing + Vancouver |
11 |
6 |
7 |
24 |
10 |
2010-2012 |
Vancouver + Londen |
10 |
7 |
11 |
28 |
10 |
2012-2014 |
Londen + Sotchi |
14 |
13 |
17 |
44 |
8 |
2014-2016 |
Sotchi + Rio De Janeiro |
16 |
14 |
13 |
43 |
6 |
Sinds 2010 in de top-10 van beste sportlanden
De conclusie is dat Nederland sinds de Olympische Spelen van Vancouver in 2010 in de top-10 van beste sportlanden staat. Ook na Rio heeft Nederland zich kunnen handhaven, al komt dat vooral door de unieke resultaten in Sotchi. De tabel laat ook zien dat Nederland al eerder in de top-10 stond. De medailles in Nagano en Sydney zorgden zelfs eenmalig voor een plek in de top-5. Daar was een unieke generatie van vijf meervoudige individuele winnaars voor nodig: Marianne Timmer, Gianni Romme, Inge de Bruijn, Leontien van Moorsel en Pieter van den Hoogenband. Na Sydney is Nederland gezakt. De opgaande lijn is weer ingezet in Beijing en daarna verder doorgetrokken. Op dit moment staat Nederland zesde. Je kan voorzichtig over een structurele plaats gaan spreken.
"Het is best mogelijk om het aantal medailles te verhogen door veel geld te gaan steken in kleine sporten waar veel medailles te winnen zijn en de tegenstand relatief gering is"
De tabellen laten zien dat de top tien doelstelling bereikt is. Ze zeggen uiteraard niets over de vraag of de top tien doelstelling een juiste doelstelling is. Het is best mogelijk om in de toekomst het aantal medailles te verhogen door veel geld te steken in kleine sporten waar veel medailles te winnen zijn en de tegenstand relatief gering is. Maar dat is niet de aanpak waar de Nederlandse sportliefhebber op zit te wachten. Het gaat ook om medailles met prestige, medailles in een sport die in de wereld iets voorstelt.
Sterker in de breedte
De cijfers zijn welbeschouwd prima, maar cijfers en gevoel wijken nogal van elkaar af. Er waren in Rio veel teleurstellingen. Veel medaillekandidaten vielen buiten de prijzen. Daar staat tegenover dat er een groot aantal onverwachte (gouden) medailles werd gewonnen. Die werden bovendien door veel meer verschillende atleten gehaald dan voorheen. Geen enkele Nederlandse sporter haalde twee gouden medailles en maar één sporter (Anna van der Breggen) haalde meer dan één medaille. Nederland is dus sterker geworden in de breedte en minder dan vroeger afhankelijk van een beperkt aantal gouddelvers.
Een positief punt was ook dat dat een aantal ploegen in de teamsporten zich voor het eerst voor de Spelen heeft geplaatst. Nederland was er voor het eerst met een mannenturnteam en voor het eerst met een handbalploeg. De vrouwenvolleybalploeg en de vrouwenturnploeg waren na lange tijd terug en deden het goed. Dat zijn investeringen in goede resultaten in de toekomst. Om het met een Cruijffiaanse variant op de olympische gedachte te zeggen: 'Als je wil winnen moet je wel meedoen'.
Sjak Rutten is adviseur onderwijs- en jeugdbeleid. Hij werkt momenteel aan een proefschrift over Frater Caesarius, de leesvader van Nederland. Eerder werkte hij als beleidsadviseur bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en als senior adviseur bij Sardes, een adviesbureau op het gebied van onderwijs en jeugdbeleid.