door: Leo Aquina | 12 november 2015
“In de kleuterperiode hebben kinderen alle ruimte om te bewegen en als ze naar groep 3 gaan, staat er opeens een stoel en moeten de kinderen stilzittend leren. Eigenlijk best vreemd”, constateert Esther Hartman. De bewegingswetenschapper van de Rijksuniversiteit Groningen presenteerde begin november de uitkomsten van een driejarig onderzoek naar de effecten van bewegen in de klas op de cognitieve ontwikkeling van kinderen in het basisonderwijs. Daaruit bleek dat kinderen die met het speciaal ontwikkelde lesprogramma Fit & Vaardig bewegend taal- en rekenonderwijs kregen, spectaculair meer vooruitgang boekten dan leeftijdgenootjes die het reguliere lesprogramma volgden. Staatssecretaris Sander Dekker noemt het onderzoek ‘een aanmoediging voor scholen om daar ook mee aan de slag te gaan.’
Esther Hartman en haar Groningse collega’s doen al ruim tien jaar onderzoek naar de relatie tussen motoriek en cognitie. “Bij onderzoek naar kinderen met beperkingen zagen we steeds een relatie tussen motorische beperkingen en cognitieve achterstanden. Dat werd een drijfveer om ook echt onderzoek te gaan doen naar die relatie. Aanvankelijk was dat beschrijvend onderzoek, maar later kwamen daar ook interventies bij. Je gaat proberen ontwikkeling van kinderen te stimuleren.“
Evidence-based onderwijsinnovatie
Drie jaar geleden deed het Centrum voor Bewegingswetenschappen (Universitair Medisch Centrum Groningen) samen met Onderwijskunde van de Rijksuniversiteit in dezelfde stad een subsidieaanvraag bij 'Onderwijs Bewijs', een subsidieprogramma van het ministerie van onderwijs dat de ontwikkeling van 'evidence-based' onderwijsinnovatie stimuleert.
“Het ging bijvoorbeeld om projecten voor het terugdringen van achterstanden in het onderwijs”, vertelt Hartman. “Uit onderzoek in de Verenigde Staten naar kinderen met overgewicht bleek dat die kinderen dankzij het bewegen ook cognitief vooruitgingen. Dat was ons uitgangspunt.” Hartman wilde specifiek op zoek naar het effect van bewegen tijdens het leren. “Er was in de literatuur al vrij veel bekend over de effecten van matig tot intensief bewegen op leerprestaties, maar of je ook beter leert als je tegelijkertijd beweegt, wisten we niet.”
"Er is een basisbeweging tijdens de les - bijvoorbeeld joggen op de plaats - en er zijn specifieke bewegingen waarbij leerlingen opgaves met bewegingen beantwoorden"
Fit & Vaardig
De Groningse onderzoekers ontwikkelden daartoe het lesprogramma Fit & Vaardig. Hartman: “Daarbij krijgen de kinderen taal- en rekenonderwijs aangeboden terwijl ze bewegen. Er is een basisbeweging tijdens de les - bijvoorbeeld joggen op de plaats - en er zijn specifieke bewegingen waarbij leerlingen opgaves met bewegingen beantwoorden. Als de uitkomst van een som op het bord vier is, moeten zij bijvoorbeeld vier keer uitstappen om het antwoord te geven. De aangeboden stof is vooral herhalings- en automatiseringsstof: tafels, hoofdrekenen, spellen. De lessen bestaan fysiek en cognitief uit een warming-up een kern en een intensieve afsluiting.” Het onderzoek wordt uitgevoerd door promovendi Marijke Mullender-Wijnsma (onderwijskundige) en Marck de Greeff (bewegingswetenschapper).
Fit & Vaardig werd op twaalf scholen ingezet. Het eerste jaar werden de lessen verzorgd door docenten die speciaal daarvoor waren opgeleid vanuit de onderzoeksgroep, maar in de daaropvolgende twee jaar gebeurde het gewoon door de eigen groepsleerkracht. “Om goed onderzoek te kunnen doen moesten we zorgen dat de condities overal hetzelfde waren en dat de lessen overal op dezelfde manier werden gegeven. Toen dat na het eerste jaar overal goed op de rails stond, kon het worden overgenomen door de groepsleerkrachten”, vertelt Hartman.
"Het programma werd klassikaal aangeboden. Daarbij hadden we klassen waarin we Fit & Vaardig aanboden en controleklassen waar dat niet het geval was"
Vijf maanden winst
Hoewel het programma was gericht op het verbeteren van de leerprestaties van achterstandsleerlingen, kwamen de onderzoekers erachter dat bewegen tijdens het leren een positief effect heeft op alle leerlingen. “We deden het onderzoek op reguliere scholen en we konden de achterstandsleerlingen niet apart in een klas zetten. Het programma werd klassikaal aangeboden. Daarbij hadden we klassen waarin we Fit & Vaardig aanboden en controleklassen waar dat niet het geval was. Vervolgens hebben we apart gekeken naar de verschillende leerlingen ten opzichte van ander leerlingen in de klas.” Alle bewegende leerlingen bleken uiteindelijk over een leerperiode van twee jaar in taal- en rekenonderwijs een leerwinst te hebben van vijf maanden ten opzicht van de controlegroep.
Hartman kreeg veel reacties op haar bevindingen: “We zijn overspoeld met reacties van mensen die dit in de praktijk herkennen. Veel leraren zeggen ook dat zij dergelijke dingen al in de lessen verwerken omdat ze zien dat het effect heeft.” Met zoveel enthousiaste reacties en een positieve staatssecretaris kan een landelijke introductie niet lang op zich laten wachten. Wanneer komt Fit & Vaardig als lesmethode landelijk beschikbaar? Hartman:
“Wij moeten de methode nu door ontwikkelen voor de praktijk. Op dit moment hebben we lessen ontwikkeld voor groep 4-5-6-7. Daar moeten we nog lessen voor groep 3 en 8 aan toevoegen en we willen ook nog goed kijken naar de overgang van de kleuterperiode naar groep 3. Bovendien moeten we nog goede instructies en trainingen ontwikkelen om de leraren vertrouwd te maken met de lesmethode.” Hoe lang dit proces in beslag neemt, weet Hartman niet precies. “Maar er is veel animo voor en we gaan het zeker doorontwikkelen.”
Voor meer informatie: klik hier