Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Jonge topvoetballers onderscheiden zich tussen de oren

door: Thomas van Zijl | 21 mei 2015

Voetbaltrainers zijn er dol op: spelers die ‘het’ zien, die met andere woorden het spel kunnen lezen. Wat ‘het’ is, dat is ook voor die coaches meestal moeilijk uit te leggen. In het proefschrift waarop zij eerder dit jaar promoveerde, toont Lot Verburgh aan dat talentvolle voetballers vaak goed scoren op algemene testen op hersenfuncties en beter in staat zijn hun motoriek aan te passen in moeilijke situaties.

XL18Proefschrift-1Er wordt steeds meer bekend over de effecten van voldoende bewegen op gezondheid. Studies zijn er genoeg, zij het met het manco dat die zich vaak richten op specifieke groepen: mensen die heel veel of juist heel weinig bewegen. Verburgh, die promoveerde bij de afdeling klinische neuropsychologie van de Vrije Universiteit, hanteerde voor haar onderzoek een bredere scope.

Neuro-cognitief uitblinken
Zij testte kinderen uit de jeugdopleiding van clubs uit de Eredivisie, kinderen die lid zijn van een amateurvoet-balclub en kinderen die afgezien van de gymles op school nauwelijks bewegen. Sport is in hun leven niet in gelijke mate aanwezig. Verburgh: “Jonge topvoetballers beschikken uiterlijk over bijzondere talenten, bijvoorbeeld omdat ze fysiek er bovenuit stijgen, of een goede techniek hebben. Met mijn onderzoek wilde ik aantonen of zij ook in neuro-cognitief opzicht uitblinken.”
 
Verburgh komt tot de conclusie dat jonge topvoetballers - met een leeftijd tussen 8 tot 12 jaar - beter presteren dan de andere deelnemers aan het onderzoek. Ze zijn met name beter in staat hun motoriek snel aan te passen. “Dat kan van cruciale betekenis zijn. Als er plotseling toch een speler van de tegenpartij opduikt, moet je anders bewegen en denken dan eerder gedacht. Die aanpassing van gedrag op het allerlaatste moment kan van voetballers echte toppers maken.”

Reactiesnelheid en geheugen
Verburgh onderwierp hen aan verschillende computertesten om hun reactiesnelheid en geheugen in kaart te brengen. Op die vlakken scoren zij eveneens bovengemiddeld. “Wat voor jonge topvoetballers geldt, kan een voordeel zijn in alle open sporten, dus wanneer het belangrijk is snel te reageren op iets wat niet te voorspellen is. Hockey is zeer verwant aan voetbal en ook in het basketbal komen soortgelijke situaties voor.”

Verburgh verrichte haar onderzoek op talenten van Eredivisieclubs. De trainers hechten veel waarde aan haar onderzoek, maar de vraag is wat zij met haar bevindingen gaan doen. De voorspellende waarde is ook voor Verburgh zelf lastig in te schatten. “Het kan interessant zijn in een vervolgstudie wat we nu weten te koppelen aan prestaties op het veld. Gaat de handelingssnelheid van spelers die goed scoorden in de test omhoog? Geven ze net die ingenieuze steekpass?”

XL18Proefschrift-2Zelfs als dat zo blijkt te zijn, is het moeilijk te zeggen of jonge spelertje de top gaan halen. Iemand uit de D- of E-jeugd kan mogelijk nog veel beter worden op de terreinen die Verburgh onderzocht. “Er is bij sommige kinderen duidelijk sprake van een aangeboren talent, maar het zou zeker kunnen dat er het nodige valt aan te leren. En voor het behalen van de top, zijn uiteraard veel meer factoren van belang.”

Concentratieproblemen
Tussen de mogelijkheid hebben de top te behalen en niet of nauwelijks bewegen, zit een wereld van verschil. Verburgh onderzocht ook deze laatste categorie: kinderen die weinig sporten en wel veel gamen of televisie kijken. Zij hebben aanzienlijk meer moeite zich te concentreren. De kans dat deze kinderen uit zichzelf veel meer gaan sporten of er mee in aanraking komen, is klein. Verburgh ziet in haar proefschrift dan ook een pleidooi tot meer en betere gymlessen.

“Iedereen vindt dat jonge kinderen voldoende moeten bewegen, maar bewegingsonderwijs op scholen staat nog steeds onder druk. De lobby is kennelijk niet sterk genoeg om het er politiek gezien doorheen te krijgen. Dit onderzoek kan om de argumenten kracht bij te zetten van toegevoegde waarde zijn.” Om de effecten van betere gymlessen op schoolprestaties in kaart te brengen is inmiddels een vervolgonderzoek gestart onder leiding van bijzonder hoogleraar Jeugdsport Chris Visscher van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG).

Voor meer informatie: klik hier of hier

« terug

Reacties: 3

Tineke Bosch
21-05-2015

Ook voor korfbal heel interessant,

Ahjo Maarsen
25-05-2015

ik denk voor tennis talenten nog interessanter

Delbaere Wim
31-05-2015

Beste, in België is men al bezig met extra hierop te letten. Dhr Gyselinckx en de dhr Bruyninckx zijn  met hun cogi- en sense balltrainingen de stuwende krachten om de jeugd verder met optimale mogelijkheden (The game of the brain) te laten trainen.

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst