door: Marc Hoeben | 29 januari 2015
Bij tennisbond KNLTB werd onlangs de schrikbarende teruggang in het ledenaantal bekend. Ledenwerving en ledenbehoud staan in meer sporten steeds hoger op de agenda en ze kunnen bestuurders soms radeloos maken. Maar geen nood, vindt Sportservice Noord-Holland al enige tijd. Deze organisatie met vooruitziende blik houdt al langer workshops onder de noemer ‘Meer in kortere tijd.’
Meer vrijwilligers, meer leden, meer sponsors. Niels van Weert - medewerker van Sportservice Noord-Holland - somt het moeiteloos op en vele tennisclubs in nood zouden er tegen de achtergrond van recente publicaties oren naar moeten hebben. De racketsport raakte in een jaar meer dan veertigduizend leden kwijt. In de Utrechtse editie van het Algemeen Dagblad dook enkele weken terug de voorbeeldcase van LTV Vianen op. In de jaren zeventig van de vorige eeuw, toen de sport als kool groeide, ontwikkelde de club een park met twaalf banen voor de ruim 1200 leden. Nadien viel er een dalende trend te zien en in de laatste vijf jaar raakte de vereniging van voorzitster Riet Sagius nog eens een derde van haar leden kwijt, om inmiddels gezakt te zijn naar 500 leden.
Voor LTV Vianen komt daarmee een kritische ondergrens in zicht. Van Weert heeft wel een tip voor het bestuur van de club. “We hebben op 4 februari een bijeenkomst bij de regionale sportservice in Vianen.” Toch wordt Van Weert momenteel niet de oren van het hoofd gevraagd door tennisclubs. “De KNLTB heeft een eigen product voor ledenwerving en ledenbehoud.”
In 'no time' ijzersterke campagne
De workshops van Sportservice Noord-Holland kennen een bredere formule en richten zich niet alleen op tennis. “In vier maanden tijd zet je een ijzersterke ledenwerfcampagne neer, met een activiteit. Vrijwilligers van clubs worden begeleid om de markt te leren kennen, ze worden begeleid tijdens de ledenwerfactiviteit en ze leren hoe ze mensen kunnen laten terugkomen. Dat gaat via een systeem van e-learning, op afstand word je gemonitord door de cursusleider.”
Voorheen had de Sportservice Noord-Holland al de cursus ‘Meer vrijwilligers in kortere tijd.’ De huidige workshops komen daaruit voort en worden vanaf begin 2014 gegeven. Ze zijn succesvol, weet Van Weert. “Na afloop van het traject heb je meer vrijwilligers, leden of sponsors. Bij meer dan duizend verenigingen hebben we op deze manier het vrijwilligerstekort opgelost. Dan praat je over tienduizenden mensen. Als het gaat om ledenwerving: bij de rugbybond hebben we gewerkt met dertien clubs. In 2012 hadden ze 83 nieuwe leden, in 2014 - met onze ondersteuning - 483. Dus meer dan vijf keer zo veel.”
Workshops kosteloos voor verenigingen
De term ‘meer in kortere tijd’ komt uit de koker van Van Weert en sluit goed aan bij de huidige tijdgeest. De workshops zijn kosteloos voor verenigingen. “Ze worden betaald uit subsidies van bonden, gemeenten, provincies en fondsen. Maximaal tien verenigingen kunnen er per cursus meedoen. Het begint met een informatiebijeenkomst waarvoor iedereen wordt uitgenodigd om te kijken wat er van hen wordt verwacht. Drie weken later start de cursus, daarna gaat het om één keer per maand een bijeenkomst. De tijdsinvestering is te overzien. Het kost je per persoon een half uur per week, naast die vier bijeenkomsten in vier maanden.”
Voor het werven van meer vrijwilligers is het concept al door het land uitgerold via de verschillende sportraden in het land. Als het gaat om het boeken van meer leden en meer sponsors zijn de clubs vooral nog aangewezen op de diensten van Sportservice Noord-Holland, al hoopt Van Weert ook hierin snel verandering te kunnen brengen. “De kracht van de methode is niet zozeer de inhoud. Het is meer dat wij zorgen dat clubs het echt gaan doen. Je gaat naar huis met documenten die af zijn. Het kost natuurlijk tijd en energie, maar dat is normaal. Dit zijn problemen die niet makkelijk zijn op te lossen.”
Dat de workshops kosteloos kunnen worden gevolgd, noemt Van Weert als een heel groot goed. “Maar het financieren van deze trajecten wordt wel een groter probleem. Bonden en gemeenten hebben het aan de inkomstenkant ook steeds lastiger en ze kijken meer en meer naar wat eruit gaat. Het investeren in opleidingen van organisaties is in Nederland geen gemeengoed. We vinden al snel dat de gemeente dat maar moet doen. Maar een club mag zichzelf die vraag ook wel stellen. Deelname aan de workshop kost zonder subsidie 400 tot 500 euro. Als je drie of vier nieuwe leden werft, dan heb je het bedrag er al uit.”
Verenigingsmanager? Te duur
Bij grotere sportclubs is de opkomst van professionele krachten als verenigingsmanager onweerlegbaar. Het zou een oplossing kunnen zijn in de strijd tegen teruglopende ledentallen. Van Weert zegt echter: “Ik sta er niet achter. Dat werkt alleen bij de top van de ijsberg, die vijf procent met bijna duizend leden of meer. De gemiddelde club heeft tweehonderd leden en kan dat helemaal niet betalen.”
Voor meer informatie: Meerinkorteretijd.nl