Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Rekenmodel zet onderbuik-gevoel om in euro’s

door: Leo Aquina | 9 oktober 2014

Sport wordt vaak ingezet als middel om achterliggende maatschappelijke doelstellingen te realiseren, maar wat is eigenlijk de toegevoegde waarde van sport? Die vraag leeft bij veel beleidsmakers op gemeentelijk niveau. Het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) ontwikkelde samen met sporteconomisch adviesbureau Sport2B een model om de waarde van sport en bewegen bij maatschappelijke projecten in euro’s uit te kunnen drukken. Het model richt zich in eerste instantie op de maatschappelijke waarde van sport en bewegen bij re-integratietrajecten. In hoeverre hielp sport bij het aan het werk helpen van werklozen en hoeveel leverde dat de maatschappij op? “We willen de methodiek nu testen, zodat we voor sportprojecten op andere beleidsterreinen ook dergelijke rekenmodellen kunnen ontwikkelen”, vertelt Geeske van Asperen van NISB.

“Dat sport en bewegen waardevol is, daar is weinig discussie over’, schreef NISB op 24 september in het persbericht waarmee de organisatie een nieuwe publicatie en het nieuw ontwikkelde rekenmodel onder de aandacht bracht. “Maar de meerwaarde blijft vaak bij een onderbuik-gevoel hangen. Het is wel belangrijkom ook eens te proberen dat ook in geld uit te drukken”, aldus Van Asperen.

“Uit onderzoeken komt vaak naar voren dat er weinig kengetallen zijn. Aan de andere kant zijn er wel lokale voorbeelden waar veel ervaring is. Die kunnen als vertrekpunt voor een kosten-batenanalyse dienen. Wij hebben een aantal concrete interventies gekozen op het gebied van arbeidsre-integratie omdat dit voor gemeenten een belangrijk thema is bij de decentraliserende overheid.”

In de brochure ‘Sport beweegt naar werk’ staan voorbeelden van projecten waarbij sport en bewegen wordt ingezet om mensen weer aan het werk te helpen, zoals Leerwerkplekken bij de sportvereniging in Enschede, het project Warming Up in Leeuwarden en Opsterland, Feyenoord Jobscorer in Rotterdam en Vooruit met Topsporters in Eindhoven. Daarnaast is in deze brochure informatie opgenomen over het BeleidsOndersteunend Rekenmodel (BOR).

Kosten-batenanalyse
Van Asperen en haar collega’s werkten voor het model drie verschillende scenario’s uit. Het gaat daarbij om projecten met verschillende doelstellingen. Als eerste is er ‘activatie als voorbereiding op re-integratie’, gericht op mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt; als tweede ‘activatie gericht op uitstroom naar werk’, gericht op langdurig werklozen met meervoudige problematiek; en als derde ‘activatie gericht op uitstroom naar werk/onderwijs’ voor jongeren en (vroegtijdig) schoolverlaters’.

“Uit alle drie de scenario’s die we hebben uitgerekend, komt naar voren dat sport een meerwaarde heeft”, zegt Van Asperen. “In de voorbeelden varieert dit effect – uitgaande van honderd deelnemers per interventie – van 200.000 tot 400.000 euro. Deze waarden kunnen natuurlijk niet automatisch gegeneraliseerd worden naar lokale projecten, daarvoor moet worden gekeken of de lokale aanpak vergelijkbaar is qua kosten en effecten.”

Welke zaken hebben invloed op de uitkomst? Van Asperen: “Er zijn methodieken voor maatschappelijke kosten-batenanalyses. Bij re-integratietrajecten kan je bijvoorbeeld kijken hoeveel mensen je aan een baan hebt geholpen. Er is al veel onderzoek gedaan naar de kosten van arbeidsmarktre-integratie. We moeten dus kijken hoeveel die sportinterventies het beter doen dan ‘normale’ interventies. Als je deze methodiek ook op andere terreinen wil toepassen, moet je bijvoorbeeld kijken hoe je zaken als ‘gezondheid’ en ‘kwaliteit van leven’ in geld uitdrukt. ”

Objectief?
NISB en Sport2B hadden geen externe opdrachtgever voor het onderzoek. Als het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen een model creëert waar uitkomt dat sport en bewegen een positief effect hebben, wekt dat weinig verbazing. In hoeverre was de organisatie met het ontwikkelen van dit model op zoek naar een legitimatie van het eigen bestaan?

“Om onafhankelijkheid te garanderen hebben we alle berekeningen laten doen door econoom Pieter Verhoogt van Sport2B”, vertelt Van Asperen. “Dat de projecten die we bij het ontwikkelen van het model als voorbeeld hebben genomen een positief beeld opleveren, ligt aan die specifieke projecten. Bij andere interventies met andere kengetallen kan er ook weer iets heel anders uitkomen.”

In ontwikkeling
Het BOR staan inmiddels online op de site van NISB. “Gemeenten kunnen het model gebruiken”, vertelt Van Asperen. “Ik hoop dat dit leidt tot vragen en gesprekken, en dat het een impuls geeft aan de inzet van sport en bewegen bij re-integratietrajecten door gemeenten. Het moet ook een aanzet zijn tot betere monitoring van de projecten. Hoe meer data we hebben van de rekengetallen, hoe hoger de betrouwbaarheid wordt. Op die manier kunnen we ook het rekenmodel verbeteren, zodat we steeds meer inzicht krijgen in de effectiviteit.”

Voor de brochure Sport Beweegt Naar Werk – met daarin de goede voorbeelden waarnaar wordt verwezen in bovenstaand artikel - klik hier. Voor een beschrijving van het model en een nadere toelichting klik hier

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst