door: Leo Aquina | 23 juni 2022
De sport is in Nederland en internationaal de afgelopen jaren steeds vaker onder een vergrootglas komen te liggen als het ging om integriteitskwesties. Als antwoord stelde NOC*NSF tijdens de ALV in mei 2021 de Visie Sport & Integriteit 2024 vast, maar dat kost geld. De sportkoepel liet Berenschot uitrekenen hoeveel en het onderzoeksbureau ging uit van drie scenario’s. In het minimale geval zijn de kosten op jaarbasis 16 miljoen euro, in het meest uitgebreide scenario 39 miljoen. NOC*NSF mikt op het middelste scenario van ongeveer 31 miljoen euro. Nog niet duidelijk is waar dat geld precies vandaan moet komen. Integrity officer Emiel Krijt geeft uitleg.
Het visiedocument van NOC*NSF kent een nogal ingewikkelde opbouw ‘langs drie hoofdlijnen, vertaald naar 22 maatregelen, verdeeld in 5 categorieën’. De hoofdlijnen zijn ‘Professioneel’, ‘Structurele borging en financiering’ en ‘Integraal’. Krijt: “Dat is de kern van wat we willen veranderen en dat willen we in vijf categorieën: educatie en voorlichting, preventie, regelgeving, handhaving en steun & bescherming. Uiteindelijk gaat het om de 22 maatregelen die Berenschot stuk voor stuk heeft doorgerekend.”
Trainers opleiden
De grootste kostenposten in het rapport van Berenschot vormen de maatregelen op het gebied van educatie en preventie. Krijt: “Slechts tien procent van de trainers en coaches in Nederland is daartoe opgeleid. In het onderwijs en de kinderopvang zijn de vereiste papieren enorm belangrijk, maar in de sport worden totaal geen eisen gesteld wanneer je voor een groep met kinderen staat en dat is eigenlijk heel gek. Pedagogische vaardigheden zijn belangrijk, daarom zetten we in op een basisopleiding met meer aandacht voor pedagogiek en het voorkomen en herkennen van grensoverschrijdend gedrag.”
In totaal kwamen de maatregelen op het gebied van educatie in het Berenschot op
5,9 miljoen voor het laagste scenario, 10,8 miljoen voor het middelste en 15,9 miljoen voor het hoogste. “We willen zoveel mogelijk trainers die voor groepen met kinderen staan opleiden tot niveau 3”, aldus Krijt. “De verschillende kosten hangen vooral af van het tempo waarin we dat doen. Wil je het in vijf jaar voor elkaar krijgen, dan hangt er op jaarbasis een ander kostenplaatje aan dan als je het over tien jaar spreidt. In de uitvoering speelt haalbaarheid ook een rol. Vind maar eens zoveel mensen die een dergelijke opleiding willen doen. Een tijdspanne van tien jaar is reëler.”
Integrity officers
De maatregelen in de categorie preventie komen in het Berenschotrapport in totaal op 13,3 miljoen (laag), 19,7 miljoen (middel), 25,9 miljoen (hoog). Deze kosten zitten voor een deel in het verplichten van aanvragen voor een VOG (Verklaring omtrent gedrag) voor jeugdtrainers bij verenigingen. “Op dit moment is er een gratis VOG-regeling beschikbaar voor verenigingen, maar daar wordt slechts beperkt gebruik van gemaakt”, aldus Krijt. “We willen bonden stimuleren tot het opstellen van minimaal preventief beleid, waar onder meer die VOG-verplichting deel van uitmaakt.” Andere kostenposten zijn het opleiden en aanstellen van mensen op lokaal niveau. “Bij verenigingen, maar ook bij bonden en bij gemeenten zijn aanjagers nodig. Mensen die hiervoor zijn opgeleid en die zich specifiek met integriteit bezighouden. Er moet iemand verantwoordelijk zijn voor het onderwerp.”
Extra inzet van politie en justitie voor de bestrijding van matchfixing is niet meegenomen in het Berenschotrapport
In de categorie regelgeving gaat het niet zozeer om kosten, als om politieke wil. NOC*NSF stelt maatregelen voor als het jaarlijks herijken van tuchtreglementen, maar met name op het gebied van matchfixing heeft de sport hulp nodig. “Op dit moment is er geen specifieke wet die matchfixing verbiedt”, aldus Krijt. “Er zijn wel wetsartikelen op basis waarvan je het strafbaar kunt maken, maar dat is ingewikkeld. Het zou helpen als er een apart wetsartikel komt, zodat politie en justitie meer kunnen doen. Maar we weten ook dat politie en justitie op dit moment te weinig capaciteit hebben. Ik heb wel eens gehoopt dat er een keer een grote casus aan het licht zou komen, zodat er eindelijk eens echt iets zou gebeuren.” Extra inzet van politie en justitie voor de bestrijding van matchfixing is niet meegenomen in het Berenschotrapport.
Zorgen om ISR
NOC*NSF wil ook stimuleren dat bonden zich aansluiten bij het Insituut Sportrechtspraak (ISR). Dat instituut lag de afgelopen maanden stevig onder vuur, met name vanwege de lange looptijd van tuchtzaken, maar ook vanwege de vrijspraak van turntrainer Vincent Wevers, die werd beticht van slaan, schoppen, intimidatie en het negeren van blessures. De tuchtcommissie deed het onderzoek van het ISR af als ondeugdelijk.
De maatregelen die betrekking hebben op handhaving worden in het Berenschot-rapport verwerkt onder professionalisering. Dat zijn maatregelen als het oprichten van taskforces door het ministerie van Justitie & Veiligheid en het professionaliseren van het ISR. Krijt licht toe: “Het rapport houdt rekening met een stijging van het aantal casussen en een aantal andere stappen op het gebied van professionalisering, maar het gaat bij het ISR niet meer zozeer om geld. Er is fors extra geïnvesteerd. Extra geld lost nu niet direct iets op. De organisatie moet de professionalisering voortzetten en verder verbeteren. Wij houden daar nu nauw vinger aan de pols. Het ISR is een onafhankelijk orgaan. Als NOC*NSF hebben we onze zorgen, maar we vinden het belangrijk dat het instituut er is. Het is beter om dit als sport collectief te organiseren, dan dat alle bonden apart met hun tuchtrecht op het vlak van integriteit moeten worstelen.”
"We weten nu wat het moet kosten als we dit structureel goed willen doen"
Wie gaat betalen?
Nu NOC*NSF in kaart heeft wat integriteit in de sport op jaarbasis moet kosten, rijst uiteraard de vraag: wie moet dat betalen? “Krijt: “Dat is eigenlijk nog een stap te vroeg. We willen maatregelen, dan is het handig als je weet wat dingen kosten. Nu moet er eerst een debat plaatsvinden over deze rapportage. We roepen nu de politiek op om hierover een rondetafelgesprek te organiseren. We weten nu wat het moet kosten als we dit structureel goed willen doen. Uiteraard moet een deel van de investeringen vanuit de rijksoverheid komen, maar ook een deel uit de sport zelf en van lokale overheden.”
NOC*NSF mikt in het debat over de maatregelen op het middelste scenario. Krijt: “Het liefst doen we natuurlijk alles, maar je moet ook kijken wat haalbaar is in de uitvoering op korte en midden lange termijn. Met die 31 miljoen in het middelste scenario kunnen we relatief snel veel doen.”
Voor meer informatie: Veilig sportklimaat vraagt investering van minimaal 16 miljoen euro per jaar