door: Bas Kammenga | 12 mei 2022

'Handboek voor jonge sporters, topsporters en topsportouders' is de titel van het boek dat Patrick van Bruggen - een gastouder voor spelers uit de opleiding van Ajax - op 15 april lanceerde. De uitgave bevat meer dan honderd tips en handvatten voor (top)sporters en hun ouders, maar is ook geschikt voor de professionals rondom (top)sporters.

Om te beginnen stelt Patrick van Bruggen (56) zichzelf voor: “Ik heb vroeger altijd zelf gevoetbald. Op mijn achttiende ben ik naar de hotelschool in Maastricht gegaan. Ik heb er mijn vrouw ontmoet en samen zijn we na de studie naar Amsterdam verhuisd. Ik was actief in diverse functies in de horeca en heb mijn vrouw warm gemaakt voor de club Ajax. In Wenen zagen we in 1995 bijvoorbeeld samen de gewonnen Champions League-finale. Een absoluut hoogtepunt. In 1997 en 1999 zijn onze kinderen geboren.”

Introductiegesprek
Het koppel raakte geïnteresseerd om zich te melden als gastouders voor spelers uit de opleiding van Ajax. “We hebben in 2014 een introductiegesprek gehad en er werd onder meer uitgelegd dat er een wettelijk vastgestelde onkostenvergoeding is voor gastouders. In eerste instantie hebben we ons aangemeld voor een kortstondig verblijf van spelers. Toen mijn zoon uit huis ging, hebben we drie keer voor langere tijd spelers in huis gehad. De eerste speler kwam uit Roemenië en bleef twee seizoenen. Daarna hadden we een jongen in huis die in eerste instantie nog teveel op zijn talent leunde, maar in de loop van het jaar wel door kreeg dat hij moest werken aan zijn verbeterpunten. Na de coronatijd hadden we een gastkind dat afkomstig was van Willem II en al na tien weken naar Engeland vertrok.”

Van Bruggen en zijn vrouw hebben nog altijd veel contact met deze drie spelers. “We staan veel in contact met de club. Die gesprekken met de spelers bij Ajax gingen vooral niet over het voetbal, maar over wat er in het hoofd van spelers gebeurt. Op LinkedIn ben ik begonnen met het schrijven over talentontwikkeling. Ik heb bekende sporters geïnterviewd, zoals Ron Zwerver en Ron Berteling. Maar ook het voormalig hoofd opleiding van FC Groningen, Peter Jeltema. Ik sprak met Peter Murphy, met sportpsychologen en ik kwam erachter dat sporters achttien mentale eigenschappen hebben. Die heb ik uitgewerkt en de zaken die ik opschreef, heb ik laten meelezen door externe deskundigen. Alles wat erin staat aan informatie is geverifieerd door experts.”

Volwaardig
Toen Van Bruggen in 1997 ooit zelf vader werd, kocht hij het bekende ‘Oei ik groei’ over opgroeiende kinderen. “Mijn boek is een vergelijkbaar voor (top)sporters en hun ouders. Bij Ajax zijn er zo’n vijftien à twintig gastgezinnen. Het is meer dan alleen eten, drinken en een slaapplek aanbieden. Wij vinden dat je er zoveel mogelijk moet zijn voor die jongens. Zo proberen we zoveel mogelijk wedstrijden te kijken en zijn ze volwaardig onderdeel van het gezin. Wij vinden het een verrijking voor ons gezin en vinden het leuk om zo’n jongen te laten groeien. Momenteel hebben we geen gastkind, maar er kan op termijn best weer een nieuwe ‘match’ komen.”

Tijdens het schrijven kwam Van Bruggen er achter dat er buiten het voetbal veel talentvolle sporters zijn die het zwaar hebben om de stap van talent naar topsporter te maken. Dat zat hem in die gevallen bij sporters in financiële aspecten. “Daarom heb ik besloten de Stichting Topprestaties op te richten. Er is een grote onderlaag van spelers die geen top-16 status hebben, maar daar wel graag heen willen. Als het boek goed verkoopt en ik meer workshops over het sportouderschap kan geven, kan ik sporters daarmee financieel ondersteunen. Sporters komen in aanmerking voor financiële steun door de persoonlijke band die ik met hen opbouwde tijdens het schrijven. Ook probeer ik sommige sporters te verbinden aan professionals uit mijn netwerk.”

Vrijuit
Het woord Ajax komt niet voor in het handboek. “Ik heb één voorbeeld uit het voetbal gebruikt en ik heb juist mensen uit verschillende sporten gesproken. De sportouders die ik sprak, kwamen ook niet uit het voetbal. De ouders staan er anoniem in zodat ze beter vrijuit kunnen spreken en de uitspraken geen invloed hebben op de actuele carrière van de sporters.”

Het boek, dat een oplage heeft van tweeduizend en 320 pagina’s telt, wordt in deze fase vooral gekocht door talentenbegeleiders. “Er is een directeur van een club uit het betaalde voetbal die er twintig heeft besteld voor de technische staf bij deze club. Een hoofd opleiding wil het binnen zijn club verspreiden onder trainers en coaches. Er zijn momenteel meer begeleiders van sporters dan sporters zelf, die het aanschaffen. Ik hoorde van een lezer zeggen dat eigenlijk alle ouders van topsporters het zouden moeten lezen.”

Gereedschappen
Peter Murphy kende Van Bruggen voorafgaand aan het schrijven nog niet. “Ik vond het gaaf dat hij het hoofdstuk over voorkeursstijlen wilde redigeren. Zo zijn er meer professionals die samen met mij de inhoud scherper hebben gesteld. Veel contacten heb ik gelegd via LinkedIn en zo heb ik mijn netwerk uitgebreid. In het boek staan wat de drijfveren van sporters zijn en stiekem hoop ik dat coaches ook leren zich beter in te leven in de sporters. Om de coaches te bewegen te kijken hoe hij of zij de sporter de juiste gereedschappen in handen geef en het leervermogen te optimaliseren.”

Het handboek is voorzien van QR-codes die verwijzen naar inspirerende filmpjes voor sporters of betrokken, die wellicht minder makkelijk ruim drie honderd pagina’s zullen lezen. “In een tweede versie zal ik meer afbeeldingen gaan gebruiken. ‘Van fouten leer je’, schrijf ik en dat geldt ook voor de verbeterslag bij een tweede editie van deze uitgave voor topsporters en hun ouders. Een tweede boek wil ik graag op dezelfde manier gaan schrijven. Over hoe je succesvol leiding kunt geven aan teams. Van ondernemen en topsport wordt gezegd dat ze op elkaar lijken, maar ondernemers kunnen vaak vooral nog heel veel leren van de topsport.”

Eerbetoon
Het boek is opgedragen aan Noah Gesser, jeugdspeler van Ajax die vorig jaar op 16-jarige leeftijd overleed bij een auto-ongeluk. “Hij is met zijn broer verongelukt bij Nieuwegein. Het was een teamgenoot van mijn gastkind. Het had een enorme impact op zijn eigen familie, maar eigenlijk op alle ouders en betrokkenen rond de club en de bredere sportwereld. Het leek mij gepast dit handboek aan hem op te dragen.”

Bij het schrijven heeft Van Bruggen zichzelf beter leren kennen. “Dat heeft het maken van het boek waaronder het lezen van achtergrondinformatie me opgeleverd. Elk mens heeft een interne dialoog en ik heb geleerd om te gaan met mijn eigen negativiteit. Ik was al van het doen en proberen en vervolgens te verbeteren. Ik hoop dan ook dat er een andere term komt voor ‘fouten maken’. Elke fout is het begin van een groeiproces. Als kind stonden we gewoon weer op als we vielen, maar als volwassene proberen we veel fouten te vermijden en dan verdwijnt ook de kans om daarvan te leren.”

Voor meer informatie: www.stichtingtopprestaties.nl