Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Nieuwe master Performance, Sport and Health van start

door: Emma Meertens | 12 mei 2022

Aankomend schooljaar start de nieuwe master Performance, Sport and Health aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Tijdens de opleiding worden trainers en coaches, leraren lichamelijke opvoeding en fysio- en oefentherapeuten klaargestoomd om sporters en artiesten te ondersteunen in het behoud van gezondheid en het verantwoord belasten bij het leveren van prestaties. Een belangrijk onderdeel van de cursus is de multidisciplinaire aanpak waarbij de verschillende experts samen aan de slag gaan met de problematiek in de sport en podiumkunsten.

NilsJongerius-1Aanleiding voor het opstarten van de tweejarige deeltijd master Performance, Sport and Health zijn de gesprekken met het werkveld die een aantal jaar terug gestart zijn. Daarbij is gekeken welke behoeftes er nog zijn in dit domein. “In die gesprekken werd duidelijk dat fysio- en oefentherapeuten, maar ook trainers en coaches, de begeleiding van sporters en artiesten vaak vanuit hun eigen domein bekijken en van daaruit werken”, zo legt Nils Jongerius - de programmacoördinator van de master - uit. “Wat we nu vaak zien is dat een sporter of artiest geblesseerd raakt, naar de therapeut gaat om te revalideren en zodra het weer kan terug het trainingsveld opstapt. Dat is een vrij zwart-witte behandeling van een blessure, terwijl we het met elkaar eens zijn dat zo’n blessure helemaal niet zo zwart-wit is.” Gedurende de lessen ligt dan ook de focus op de cross-over van kennis tussen de verschillende disciplines. 

Criteria voor studenten
Die cross-over is ook terug te zien in het feit dat de master overkoepeld wordt door twee faculteiten binnen de HvA (de faculteit Gezondheid en de faculteit Bewegen, Sport en Voeding) en dat er een heterogene instroom wordt gehanteerd. Zowel mensen met een bacheloropleiding Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO), als met een bacheloropleiding Fysiotherapie of Oefentherapie worden toegelaten tot de master. Een andere belangrijke voorwaarde is dat zij een relevante werkplek hebben waar ze minstens acht uur per week werkzaam zijn. 

“De reden hiervoor is dat we willen dat de studenten de inhoud van de opleiding direct toepassen in de praktijk. Daarmee is het een totaal andere opleiding dan bijvoorbeeld bewegingswetenschappen aan de universiteit”, aldus Jongerius. Van de studenten wordt dan ook verwacht dat ze de ambitie hebben om een bredere visie te ontwikkelen op toekomstig fysiek en mentaal gezond presteren en dit meteen willen toepassen. 

“Het is belangrijk dat je leert te identificeren hoe je verschillende individuen en teams met een bepaalde bewegingsangst of prestatieangst benadert"

Inhoud van de master
In de master staan grofweg vier thema’s centraal: fysiek gezond functioneren & presteren; onderzoek & innovatie; professioneel redeneren & samenwerken; mentaal gezond functioneren & presteren. Over dat laatste thema vertelt Jongerius: “Het is belangrijk dat je leert te identificeren hoe je verschillende individuen en teams met een bepaalde bewegingsangst of prestatieangst benadert. De professionals moeten in staat zijn om dit te herkennen en ze door te verwijzen naar de juiste persoon. We behandelen natuurlijk het mentale aspect, maar we leiden de studenten niet op tot sportpsycholoog.” 

NilsJongerius-2Naast de vier thema’s worden de studenten opgeleid om drie verschillende groepen te kunnen begeleiden: het individu, een team en een organisatie. De theoretische concepten - die in het eerste trimester behandeld worden - worden telkens opnieuw toegepast op die drie groepen. Op die manier wordt er voldoende kennis opgebouwd om in het tweede en laatste jaar van de master aan de slag te gaan met de afstudeerthesis.

Combinatie tussen sport en podiumkunsten
Dat de studenten zich niet alleen bezig houden met sporters, maar ook met artiesten, is een bewuste keuze vanuit de HvA. “Het gezond fysiek en mentaal presteren staat centraal, de vorm waarin dat gebeurt is secundair”, zo legt de programmacoördinator Jongerius uit. “Een turnbeweging moet bijvoorbeeld een bepaalde artistieke vorm hebben en datzelfde geldt voor de beweging van een balletdanser.” Er zit dus overlap tussen sport en podiumkunsten en dat maakt dat verschillende variabelen bij zowel sporters als performers te identificeren zijn. Maar er valt ook veel van elkaar te leren, blijkt uit het voorbeeld dat Jongerius geeft. 

“Binnen de topsport hebben we het over tapering, dat houdt in dat een sporter de trainingsbelasting terugschroeft een week voor de start van een grote competitie. Wat we in de podiumkunsten juist vaak zien is dat het aantal oefenuren de week voor een groot optreden relatief hoog is. De reden hiervoor is dat zij vaak enkel in deze korte periode voorafgaand aan een optreden het hele gezelschap bij elkaar hebben en toegang hebben tot het podium waarop de performance geleverd moet worden.” Het overgrote deel van de theoretische principes zijn voor beide groepen hetzelfde, vandaar de keuze om zowel de sport als de podiumkunsten terug te laten komen in het onderwijs.

"Studenten hebben de mogelijkheid om aan de slag te gaan als trainer, therapeut of beleidsmedewerker met een technisch en medisch perspectief"

Topsport en amateursport verschillen
Onder sport valt zowel de topsport als de amateursport. De visie van de opleiding, een leven lang gezond presteren, staat enigszins haaks op de algemene benadering die vaak in de topsport terug te zien is: op korte termijn presteren. Jongerius legt uit dat je in beide gevallen te maken hebt met een afweging tussen prestatie en gezondheid: “Dat gaat over het algemeen goed samen, maar soms botsen die zaken ook met elkaar. Waar vaak het probleem ontstaat is dat men de insteek van de topsport probeert toe te passen op de amateursport.” In de opleiding is er daarom ook voor een continuüm gekozen van amateur- tot topsport waarbij voor iedere context opnieuw de juiste balans van gezond presteren gevonden moet worden. 

De eerste Performance, Sport and Health-masterstudenten zullen in september dit jaar starten met de opleiding. De ambitie is om te groeien naar een instroom van dertig studenten per jaar. Na het voltooien van de master hebben de studenten onder andere de mogelijkheid om aan de slag te gaan als trainer, therapeut of beleidsmedewerker met een technisch en medisch perspectief. Vanuit die rollen gaan zij bij sportbonden, organisaties zoals NOC*NSF of gemeenten aan de slag, om de verenigingen en gezelschappen te adviseren in het goed begeleiden van sporters en artiesten. 

Voor meer informatie: master Performance, Sport and Health

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst