Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Het belang van bloedbiomarkers voor de fitheid van (top)sporters

door: Leon Janssen Lok | 1 april 2021

De fitheid van een topsporter, is die eigenlijk meetbaar? Het project Papendal Fit Food Meter heeft als doel met behulp van fysiologische testen en analyses de fitheid van topsporters beter te kunnen monitoren en bij te sturen als dat nodig is. In dat kader deed Arno Traa tijdens zijn afstuderen een onderzoek op Papendal naar snelle meetbare bloedbiomarkers. Een klein onderzoek, maar wel een met potentie, zo lijkt het.

ArnoTraa-1Het Papendal Fit Food Meter-project wordt uitgevoerd via een samenwerkingsverband tussen Sportcentrum Papendal, Sport Medisch Centrum Papendal (SMCP), Ziekenhuis Gelderse Vallei (ZGV) en Wageningen University & Research (WUR). Er zijn verschillende fysiologische parameters die iets zeggen over de fitheid van een topsporter, zoals het testen van hoeveelheden testosteron of cortisol, maar er zijn ook andere fysiologische parameters die een beeld geven, al dan niet door voeding te beïnvloeden. Het vraagstuk wordt daarom multidisciplinair bekeken en het onderzoek van Arno Traa past dan ook in het streven om het plaatje zo compleet mogelijk te krijgen.

Traa voerde zijn onderzoek uit in het kader van zijn afstudeerjaar van zijn master Nutrition and Health aan de WUR. Daarvoor studeerde hij Voeding & Diëtetiek aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA), waar hij sinds kort docent is aan dezelfde opleiding. “Ik geef voornamelijk projectlessen aan eerste- en tweedejaarsstudenten, geef practica en begeleid studenten bij het schrijven van hun afstudeerscriptie. Een raar jaar om te beginnen natuurlijk, zo in coronatijd, maar ik vind het erg leuk en het past goed bij mij.”

Controlelampje
Biomarkers, oftewel biologische markers, zijn indicatoren in het lichaam om bepaalde eigenschappen in het lichaam te meten. Ze kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden om te kijken of iemand ziek is, of iemand gaat reageren op een medicijn of om te bepalen hoeveel risico iemand loopt om een ziekte te ontwikkelen. Die biomarkers zitten ook in het bloed. Traa: “Die bloedbiomarkers geven bepaalde concentraties of waarden aan. Als je dat op een snelle manier kan meten, kan dat interessant zijn voor sporters, en zeker voor topsporters die met extreme belastingen te maken hebben. Je kunt de belastbaarheid bijvoorbeeld beter in de gaten houden en het trainingsprogramma daarop aanpassen.” 

"De biomarkers kunnen een aanvulling zijn, gelden eigenlijk als een van de controlelampjes"

Traa benadrukt dat de bloedbiomarkers zonder groter kader niks zeggen. “Je moet ze eigenlijk zien als onderdeel van een dashboard. In de sport wordt van alles gemeten om in kaart te brengen of iemand gezond of belastbaar is. De biomarkers kunnen een aanvulling zijn, gelden eigenlijk als een van de controlelampjes. Niet als een rood of oranje lampje dat aangeeft dat je meteen moet stoppen of dat er iets ernstigs aan de hand is, maar als een indicatie die aanleiding geeft om iets aan te passen. Dat het bijvoorbeeld beter is dat iemand de komende wedstrijd even overslaat.”

ArnoTraa-2Prikken ‘langs de lijn’
Het onderzoek van Traa was beperkt, maar smaakt toch naar meer. “Met een apparaat dat snel bloedmetingen kan doen, zou je in de toekomst kunnen indiceren of iemand mogelijk ‘in het rood loopt’, of gewoon gezond of belastbaar lijkt. Dat was de gedachte achter mijn project. Dat je eigenlijk prikt ‘langs de lijn’ en er dan meteen iets mee kunt in het beleid richting de individuele sporter. Ik heb een eerste aanzet gemaakt voor de manier waarop je dat zou kunnen testen, met een kleine onderzoeksgroep van vier personen. We hebben gebruik gemaakt van vingerprikken en veneuze bloedafname en vooral gekeken naar hoe betrouwbaar zoiets is door het te vergelijken met de bloedanalyses die volgens de standaardmethode in het ziekenhuislab gedaan worden. Vanwege de beperkte onderzoeksgroep zijn er nu natuurlijk geen harde conclusies aan te verbinden, maar het is zeker de moeite waard om het verder te onderzoeken en door te gaan met testen.”

Meer prikken en meer observaties doen, dat is wat betreft Traa het devies om te kunnen beoordelen of deze methodiek een meerwaarde heeft. “Het is belangrijk om veel data te verzamelen én om volgens een vast protocol te prikken. Heel veel dingen zijn van invloed op waardes in het bloed: beweging, warmte, misschien zelfs de manier waarop je zit of ligt, hoeveel heb je gedronken, menstruatie, et cetera. Je moet dus een gestandaardiseerde manier hebben om de betrouwbaarheid te kunnen borgen.” 

"Het zou heel mooi zijn als deze methodiek uiteindelijk indirect zou kunnen bijdragen aan het voorkomen van blessures"

Nieuw in sportwereld
Traa deed ook een literatuuronderzoek en concludeerde daaruit dat er nog veel onbekend is over het nut van de inzet van deze markers. “Hoewel het vast al gebruikt wordt in de sport, is het toch nog wel behoorlijk nieuw in de sportwereld en zijn er nog geen referenties beschikbaar voor sportpopulaties. Het zou heel mooi zijn als zo’n bloedbiomarker de doorslag kan geven bij twijfelgevallen en deze methodiek uiteindelijk indirect zou kunnen bijdragen aan het voorkomen van blessures.”

Traa ziet voor zichzelf momenteel even geen rol weggelegd in een vervolg, nu hij onlangs docent aan de HvA is geworden. Toch ziet hij een link met zijn huidige werk en lijkt het hem mooi om hier in de toekomst mee verder te gaan. “Gepersonaliseerde voeding vind ik erg interessant. Ik denk dat er een mooie combinatie te maken valt tussen biomarkers en gepersonaliseerde voeding en de adviezen voor sporters. Een mooi onderwerp van studie”, zo blikt hij alvast vooruit.

Verder lezen: 'Inzet van biomarkers kan blessures voorkomen'

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst