door: Leo Aquina | 1 april 2021

NOC*NSF heeft begin februari de accreditaties van de vijf TeamNL Centra voor Topsport en Onderwijs (CTO) met vier jaar verlengd tot en met de Olympische en Paralympische Spelen van Parijs. De naam CTO verdwijnt. Voortaan zijn het kortweg TeamNL Centra. Dat geldt ook voor het gezamenlijke TeamNL centrum van Rotterdam, Den Haag en Dordrecht. Voor Rotterdam een reden om de ambitie als topsportstad kracht bij te zetten. “Wij hebben het streven om een aantal topsportprogramma’s aan te trekken en Rotterdam neer te zetten als topsporttrainingslocatie”, zegt Hester van den Blink, beleidsadviseur topsport bij de gemeente Rotterdam.

De gemeente Rotterdam investeert flink in topsportfaciliteiten. Wat levert dat de gewone Rotterdammer op? Hester van den Blink: “Met topsport en alles wat daarbij komt kijken, zorg je voor reuring in de stad. Dat gebeurt met evenementen, maar ook als thuisbasis voor olympische topsport- en opleidingsprogramma’s die ook toegankelijk zijn voor talent uit eigen stad en die we benutten ter versterking van de amateursport. Er komen bezoekers op af die misschien wel langer in de stad blijven plakken dan anders en daarmee levert het economische spin-off op.” 

Inspiratie
Het belangrijkste argument van de gemeente om in topsport te investeren is inspiratie: “We willen als gemeente dat onze inwoners gezond zijn en daar hoort sport en bewegen bij. Daarom zetten we in op de hele sportpiramide. Als we in topsport investeren, moet dat ook doorsijpelen naar de andere lagen in de sport. Liefst ook nog met maatschappelijke impact door het te koppelen aan sociale programma’s. Daarbij kun je denken aan bijvoorbeeld de ‘Mattie’-weerbaarheidstrainingen door de vechtsportbonden. Als je topsporters binnenhaalt, gaan die bijvoorbeeld ook clinics geven op scholen. Zeker als je dat ook koppelt aan evenementen heeft het een inspirerende werking.”

Rotterdam heeft zich ten doel gesteld om minimaal vier topsportcentra binnen te halen. Een voorschot daarop is de focusgroep kanosprint voor jonge talenten. “Onze sportwethouder Sven de Langen heeft vorige maand de kanosprinters verwelkomd op de Willem Alexanderbaan. Zij hebben nog geen officiële NOC-status, maar het is wel een nationaal programma en ze gaan zich de blubber trainen voor Parijs 2024”, aldus Van den Blink. De Nederlandse mannenturners komen in september als eerste topsportprogramma met een NOC-status naar Rotterdam. Daarnaast is er een droom om in de stad het nationale vechtsportcentrum te vestigen. Van den Blink: “De vechtsportbonden zijn enthousiast, maar er moet nog wel wat water door de Maas.” Een ander concreet plan is het faciliteren van de Rotterdamse wereldkampioen breakdance Menno van Gorp met het oog op de olympische status van die sport in 2024. 

Samenwerking binnen Metropool
Het verlengen van de TeamNL-accreditatie was cruciaal voor het Rotterdamse topsportbeleid. Van den Blink: “NOC*NSF financiert de landelijke topsportprogramma’s en zij vinden het belangrijk dat die programma’s gehuisvest zijn in TeamNL-centra.” 

Hoe verhoudt Rotterdam zich tot partnersteden Den Haag en Dordrecht in de CTO Metropool, die binnenkort onder de TeamNL-vlag een nieuwe naam zal krijgen? Van den Blink: “We werken goed met elkaar samen. Concurrenten? Nee, absoluut niet. We hebben alle drie onze eigen focus. Den Haag richt zich op zeilen, skateboarden en beachvolleybal. Dordrecht heeft het topsportprogramma shorttrack en richt zich vooral op talentontwikkelingsprogramma’s. We zijn continu met elkaar in overleg hoe we elkaar kunnen versterken.” Per april gaat voormalig professioneel schaatser Arne de Groote als nieuwe directeur aan de slag bij het TeamNL-centrum van de drie steden. Van den Blink: “Hij heeft een aantal mooie uitdagingen, waaronder het aanpassen van de governance structuur van CTO Metropool, het faciliteren van meer topsportprogramma's, verbindingen maken met de breedtesport en nog meer betrekken van onderwijs en innovatie bij de topsport in de Metropool.”