Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

30 bonden maken zich hard voor meer diversiteit in de sport

door: Leo Aquina | 28 januari 2021

“We mogen met zijn allen wel wat harder lopen om de sport divers te krijgen”, zegt Marieke van der Plas. “Van de 76 bonden hebben er maar drie of vier een vrouwelijke directeur, dat is dieptriest.” Als directeur van de Nederlandse turnbond KNGU is Van der Plas een van die uitzonderingen. Zij maakt zich sterk voor diversiteit in de sport en het sportbestuur. Half januari tekenden 26 sportbonden tijdens een online symposium het charter voor meer diversiteit in de sport. Van de Plas is er blij mee, vooral omdat het niet alleen gaat om papieren afspraken, maar ook om concrete actie.

Diversiteit-1NOC*NSF nam samen met sportbonden het initiatief voor het charter voor meer diversiteit in te sport. “Mijn collega Huibert Brands is daar al een jaar of drie geleden mee gestart”, zegt Sam de Vor, 'programmamanager inclusief sporten en bewegen' bij de sportkoepel. Hij ziet het symposium en het charter als een mijl- paal. “Er is bij de bonden best weerstand te overwinnen. Ze hebben al veel aan hun hoofd en vinden het door een groot takenpakket lastig om hier tijd voor vrij te maken, maar op het symposium voelden we meer betrokkenheid dan ooit. Inmiddels hebben dertig bonden het charter ondertekend en we gaan ook daadwerkelijk met die bonden aan de slag.”

Geen window dressing
Marieke van der Plas is al jaren betrokken bij initiatieven die aanzetten tot meer diversiteit in de sport. Ook zij merkte weerstand: “Bonden zien als een berg op tegen dit onderwerp. Diversiteit gaat over gender, kleur, noem maar op. Het is heel breed en dat maakt het lastig. Veel bonden zijn huiverig om hun handtekening ergens onder te zetten. Dan wordt er gezegd: als ik het onderteken, kan ik er ook op worden afgerekend. Het moet geen window dressing worden.”

"De clubbesturen bestaan voor 70 procent uit vrouwen en de bondsraad bestond uit negentien mannen en één vrouw"

Hoewel Van der Plas begrip heeft voor de aarzeling, vindt zij niet dat het een belemmering moet zijn: “Je hoeft niet meteen aan het charter mee te doen. Als bond kun je ook eerst kijken naar laaghangend fruit en een strategisch pad waar je uiteindelijk naartoe wil. Misschien geeft die benadering sommige bonden meer lucht. We hebben bewust wel gekozen om het charter nu door te zetten, om te beginnen met een coalition of the willing, want je kunt nog twee jaar praten maar je wil ook laten zien wat je realiseert. Uiteindelijk willen we natuurlijk wel dat er zoveel mogelijk bonden aanhaken.”

MariekeVanderPlas-1 copy

Laaghangend fruit
Als het gaat om laaghangend fruit, noemt Van der Plas enkele voorbeelden bij de KNGU: “Onze achterban is hartstikke monocultureel, maar om dat te veranderen moet je heel veel doen. Maar neem bijvoorbeeld onze bondsraad. De clubbesturen bestaan voor 70 procent uit vrouwen en de bondsraad bestond uit negentien mannen en één vrouw. Dat is heel gek, want die bondsraad representeert je leden. Daarom hebben we de procedure voor de verkiezingen veranderd. We zijn actief op zoek gegaan naar kandidaten en nu hebben we een bondsraad van elf personen, met zes vrouwen en vijf mannen.” 

Om het charter ook praktisch handen en voeten te geven, heeft NOC*NSF een vervolgtraject aan het charter gekoppeld. “Volgende maand starten we met de aftrapbijeenkomst”, aldus De Vor. “Het is de bedoeling om intakegesprekken met de deelnemende bonden te doen onder leiding van een expert. Daarin wordt gekeken waar de vraag van die specifieke bond zit. Op het symposium hebben we nadrukkelijk de intentie uitgesproken om te luisteren naar de bonden. Als NOC*NSF hebben we de ambitie om de sport zo inclusief mogelijk te maken, maar dat willen we niet opleggen. Wij werken vanuit een rol als supportive caregiver.”

"Het vergt aandacht, tijd, begrip en bovenal educatie. Het mooie van dit gezamenlijke traject is dat bonden ervaringen met elkaar kunnen uitwisselen”

Na de intakegesprekken gaan de bonden in clusters verder met bepaalde thema’s en daardoor kunnen ze ook van elkaar leren. “Het is de KNGU gelukt om meer vrouwen in de bondsraad te krijgen. De uitdaging van de ene bond is niet dezelfde als die van de andere. De KNVB zet zich nu bijvoorbeeld hard in voor culturele diversiteit. We proberen samen met de bonden een plan van aanpak te maken. Welke next step past bij het DNA van de organisatie? Op deze manier worden de doelstellingen concreet en zetten we de ambitie om meer inclusief en divers te worden vooral in als een gidsende filosofie om betere beslissingen te nemen om de sportbond en de clubs toekomstbestendiger en levendiger te maken. Inclusie en diversiteit ontstaat niet binnen een paar dagen of maanden. Het vergt aandacht, tijd, begrip en bovenal educatie. Het mooie van dit gezamenlijke traject is dat bonden ervaringen met elkaar kunnen uitwisselen.”

Diversiteit-2Nieuwe richtlijn genderdiversiteit 
Een specifiek onderdeel van het charter is de nieuwe richtlijn gender- en seksediverse personen, ontwikkeld in samenwerking met de Alliantie Gelijkspelen. De Vor waarom vertelt er behoefte was aan een nieuwe richtlijn: “We hebben sinds 2017 transgenderrichtlijnen, die we samen met de bonden en expertiseorganisaties hebben ontwikkeld. Dat ging specifiek over transgendermannen en -vrouwen. We merken door vragen van gender- en seksediverse personen bij clubs en de LHBTI+ gemeenschap dat het belangrijk is om transgenderrichtlijnen te verbreden naar gender- en seksediverse richtlijnen. De richtlijn is bedoeld als adviesstuk en hulpmiddel. Het helpt sportorganisaties bij het ontwikkelen van een sportomgeving waarin iedereen zich thuis voelt." 

“Ik ben blij dat we nu ook echt concreet stappen zetten en dat er vanuit NOC*NSF iemand speciaal voor is vrijgemaakt"

"De richtlijn is zorgvuldig samengesteld door organisaties en experts uit de sportsector. Clubs en sportbonden krijgen daar ook best veel vragen over. Bijvoorbeeld bij de hockey, atletiek-, voetbal-, en zwembond gaat het dan toch om enkele tientallen vragen per jaar. De richtlijn biedt een duidelijk kader voor topsport, er is een inclusiecontrolelijst, er is een hoofdstuk over leiderschap in de sport. We richten ons met deze richtlijn in eerste instantie op de breedtesport omdat we voor topsportregelgeving afhankelijk zijn van het IOC en internationale federaties en de continue nieuwe inzichten vanuit de wetenschap.”

Vervolg
De eerste (digitale) bijeenkomsten voor het vervolg op het symposium en het charter in januari staan al in februari op het programma. Van der Plas: “Ik ben blij dat we nu ook echt concreet stappen zetten en dat er vanuit NOC*NSF iemand speciaal voor is vrijgemaakt. Uiteindelijk wil je naar een volledig inclusieve sport. Dat is een lange weg te gaan, maar we zetten stappen in de goede richting.”

Voor meer informatie: Diversiteit in de sport start met aandacht en educatie


« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst