door: Leon Janssen Lok | 5 november 2020
In deze coronatijd zitten we allemaal meer thuis. Wat de structurele effecten daarvan op ons beweeggedrag zijn, moet de toekomst uitwijzen. Feit is in ieder geval dat – zeker nu de sportvereniging en de sportschool minder of zelfs niet toegankelijk zijn – er een groter beroep wordt gedaan op onze zelfdiscipline. En dat ‘zelfmanagement’ is voor veel mensen geen eenvoudige opgave, stelt Bart Visser, lector van het lectoraat 'Oefentherapie-Dagelijks Bewegen!'.
Bart Visser is lector aan de Hogeschool van Amsterdam, en combineert dat daar met de functie van opleidingsmanager aan de opleiding tot Oefentherapeut Mensendieck. Daarvoor was hij ruim twintig jaar werkzaam bij de Faculteit der Gedrags- en Bewegingswetenschappen van de VU Amsterdam. Ook maakt hij deel uit van Centrum Aangepast Sporten Amsterdam (CASA) waarbij hij zich met het thema actieve leefstijl en vitaliteit bezighoudt. Iemand die dus weet waarover hij praat als het gaat om het belang van bewegen en oefentherapie.
“Dagelijks bewegen is het onderwerp van studie van het lectoraat, maar het is ook een oproep tot bewegen. Vandaar ook het uitroepteken in de naam van mijn lectoraat”, begint Visser. “Bewegen heeft natuurlijk preventieve effecten als het gaat om het tegengaan van een breed scala aan gezondheidsklachten. Maar dagelijks bewegen is ook een cruciale factor in het omgaan met klachten. En op het zelf grip krijgen op het opnieuw optreden van klachten.” Een oefentherapeut richt zich vooral op gezond bewegen. Kenmerken van het lectoraat zijn de aandacht voor (motorisch) leren, gezond gedrag en zelfmanagement als support bij de kwaliteit van dagelijks bewegen. “Op deze terreinen leven praktische vragen die in het lectoraat worden opgepakt.”
“Het is gemakkelijk om te kijken hoe snel iemand loopt, maar het is moeilijk om te kijken hoe goed iemand loopt. De kwaliteit van bewegen is een belangrijk element. Hoe doen mensen dat in allerlei situaties en hoe voorkomen ze dat ze opnieuw klachten krijgen?”, vraagt Visser zich af. “Innovaties voor de beroepspraktijk zijn vaak gekoppeld aan de inzet van digitale technologie. De mogelijkheden die apps, sensoren en websites bieden om de begeleiding van patiënten vorm te geven zijn kansrijk, maar zeker niet eenvoudig in te bedden in de reguliere zorg.”
"Zelfs mensen die vaker met dezelfde klachten worden geconfronteerd vestigen de hoop nog vaak op externe factoren"
Beweegtool Foxfit
Hij is trots op enkele succesvolle innovaties, zoals de beweegtool Foxfit voor kinderen met astma. “Samen met die kinderen, hun ouders en behandelaren hebben we een prachtige applicatie ontwikkeld, die echt een meerwaarde is voor de kinderen om doelen te halen op het gebied van sport en bewegen. Belangrijke opbrengst van ontwikkelde applicaties is dat de interactie tussen therapeut en patiënt aan kwaliteit wint. Als je bijvoorbeeld samen naar de sensorinformatie over het activiteitenpatroon van de afgelopen week kijkt, krijg je een ander gesprek dan wanneer je de vraag stelt: hoe ging het afgelopen week?”
Zelfmanagement van bewegen is voor veel mensen een flinke uitdaging, stelt Visser. “In de therapeutische setting is het nog niet zo vanzelfsprekend dat de patiënt zelf de hoofdrolspeler is in de behandeling. Zelfs mensen die vaker met dezelfde klachten worden geconfronteerd vestigen de hoop nog vaak op externe factoren. Terwijl ze zelf de regie zouden kunnen nemen door hun eigen beweeggedrag te veranderen. Je wórdt niet gerevalideerd, je moet zélf revalideren. ‘It’s up to you’, zeggen wij dan ook altijd, een uitspraak van Bess Mensendieck, de grondlegster van deze vorm van oefentherapie. Daar ligt dus ook een belangrijke taak voor oefentherapeuten: stel je meer als coach op en biedt ondersteuning bij het ontwikkelen van gezondheidsvaardigheden in plaats van dat je het de patiënt uit handen neemt.”
Ook sport kan een belangrijk hulpmiddel zijn, vindt Visser. “Een belangrijke motivator om te bewegen is plezier in bewegen.” Of daarin ook voor sportverenigingen een rol is weggelegd? Visser denkt van wel, maar dan moet het beschikbare aanbod wel matchen met de vraag én goed zichtbaar zijn. “Er is voor iedereen wel een gymnastiekclubje in de buurt, maar als je je hele leven competitief hebt gesport, is dat niet iets waar je enthousiast van wordt. Een activiteit als walking football is prima voor ouderen, maar mensen moeten dan wel weten dat ze dat in hun wijk of stad kunnen doen.”
“Veel mensen werken thuis en zitten stil achter de computer. Dan is het extra belangrijk dat ze zelf zorgen voor goede en voldoende beweging"
Belang van goed bewegen
Onderwijs maar ook praktijkonderzoek (binnen de opleiding vormgegeven in communities of practice en living labs) is op dit moment lastig vanwege de coronamaatregelen. Dat geldt ook voor de zorg en dus wordt er een extra beroep gedaan op de zelfmanagementvaardigheden van patiënten. “Veel mensen werken thuis en zitten stil achter de computer. Dan is het extra belangrijk dat ze zelf zorgen voor goede en voldoende beweging. Je ziet nu ook dat mensen met overgewicht eerder in de problemen komen door corona. Er is een sterke bewijslast om fit te zijn en geen overgewicht te hebben.” Meer en voldoende bewegen is nog niet zo gemakkelijk weten we nu, maar het belang ervan is groter dan ooit.
Voor meer informatie: profiel Bart Visser