door: Frank Molema | 24 september 2020
Over beweegangst bij hartpatiënten is nog erg weinig bekend. Het probleem trok de aandacht van onderzoeker Paul Keessen van de Hogeschool van Amsterdam. Hij wil weten welke factoren ertoe leiden dat hartpatiënten minder bewegen. Ook werkt hij aan de ontwikkeling van een preventieve interventie.
Onderzoeker Paul Keessen deed een opvallende ontdekking toen hij bij de hartrevalidatie in het AMC werkte, waar hij patiënten die een hartinfarct hadden gehad begeleidde bij hun fitnessoefeningen. “Ik kwam daar veel mensen tegen die angstig zijn om zelf te bewegen”, vertelt hij. “Toen ben ik me erin gaan verdiepen en constateerde ik dat er over bewegingsangst bij hartpatiënten weinig bekend is.”
Kennis schaars
Naar beweegangst bij hartpatiënten is eerder wel onderzoek gedaan, maar de kennis is schaars. Zo concludeerde een Zweedse wetenschapper dat 20 procent van de hartpatiënten bewegingsangst ontwikkelt. Dat wil overigens niet meteen zeggen dat dit percentage ook op Nederlanders van toepassing is, en mogelijk heeft ook het moment waarop de patiënten gevraagd is naar hun angst invloed op de uitkomsten, benadrukt Keessen, verbonden aan het lectoraat ‘Oefentherapie - Dagelijks Bewegen’ van de Hogeschool van Amsterdam en het hartcentrum van het AMC.
“Mogelijk is de angst groter vlak na het incident. En wellicht willen de meest angstige patiënten niet meedoen aan het onderzoek”, zegt hij over de generaliseerbaarheid van de Zweedse onderzoeksresultaten. Toch denkt Keessen dat het percentage uit de Zweedse studie een reële is. Keessen wil daaropvolgend graag weten wat de factoren zijn die tot bewegingsangst bij hartpatiënten leiden. Ook hoopt hij bewegingsangst bij hartpatiënten vroeg te kunnen detecteren.
"Patiënten geven aan dat ze vaak last hebben van bepaalde lichaamssignalen, waardoor ze angstig worden"
'Cardiaal event'
Keessen ontwikkelde voor zijn promotieonderzoek een gevalideerde vragenlijst die al wordt gebruikt in de patiëntenzorg. Ook voerde hij semigestructureerde interviews uit bij patiënten die een zogeheten ‘cardiaal event’ achter de rug hebben. Hij vroeg hen, direct na ontslag uit het ziekenhuis, onder meer waar ze behoefte aan hebben en wat een reden kan zijn om minder te bewegen.
Keessen heeft op basis van de interviews al wel een idee welke oorzaken voor bewegingsangst zorgen. “Patiënten geven aan dat ze vaak last hebben van bepaalde lichaamssignalen, waardoor ze angstig worden. Ze zeggen dat ze hinder ondervinden van de bijwerkingen van medicatie. De klachten die daaruit voortvloeien lijken op een nieuw ‘event’. Mensen die angstig zijn, gaan op hun lichaam letten en worden heel voorzichtig.”
Verlies vertrouwen
Hij vervolgt: “Verder zie je ook dat mensen weinig of onduidelijk informatie hebben gekregen uit het ziekenhuis. Ze kregen een cardiaal event, werden behandeld en mochten weer naar huis. Of ze waren nog in shock waardoor informatie niet goed verwerkt kon worden. Ze gaven aan dat ze passief werden, dat de partner alles overnam. Als je zelf niet beweegt, kom je moeilijker over de angst heen. Je verliest het vertrouwen in je eigen lichaam.”
Niet iedere patiënt heeft last van bewegingsangst, benadrukt Keessen. Daarnaast zijn er verschillende type angsten. Zo worden in het ziekenhuis metingen gedaan naar generieke vormen van angst en wordt niet specifiek in kaart gebracht of mensen bang zijn om te bewegen. “Het meetinstrument dat ik in samengewerking met het Erasmus MC heb ontwikkeld meet overtuigingen over beweging na een cardiaal event. Bijvoorbeeld een onaangenaam of benauwd gevoel in de borst, die verergerd wordt door bewegen.”
“Deze interventie zorgt ervoor dat patiënten meteen in de hartrevalidatie terechtkomen"
Door patiënten drie maanden te volgen in de tijd hoopt de onderzoeker erachter te komen wat de voorspellers zijn van bewegingsangst en wat de invloed is op de dagelijks activiteiten, gemeten met een zogeheten activity tracker. Het is bedoeling dat die informatie wordt toegevoegd aan de interventie die in ontwikkeling is. Het plan is dat mensen direct na ontslag uit het ziekenhuis toegang hebben tot een digitaal platform. Daar is informatie te vinden en kunnen vragenlijsten ingevuld worden. Studenten werken mee aan de interventie door onder meer data te verzamelen in samenwerking met de patiënten.
“Deze interventie zorgt ervoor dat patiënten meteen in de hartrevalidatie terechtkomen en voorkomt dat er tijd tussen zit, wat nu nog wel het geval is. Als je ze gelijk vangt en goede informatie geeft, kunnen ze direct vragenlijsten invullen die angst meten. Patiënten komen dan terecht in een hartcentrum. Het zorgpersoneel kan dan gelijk actie ondernemen.”
Keessen hoopt de laatste delen van zijn promotieonderzoek binnen twee jaar af te ronden.
Voor meer informatie: Bewegingsangst bij hartpatiënten