door: Jelle Zondag | 25 juni 2020
Tamara Kramer promoveerde in maart van dit jaar aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) op het proefschrift ‘How to develop a Grand Slam Winner?’ dat de vraag beantwoordt hoe fysieke en mentale componenten de prestaties van jeugdige tennissers kunnen verklaren. Een belangrijke conclusie is dat fysieke voordelen van 10- tot 13-jarigen weinig zeggen over de kansen van een talent om de top te halen. Mentale vaardigheden zijn mogelijk wel indicatoren voor een toekomstig bestaan als topsporter.
De belangstelling van Tamara Kramer voor het onderwerp van haar promotieonderzoek ontstond al op jonge leeftijd. “Ik ben zelf een fanatiek tennisster geweest. Ik stond altijd op de baan”, vertelt zij over haar jeugd. “Ik was zeker niet het grootste talent, maar heb wel het bondsprogramma voor talenten doorlopen. Ik was al jong erg lang en kreeg daarvoor speciale conditietraining. Mentaal was ik niet de sterkste, ik vond wedstrijd moeilijk, ervoer dan druk. Dat riep de vraag op: wat maakt nu dat sommige talenten beter presteren dan andere?”
Ontwikkeling van sporttalent
Kramer verdiepte zich vervolgens wetenschappelijk in de ontwikkeling van sporttalent tijdens haar studie bewegingswetenschappen in Groningen. In haar afstudeerscriptie onderzocht ze de ontwikkeling van de sprintsnelheid van tennistalenten. De scriptie is als een van de artikelen in haar proefschrift opgenomen. Vanaf 2014 diepte Kramer het onderwerp verder uit in haar promotieonderzoek, dat zij eveneens uitvoerde in Groningen.
Om vast te stellen welke eigenschappen belangrijk zijn voor de prestaties van jonge tennistalenten, nam Kramer interviews af met trainers van de Nederlandse tennisbond en tennisscholen. Daaruit kwam naar voren dat zij fysieke en mentale kwaliteiten van doorslaggevend belang vonden en net wat belangrijker dan techniek of tactiek. Op basis van de interviews besloot Kramer zich in haar promotieonderzoek te concentreren op de invloed van deze twee aspecten.
“Talenten die op jonge leeftijd fysiek verder ontwikkeld zijn hebben een voorsprong. Deze wordt minder naarmate ze ouder worden, vanaf 13, 14 jaar"
4 indicatoren
De invloed van fysieke kwaliteiten onderzocht de onderzoekster aan de hand van metingen die de tennisbond tweemaal per jaar afneemt bij jeugdige spelers. Ze stelde vier indicatoren vast waaruit de potentie van een talent kan worden afgeleid – wendbaarheid, de kracht van het onderlichaam, de kracht van het bovenlichaam en snelheid – en kwam tot de conclusie dat deze vooral bepalend zijn voor prestaties op jonge leeftijd. Kramer: “Talenten die op jonge leeftijd fysiek verder ontwikkeld zijn hebben een voorsprong. Deze wordt minder naarmate ze ouder worden, vanaf 13, 14 jaar. Dan gaat iedereen een groeispurt door en hebben spelers ook andere kwaliteiten nodig om te presteren.”
Om mentale eigenschappen van tennistalenten te onderzoeken, nam Kramer vragenlijsten af bij jeugdige spelers die tot de top-150 van Nederland behoorden, waarvan het grootste deel tot de top-50. Ze vroeg hen onder meer naar ‘coping’-vaardigheden, ofwel hoe zij omgaan met uitdagingen en tegenslag. Daaruit bleek dat jongens en meisjes verschillend reageren op druk en dat zij daarom een andere begeleiding nodig hebben. Kramer: “Meisjes zijn geneigd kritischer op zichzelf te zijn en moeten vaker positief gemotiveerd worden. Goede begeleiding moet ervoor zorgen dat zij motivatie en zelfvertrouwen houden. Jongens zijn eerder geneigd om teveel dingen tegelijk te willen doen en moeten geholpen worden om de juiste focus te houden.”
Complete plaatje
De bevindingen in het proefschrift wijzen vooral uit dat het erg moeilijk is om vast te stellen welke tennistalenten de top zullen halen. Om iets zinvols te kunnen zeggen over de potentie van een speler is het volgens Kramer daarom van belang om het complete plaatje in kaart te brengen. “Talenten die fysiek minder sterk zijn kunnen dat compenseren met sterke mentale eigenschappen of een slimme tactiek. De uitdaging is om zoveel mogelijk indicatoren samen te pakken.” Ze wijst erop dat de tennisbond op dit moment bezig is met het ontwikkelen van een test, die technische, tactische en fysieke vaardigheden op de tennisbaan in één model moet meten.
"De Nederlandse tennistrainers (...) willen graag innoveren. Zo kunnen we stappen zetten die nodig zijn om samen verder te komen"
De grootste uitdaging blijft volgens de promovenda het inschatten van mentale vaardigheden. “Voor veel trainers en coaches is dit nog onbekend terrein. Zij weten niet precies hoe ze hiermee om moeten gaan. Technische en fysieke vaardigheden zijn ook makkelijker te meten dan mentale eigenschappen. Hierin is nog een wereld te winnen.”
Nieuwe Krajicek?
Dat het op basis van haar proefschrift mogelijk is een nieuwe Nederlandse Grand Slam-winnaar te ontwikkelen, durft de onderzoeker niet te zeggen. Wel stelt zij dat haar bevindingen inzichten kunnen geven voor de vormgeving van trainerscursussen. Kramer: “De Nederlandse tennistrainers zijn een van de grootste trainersgroepen in Nederland die professioneel bezig zijn. Zij willen graag innoveren. Zo kunnen we stappen zetten die nodig zijn om samen verder te komen.”
Voor meer informatie: Lectoraat Herkennen en Ontwikkelen van Sporttalent