Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Gebruik data moet lokaal sportbeleid verbeteren

door: Jelle Zondag | 11 juni 2020

Investeringen in sportvoorzieningen, het toekennen van subsidies of het stimuleren van activiteiten moeten niet gebaseerd zijn op trial and error, maar op goede en betrouwbare data. Dat meent het consortium ‘Lokale data voor toekomstbestendig sportbeleid’. Om beleidsmedewerkers en professionals te ondersteunen bij het verzamelen en duiden van informatie zodat passend en effectief sportbeleid kan worden gevoerd, heeft het consortium de handreiking ‘Werken met lokale data in de sport’ ontwikkeld. Ine Pulles van het Mulier Instituut is een van de samenstellers.

Het consortium ‘Lokale data voor toekomstbestendig sportbeleid’ is een samenwerking tussen het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de Vereniging Sport en Gemeenten, Kenniscentrum Sport en Bewegen, NOC*NSF en het Mulier Instituut. Het kwam tot stand op initiatief en met financiering van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dat gemeenten wil stimuleren om met lokale data aan de slag te gaan. Het RIVM coördineert de organisatie. 

Om de kennis en uitkomsten van deze sessies te borgen en breed toegankelijk te maken, is de handreiking ‘Werken met lokale data in sport’ samengesteld 

6 werksessies
Het afgelopen jaar organiseerde het consortium tijdens zes bijeenkomsten in het land werksessies over het gebruik van data bij de ontwikkeling van lokale sportakkoorden en lokaal sportbeleid. Om de kennis en uitkomsten van deze sessies te borgen en breed toegankelijk te maken, is de handreiking ‘Werken met lokale data in sport’ samengesteld. 

LokaleData-InePulles“De handreiking is een gezamenlijk product van de partners in het consortium”, vertelt Ine Pulles over de totstandkoming. “Alle organisaties brengen hun eigen expertise in. Het Mulier Instituut heeft veel ervaring met data-verzameling en de inzet ervan bij de ontwikkeling en monitoring van sportbeleid. Die ervaring hebben wij ingebracht. Bijvoorbeeld bij het maken van een stappenplan over de volgorde waarop data bij beleidsontwikkeling kan worden ingezet. Ook hebben wij diverse instrumenten ontwikkeld, zoals de Verenigingsmonitor, die in de handreiking zijn opgenomen.”

Handvaten voor omgang met data
‘Werken met lokale data in de sport’ is bedoeld voor iedereen die met lokaal sport- en beweegbeleid aan de slag gaat, zoals beleidsmedewerkers en uitvoerende professionals. Zij kunnen op twee manieren met de handreiking uit de voeten. Pulles: “In de eerste plaats geeft de handreiking handvaten voor de omgang met data die al beschikbaar zijn via websites als sportenbewegenincijfers.nlwaarstaatjegemeente.nl en regiobeeld.nl. Die bevatten data over onder andere clublidmaatschap, beweegrichtlijnen, sportdeelname en bevolkingsontwikkeling. 

Gebruikers worden geholpen bij het zoeken naar mogelijke verklaringen voor de inzichten die uit cijfers naar voren komen

Daarnaast bevat de handreiking een overzicht van gestandaardiseerde methoden om aanvullende data te verzamelen, zoals de Richtlijn Sportdeelname Onderzoek (RSO). Dat is een gestandaardiseerde vragenlijst over hoe mensen sport beoefenen. En zoals de Verenigingsmonitor, waarin veel aspecten van het functioneren van een vereniging aan bod komen.”

Data duiden
Omdat het interpreteren van data geen eenvoudige zaak is, is in de handreiking een hoofdstuk opgenomen over hoe gebruikers data kunnen duiden. Zij worden hierin gewezen op het feit dat ze bewust moeten zijn van de bron die data produceert: is dat een onafhankelijke partij of een belanghebbende? Ook wordt gewezen op het belang van het gebruik van referentiemateriaal om cijfers in perspectief te plaatsen. En gebruikers worden geholpen bij het zoeken naar mogelijke verklaringen voor de inzichten die uit cijfers naar voren komen.

LokaleData-2Pulles benadrukt daarbij dat de handreiking stuurt op het gebruik van gestandaardiseerde onderzoeksmethoden. “Lokale databronnen zijn context-gebonden en niet zonder meer met elkaar te vergelijken. Door gestandaardiseerde methoden toe te passen, lukt dat beter.”

Privacy
In de handreiking wordt niet expliciet aandacht besteed aan privacy en de AVG-wetgeving, maar Pulles stelt dat dit zeker belangrijk is bij de omgang met data en datasets. “In de datasets die wij in de handreiking aanreiken, is hier al rekening mee gehouden. Beleidsmedewerkers en gemeenten die zelf informatie gaan verzamelen, bijvoorbeeld door het inzetten van een Verenigingsmonitor of het uitvoeren van een sportdeelname-onderzoek op basis van de RSO-vragenlijst, dienen daar logischerwijs ook rekening mee te houden. De aangeboden gestandaardiseerde instrumenten bieden daartoe voldoende houvast.”

Beleidsmedewerkers en andere professionals die met de handreiking ‘Werken met lokale data in de sport’ aan de slag willen, kunnen deze vinden op de website van het Kenniscentrum Sport en Bewegen. 

Voor meer informatie: Ine Pulles (i.pulles@mulierinstituut.nl). Klik hier voor de handreiking ‘Werken met lokale data in de sport’. 

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst