door: Jelle Zondag | 14 mei 2020
De zwembaden zijn weer open en voor veel Nederlanders is dat juist in de zomermaanden belangrijk. Dat kan worden afgeleid uit de factsheet ‘Zwemmen en zwemveiligheid’ van het Mulier Instituut, waarin trends in zwemgedrag en meningen over zwemmen en zwemveiligheid in Nederland in de periode 2008-2019 in kaart zijn gebracht. Een belangrijke bevinding is dat Nederlanders vooral zwemmen in de vakantieperiode en minder vaak op andere momenten. Verder vinden vrijwel alle Nederlanders dat een zwembad een gemeentelijke basisvoorziening zou moeten zijn. Onderzoekster Corry Floor vertelt over het onderzoek.
De factsheet ‘Zwemmen en zwemveiligheid’ is tot stand gekomen binnen het project NL Zwemveilig, dat in 2016 is gestart door de Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ) met financiering van het Ministerie van VWS. Doel van het project is om de zwemveiligheid in Nederland te bevorderen, door bestaande en nieuwe kennis samen te brengen en aan relevante partijen beschikbaar te stellen. Het Mulier Instituut is een van de kennispartners.
Zwemmen in vakanties
In de factsheet heeft het Mulier Instituut ontwikkelingen tussen 2008 en 2019 in kaart gebracht, waaruit enkele opvallende veranderingen naar voren komen. Corry Floor: “De belangrijkste verandering is de plaats die het zwembad inneemt in de vrije tijd van mensen. Mensen zwemmen nu vooral tijdens vakanties en minder op andere momenten. Zwemmen is een vakantieactiviteit geworden en minder een activiteit die je wekelijks of maandelijks met je gezin uitoefent.”
Hoewel de factsheet voor zulke veranderingen geen verklaring biedt, kan de onderzoekster de uitkomsten wel verbinden met inzichten uit andere onderzoeken. “De vrijetijdbranche is erg veranderd in de afgelopen jaren. Er zijn heel veel andere opties gekomen naast zwemmen. Kinderen en hun ouders kiezen minder vaak voor recreatief zwemmen en vaker voor andere activiteiten.”
Nederlanders vinden dat ouders primair verantwoordelijk zijn voor het behalen van zwemdiploma’s door hun kinderen
Stabiele uitkomsten
Uit de factsheet blijkt ook dat veel zaken hetzelfde zijn gebleven. Nederlanders zijn in de onderzochte periode niet noemenswaardig anders gaan denken over het vereiste diploma om veilig te kunnen zwemmen en ze vinden nog steeds dat een zwembad een gemeentelijke basisvoorziening zou moeten zijn. Ook vinden Nederlanders
onverminderd dat ouders primair verantwoordelijk zijn voor het behalen van zwemdiploma’s door hun kinderen.
Hoewel onderzoekers altijd op zoek zijn naar veranderingen, werpen onveranderde zaken volgens Floor ook interessante vragen op. “Het blijkt dat de mening van mensen over banenzwemmen nauwelijks veranderd is. Een derde van de respondenten is het zowel in 2008 als in 2019 eens met de stelling: ‘baantjes trekken is saai’. Toch trekt het banenzwemmen meer bezoekers dan voorheen. Hoe verhoudt zich dat tot elkaar? Wellicht zijn de prijzen aantrekkelijker geworden of is het zwembaden gelukt de programmering beter te laten aansluiten op de wensen van bezoekers.”
Geen oog voor gevaren
Een van de belangrijkste conclusies van het onderzoek is dat Nederlanders zich niet altijd voldoende bewust zijn van de gevaren van het zwemmen. Floor: “Mensen kunnen verrast worden door de sterkte van de stroming of de diepte van het water. 9% van de respondenten denkt dat zwemmen in zee veilig is met een A-diploma. Dat is niet wat de NRZ voorschrijft. Mensen zien de gevaren van zo’n omgeving niet genoeg.”
Om aandacht te houden voor het belang van zwemveiligheid zijn organisaties in de zwembranche in de periode dat de zwembaden gesloten waren de campagne Water Vrij gestart. Ook is er een tv-spot uitgezonden om het bewustzijn voor het onderwerp te vergroten.
Nationale Norm Zwemveiligheid
In het verlengde hiervan zet de NRZ zich in voor het beter bekend maken van de Nationale Norm Zwemveiligheid. Deze houdt in dat het halen van de Nationale Zwemdiploma’s A,B én C noodzakelijk zijn om ‘zwemveilig’ te zijn. Om dit moment haalt maar een derde van de diplomazwemmers het C-diploma, wat sterkt afwijkt van de wens van de NRZ.
"Dit onderzoek laat zien dat er nog een slag te slaan is in het inzicht van Nederlanders over zwemveiligheid"
Hoewel de factsheet geen aanbevelingen geeft, bieden de uitkomsten ervan volgens Floor voor diverse partijen inzichten. “Zwembadhouders kunnen gaan nadenken over de veranderde rol van zwembaden in het vrijetijdsgedrag en hoe zij hun aanbod kunnen laten inspelen op de wensen van bezoekers. In gemeenten spelen discussies over de rol van het zwembad als basisbehoefte versus de hoge kosten ervan. Dit onderzoek laat zien dat veel Nederlanders het belangrijk vinden dat er een zwembad in de buurt is.”
“Voor brancheorganisaties is het inzicht in de zwemveiligheid van belang. Dit onderzoek laat zien dat er nog een slag te slaan is in het inzicht van Nederlanders over zwemveiligheid. Door dit te blijven monitoren, kunnen we zien of in de toekomst de middelen die worden ingezet de doelgroep ook bereiken.”
Voor meer informatie: het project NL Zwemveilig en/of download het factsheet ‘Zwemmen en zwemveiligheid’
Reclamespot #WaterVrij