door: Jelle Zondag | 26 maart 2020
De Nederlandse sportsector schat de financiële schade van de corona-crisis op 950 miljoen euro in de periode tot en met 1 augustus. NOC*NSF roept het kabinet en gemeenten daarom op een noodfonds op te richten. Tweede Kamerlid Rudmer Heerema (VVD) gaat met deze oproep aan de slag.
Rudmer Heerema was oprecht verbaasd toen hij hoorde dat de regering haar eerste noodmaatregelingen aankondigde en de sportsector niet genoemd werd. “Ik dacht: er gaat veel geld om in de sportsector. Bij verenigingen, sportscholen en andere organisaties. Bovendien komen de zomermaanden eraan, het buitenseizoen staat te beginnen. Dat zijn voor de sport vaak de belangrijkste maanden.”
Navraag bij NOC*NSF leerde hem dat de sportkoepel bezig was een impactanalyse te maken en dat de strop rond de 950 miljoen euro lijkt te liggen. Hij verspreidde de analyse onder zijn collega’s in de Tweede Kamer en zorgde via interne lijnen dat deze bij de juiste personen onder de aandacht kwam. 'Vergeet de sport niet, daar gebeurt ontzettend veel', gaf hij hen mee.
Bescheidenheid als nadeel
Wat de sportsector volgens Heerema siert, maar wat nu in haar nadeel werkt, is dat ze altijd zeer bescheiden is. Hij stelt dat andere sectoren beter georganiseerd zijn, waardoor ze sneller in staat waren een analyse van de verwachte schade te maken en hiermee naar buiten te treden. “De sport is daar te terughoudend in. Sport is het meest verbindende middel in de samenleving. De verenigingsstructuur moet in stand gehouden worden. Dat is nu nodig.”
"Sportbonden weten niet goed hoe ze om moeten gaan met arbeidscontracten van trainers"
De verwachte schade is volgens Heerema sporttakafhankelijk. Hij vernam dat veel sportscholen al met opzeggingen te maken kregen en dat de problemen ook voor een bond als de tennisbond fors kunnen zijn. “De KNLTB kampt gedurende het jaar met afnemende ledenaantallen. Die groeien weer in april en mei als het buitenseizoen start. Die nieuwe aanwas valt nu weg. Bij andere takken van sport loopt de contributie wel door en zal de schade minder zijn.”
Veel vragen
In een bijdrage op LinkedIn roept Heerema op om verhalen en tips te delen. Naar eigen zeggen kreeg hij hierop al veel reacties binnen. “Er leven veel vragen in de branche. Organisatoren van evenementen willen weten hoe het zit met het opschuiven van evenementen. Sportbonden weten niet goed hoe ze om moeten gaan met arbeidscontracten van trainers. Moeten ze deze ontslaan, of maken ze aanspraak op een speciale ww-regeling. Dat zoek ik uit en koppel ik terug.”
Wat betreft het vervolg op de oproep van NOC*NSF is er nog veel onduidelijk. Martin van Rijn, die de afgetreden Minister van Medische Zorg en Sport Bruno Bruins heeft vervangen, houdt sport in zijn portefeuille. Die zal het de komende tijd echter druk genoeg hebben met het bestrijden van de corona-crisis. Het is volgens Heerema ook nog te vroeg om iets te zeggen over de wijze waarop de steun voor de sportsector precieze invulling zal krijgen.
"Meld mij als je ergens vastloopt. Hoe meer ik weet, hoe meer ik voor de sport kan doen”
Heerema: “Het is nu vooral zaak om de sportsector op het netvlies te houden. De sector moet laten blijven weten wat er speelt. Zodat we direct de helpende hand kunnen bieden als er tijd en ruimte komt en het verenigingsleven weer op gang komt. In de tussentijd moeten we hopen dat er geen verenigingen of sportscholen omvallen. Dat zou doodzonde zijn.”
Oproep
Hij roept mensen in de sportsector opnieuw op zich bij hem te melden als ze ergens tegenaan lopen. “Meld mij als je ergens vastloopt. Hoe meer ik weet, hoe meer ik voor de sport kan doen.”
E-mailadres Rudmer Heerema: r.heerema@tweedekamer.nl