door: Jelle Zondag | 12 maart 2020

Peter van Veen werkte ruim 8 jaar lang als Directeur Sport bij de gemeente Rotterdam. Onlangs begon hij als interim in dezelfde functie bij de gemeente Den Haag. Daar volgt hij Hanneke van der Marel op, die na twee jaar vertrokken is.

Peter van Veen is in Den Haag vooralsnog aangesteld voor de periode van een jaar. De gemeente maakt een turbulente periode door na personele wijzigingen in het college van B & W en zit in moeilijk financieel vaarwater, ook in de sector sport. Van Veen ziet daarin juist een uitdaging. “Ik ben niet helemaal van de rust en de regelmaat. Ik vind het leuk om het schip in roerige tijden op de juiste koers te houden. Sport kan de stad schwung geven. Daar ga ik mij voor inzetten.”

Sport voor de stad
Van Veen kijkt met voldoening terug op zijn jaren in Rotterdam. Een van zijn belangrijkste taken daar was het overeind houden en toekomstbestendig maken van de sportieve voorzieningen. Hij beschouwt het als grote verdienste van hem en zijn collega’s dat dit in tijden van economische crisis is gelukt. Ook op de organisatie van grote topsportevenementen, zoals het WK Beachvolleybal en de start van de Tour de France, is de voormalig directeur trots. Deze evenementen moeten in zijn ogen niet alleen een feestje zijn voor de sport, maar ook voor de stad. 

“Het gaat erom dat je via zulke evenementen kwaliteit toevoegt aan de stad en voor bewoners en bezoekers een unieke beleving genereert. Maanden voordat de Tour naar Rotterdam kwam, waren kinderen al aan het fietsen, kregen ze fietslessen, gebeurde er van alles. Dan zorg je ervoor dat de uitstraling van zo’n evenement vele malen groter is dan het sportfeest alleen.”

Havenstad en hofstad
Van Veen ziet veel gelijkenissen tussen de havenstad en de hofstad. Beide zijn grote steden, waarin vergelijkbare problemen spelen. In achterstandswijken kan sport volgens de directeur echt verschil maken. “Je moet verenigingen daarbij ondersteunen om vereniging te zijn. Ze laten nadenken over hoe ze naast sport nog meer voor de buurt en de maatschappij kunnen betekenen. Bijvoorbeeld door mensen via sport geschikter te maken om weer te solliciteren, door mensen op leeftijd te laten bewegen.” 

Liever dan naar problemen kijkt hij dan ook naar de mogelijkheden en kansen die sport kunnen bieden. Zowel Rotterdam als Den Haag hebben volgens Van Veen geweldige sportvoorzieningen en een bloeiend verenigingsleven. “Daar moeten we gebruik van maken.” 

Nieuwbouw en vervanging
In Den Haag gaat Van Veen zich inzetten voor vergelijkbare zaken als in Rotterdam. Een van zijn aandachtsgebieden is het vernieuwen en vervangen van sportaccommodaties. Volgens de directeur is duurzaamheid de komende jaren een van de belangrijkste thema’s op dit gebied, niet alleen in Den Haag, maar in heel Nederland. De gemeente Den Haag heeft hiervoor tien miljoen euro uitgetrokken. De vraag is hoe deze uitgegeven gaan worden. “Gaan we investeren in de laatste beetjes in veel verschillende voorzieningen of gaan we de meest duurzame sporthal van Nederland neerzetten en daar een inspirerende show-case van maken. Dat vind ik wel ontzettend leuk om over na te denken.”

Ook op evenementengebied staat er veel te gebeuren. In 2022 vindt in Den Haag het WK Zeilen plaats en in hetzelfde jaar is de stad start- en vertrekplaats van de Ocean Race. Aankomende zomer keert bovendien de Olympic Expercience terug naar de hofstad. Evenals vier jaar geleden worden kinderen via tal van evenementen in staat gesteld om kennis te maken met sport. 

“Topsport is belangrijk voor een grote stad als Den Haag. Niet alleen omdat topsportevenementen de stad in de picture zetten en economische en sportieve spin-off genereren, maar ook omdat je als derde stad van Nederland de ambitie moet hebben om  met een aantal sporten in de top van de nationale competities mee te draaien.”

European Capital of Sport
In 2022 is Den Haag European Capital of Sport, waarvoor de nodige voorbereidingen moeten worden getroffen. Aan de titel zijn voorwaarden verbonden, zoals het kunnen aantonen dat sport wordt ingezet voor de ontwikkeling van de stad. Van Veen benadrukt dat het vooral een noemer is om bestaande initiatieven samen te brengen en niet om nieuwe, dure projecten op te zetten. 

“Het gaat erom bestaande dingen te gebruiken om het sportjaar kleur en vorm te geven, om deze meer onder de aandacht te brengen en niet om gekke dingen te doen.” Wel zal er in het kader van het Europese sporthoofdstad schap een internationaal congres plaatsvinden over een nog nader te bepalen thema, waarmee de stad kan laten zien dat het gastheer kan zijn van grote evenementen. Van Veen is over de invulling nog in overleg met sportbonden.

Bescheidenheid niet nodig
Hoewel Van Veen vooral veel overeenkomsten ziet tussen Rotterdam en Den Haag constateert hij na enkele maanden ook een belangrijk verschil. Rotterdammers zijn volgens hem veel trotser op hun stad en sport dan Hagenaars en Hagenezen. “Den Haag is een mooie stad, een groene stad, een sportieve stad. Bescheidenheid daarover is niet nodig.”