door: Leo Aquina | 29 augustus 2019
Op 10 september is Rick Cost keynote-spreker op een mini symposium van Amsterdam Movement Sciences. De centrale vraag in zijn presentatie luidt: 'Integrating scientific findings into a high performance environment, difficult or impossible?' Cost worstelt dagelijks met die kwestie als 'hoofd performance' bij de Feyenoord Academy. "Onmogelijk is het niet", zegt hij over het toepassen van wetenschappelijke kennis in een topsportorganisatie. "Maar we moeten een beetje cool worden. Te vaak wordt een bewegingswetenschapper gezien als die nerd met een laptop."
Amsterdam Movement Sciences is een samenwerkingsverband tussen de faculteit bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit van Amsterdam en het Amsterdam UMC. Cost studeerde zelf in het verleden bewegingswetenschappen aan de VU en werkt al jaren bij topsportorganisaties om die kennis in de praktijk te brengen. De fysiotherapeut, inspanningsfysioloog en bewegingswetenschapper was in het verleden onder meer betrokken bij het Nederlands hockeyelftal, voordat hij in 2016 als performance and innovation manager overstapte naar de Feyenoord Academy.
Vraagtekens bij fitheid
Juist rondom Feyenoord rezen in de eerste weken van het huidige Eredivisieseizoen vraagtekens omtrent de fitheid van de selectie. Clubicoon Pierre van Hooijdonk wees er na het gelijkspel (1-1) tegen FC Utrecht fijntjes op dat de fysieke staat van het team abominabel was. "De afgelopen jaren hebben we bij de jeugd een werkwijze neergezet die heel succesvol is en die proberen we nu ook naar boven toe uit te rollen", zegt Cost. "Dat is niet makkelijk. Er is veel politiek en je stuit steeds weer op de vraag wie waar verantwoordelijk voor is."
Sinds Cost bij de Feyenoord Academy begon, is er al een hoop veranderd bij de club. "Toen ik hier kwam was er een looptrainer die tien minuten per week tijd had voor ieder elftal. Inmiddels hebben we binnen de Academy een aantal stagiaires die alle wedstrijden omzetten in data, we hebben een PhD-student die vragenlijsten ontwikkelt om erachter te komen wat we op het veld leveren, en we hebben iemand fulltime in dienst om al die kennis te implementeren. We zijn in drie jaar tijd van 0,1 naar 6,0 fte gegaan."
Breuk met verleden
De verdergaande professionalisering van de fysieke trainingsmethodes bij Feyenoord betekenen ook een breuk met het verleden, toen de club werkte met de omstreden methode van Raymond Verheijen. "Vroeger werd het fysieke gedeelte gedaan door een fysiotherapeut of een looptrainer, maar niemand overzag het totaalplaatje", vertelt hij. "Het kennisniveau was niet heel hoog in het voetbal."
"We hebben een zogenaamde worst case minute samengesteld. Eén wedstrijdminuut waarin een speler op de vijf belangrijkste meetbare parameters maximaal wordt belast"
Cost prijst Verheijen als voorloper als het gaat om het in de praktijk brengen van inspanningsfysiologie, maar mist bij hem de wetenschappelijke basis. "Hij werkt veel op basis van aannames. Ik ga niet uit van suggestie, maar van harde data. De mensen die onderzoek voor mij doen, hebben een duidelijke taak. We beredeneren alles vanuit de wedstrijd en we willen daadwerkelijk effect zien. Op basis van onderzoek hebben we een zogenaamde worst case minute samengesteld. Eén wedstrijdminuut waarin een speler op de vijf belangrijkste meetbare parameters maximaal wordt belast. Het gaat erom spelers zo fit te krijgen dat zij dat negentig minuten kunnen volhouden. Netto wordt een speler natuurlijk niet 90 minuten maximaal belast tijdens een wedstrijd, maar hij moet er wel klaar voor zijn."
Wetenschap versus kleedkamer
Wetenschappelijke kennis is onontbeerlijk in een topsportomgeving, maar het ontbreekt bewegingswetenschappers vaak aan de overtuigingskracht die uit de sport afkomstige mensen als Verheijen wel hebben. Cost: "Als bewegingswetenschapper leer je omgaan met de statistiek en de cijfers, maar wat je niet leert is wat het betekent in de praktijk. Het zou een goede aanvulling op de opleiding tot bewegingswetenschapper zijn om een postmaster te introduceren waarin je leert die abstracte data te implementeren in een managementfunctie. Je moet verschillende talen spreken: die van de wetenschap en die van de kleedkamer. Je moet slim zijn, kennis hebben en mens zijn onder de mensen."
"De coach maakt het team kampioen, maar zonder ons wordt het voor hem wel extreem moeilijk"
Hoe groot is uiteindelijk de invloed van een goede fysieke trainingsmethodiek op het uiteindelijke resultaat? "De coach maakt het team kampioen", zegt Cost meteen, om daaraan toe te voegen: "Maar zonder ons wordt het voor hem wel extreem moeilijk. Wij leveren een bijdrage aan de cultuur, maar we veranderen het spel niet. Wij zorgen ervoor dat de trainer meer mogelijkheden heeft. Vergelijk het met de Formule 1. Om kampioen te worden, heb je een goede auto nodig maar de coureur zit achter het stuur. Wij zorgen voor de auto, maar de coach moet rijden."
Voor meer informatie: AMS Scientific Mini Symposium Sports