Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

"Speels in, op en onder water leren bewegen is belangrijk"

door: Nelleke van der Heiden | 16 mei 2019

Nederland doet het relatief goed als het om zwemveiligheid gaat, maar er zijn landen waar Nederland nog wat van kan leren. Dat zegt Kristine de Martelaer, hoogleraar Pedagogiek en Onderwijskunde van Lichamelijke Opvoeding aan de Universiteit van Utrecht en de Vrije Universiteit Brussel. Zo hebben de Scandinavische landen, het Verenigd Koninkrijk en Vlaanderen het schoolzwemmen nog wel in het kerncurriculum van het basisonderwijs zitten. Het ligt misschien wat gevoelig, maar de Vlaamse hoogleraar is voorstander van herinvoering van het schoolzwemmen.

WaterveiligheidKristineDeMartelaer copyGisteren (15 mei) was het International Water Safety Day, een dag die aandacht vraagt voor de wereldwijde verdrinkingspandemie en die jongeren veiliger wil leren zijn in en rond het water. Is er dan ook echt sprake van een pandemie? Het probleem van verdrinkingen is volgens Kristine de Martelaer het grootst in landen waar weinig bekendheid is met de gevaren en waar men veel wordt blootgesteld aan water in de lokale omgeving. 

Ze noemt Bangladesh als voorbeeld. Daar was het aantal verdrinkingen per jaar heel hoog, tot er een overheidscampagne over het belang van leren zwemmen kwam. Daarna leerden meer kinderen zwemmen en ging het aantal verdrinkingen omlaag. "Over het algemeen kun je zeggen dat kinderen van 0 tot 5 jaar oud, mannelijke jongvolwassenen en ouderen de grootste risicogroepen vormen als je naar verdrinkingen wereldwijd kijkt", zegt de hoogleraar.

Nieuwkomers
In Nederland ligt het aantal verdrinkingen per jaar redelijk vast rond de tachtig. Nieuwkomers die uit een land komen waar zwemmen minder vanzelfsprekend is dan in Nederland vormen nu wel een nieuwe risicogroep, waarschuwt De Martelaer. Tegelijkertijd ziet ze dat bijvoorbeeld de Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ) ook wel extra aandacht besteedt aan deze groep in de eigen campagnes zoals de Nationale Maand van de Zwemveiligheid (tot en met 17 mei).

"De skills moeten op regelmatige basis in de praktijk geoefend worden" 

Kristine de Martelaer houdt zich als wetenschapper bezig met didactiek. Wat zijn efficiënte programma’s en activiteiten om kinderen en volwassenen op een aangename manier te leren zwemmen bijvoorbeeld. Wat leer je het beste in de praktijk en wat kun je ook uit een boekje of op de computer leren. “Blended learning”, legt De Martelaer uit. “Neem EHBO-onderwijs. Aan de vaardigheid om te reanimeren zitten ook cognitieve aspecten, bijvoorbeeld de volgorde van de te ondernemen acties, het functioneren van een AED. Daar kun je ook over leren achter een computer. Maar om vlot en correct te leren reanimeren moet je ‘hands-on-time’ oefenen op motorische vaardigheden: hoe diep mag ik de borstkas induwen? Hoe hard mag ik blazen? De skills moeten dus op regelmatige basis in de praktijk geoefend worden." 

Waterveiligheid-2"Zo kun je ook naar het zwemmen kijken. Je kunt met een computerprogramma wel leren over de risico’s en de mogelijkheden om te zwemmen en recreëren op en rond het water en zo aandacht voor de gevaren meegeven. Maar dit dient samen met praktijkervaring aan bod te komen, zodat je in meerdere contexten kan oefenen en dus ook kan tonen dat de informatie goed is aangekomen.”

Onderzoek én beleid
Behalve met onderzoek houdt De Martelaer, die hoogleraar is in Nederland én in België, zich ook bezig met beleid. Zo was ze in Vlaanderen drie jaar betrokken bij het gelijktrekken van de zwembrevetten. In 2015 is dat na een vrij lang proces van onderhandelingen gelukt. In Nederland zit ze in een werkgroep met de NRZ voor het project Nederland Zwemveilig. Die richt zich op het verschuiven van de focus van zwemstijlen naar zwemveiligheid.

Dat het Zwem-ABC nu ook meer gericht is op de zwemcontext, juicht ze toe. Nu kan een kind met zwemdiploma A in een zwembad zonder attracties zwemmen, bij B kan het ook zwemmen in een zwembad met attracties - zoals een glijbaan en stroomversnelling - en bij C weet het kind zich te redden in open water zonder stroming of grote golfslag, zoals een recreatieplas of een bredere sloot. Natuurlijk leer je bij de zwemles ook nog steeds wel verschillende stijlen schoolslag en borstcrawl, maar voor de zwemveiligheid is het veel belangrijker dat een kind (of volwassene natuurlijk) meer leert dan zwemmen van punt A naar B en zich kan redden in verschillende wateromstandigheden. 

"Als je ziet dat je vriendje in het water het moeilijk heeft, is het van belang dat je hem een boei kunt toewerpen” 

Locomotie, objectcontrole
De motorische basisvaardigheden moeten een blijvend punt van aandacht zijn voor de zwemveiligheid, bepleit De Martelaer. Ze ziet een trend dat de groep die al wat zwak scoort op deze vaardigheden zwakker wordt. “Locomotie - je kunnen voortbewegen - is belangrijk, maar ook objectcontrole, bijvoorbeeld je werpvaardigheid. Als je ziet dat je vriendje in het water het moeilijk heeft, is het van belang dat je hem een boei kunt toewerpen.” 

Waterveiligheid-3Tenslotte benadrukt De Martelaer hoe belangrijk het is dat ouders bij de motorische ontwikkeling en de zwemvaardigheden van hun kind worden betrokken. “Het is voor ouders goed om te weten wat de kinderen wel en niet hebben geleerd en wat dat betekent voor hun zwemveiligheid.” In dat kader is het volgens De Martelaer niet bevorderlijk dat er verschillende typen zwemdiploma’s bestaan in Nederland (naast het Zwem-ABC de diploma’s van Superspetters, red). “Verschillende diploma’s kunnen verwarrend zijn, omdat ouders niet goed weten wat beter is. Het is aan de organisaties om de inhoud en de communicatie zeer goed op elkaar af te stemmen.”

Voorkeur voor zwemlessen gericht op zwemveiligheid
Zonder expliciet te kiezen, laat De Martelaer haar voorkeur wel blijken. Bij de zwemlessen die zich meer richten op zwemveiligheid, kun je op een speelse manier aan vaardigheden werken. Bij lessen gericht op zwemstijlen ligt het gevaar van droge lessen met saaie werkvormen op de loer. “Kinderen vinden tuimelen leuk en onder water hun omgeving verkennen. Speels in, op en onder water leren bewegen is belangrijk. Dat leer je minder als je focust op het van A naar B zwemmen middels één of meerdere zwemstijlen.”

Voor meer informatie: International Water Safety Day en Nationale Maand van de Zwemveiligheid



« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst