door: Leo Aquina | 25 april 2019
"Wanneer praat je nou met mensen van een andere bond?" Met die retorische vraag illustreert Johan Wakkie waarom hij samen met Peter Hopstaken een nieuw initiatief opzet: Intervisie Sportbestuur. De voormalig directeur van de Koninklijk Nederlandse Hockeybond KNHB en de directeur/eigenaar van Sport Knowhow XL willen sportbestuurders de mogelijkheid geven om gestructureerd met vakgenoten te sparren over vraagstukken die spelen binnen sportorganisaties. "Het idee ontstond toen we tijdens Jumping Amsterdam in gesprek raakten met een aantal sportbestuurders die allerlei raakvlakken bleken te hebben", aldus Wakkie.
Intervisie Sportbestuur organiseert sessies voor sportbestuurders van zowel bonden als verenigingen. "Die sessies kunnen gescheiden zijn, maar ook gecombineerd. Enerzijds zijn het echt twee verschillende werelden, waar ook echt andere vraagstukken op tafel liggen, anderzijds kunnen die werelden van elkaar leren. Veel ministers zijn in het verleden wethouder geweest. Intervisie tussen lokale en landelijke bestuurders kan heel zinvol zijn", aldus Wakkie.
Klankbord en ervaringsdeskundige
In terugkerende sessies met drie tot maximaal vijf bestuurders bespreken Wakkie en Hopstaken cases die door de deelnemers zelf worden ingebracht. De coaches zijn daarin klankbord en ervaringsdeskundige. Hopstaken was bijna negen jaar hoofdredacteur van het vakblad SPORT Bestuur & Management, is sinds 2007 directeur/eigenaar van Sport Knowhow XL en organiseert daarnaast sinds 2017 samen met Hans Koeleman onder het label Denktank Sport kleinschalige inspiratiesessies voor professionals in de sportwereld. Wakkie nam in 2014 na ruim twintig jaar als directeur afscheid van de hockeybond. Momenteel is hij actief in de driehoek sport, cultuur en maatschappij onder meer met Plan 4. Ook is hij bestuurder bij onder meer CTO Metropool Den Haag Rotterdam en zit hij in de Raad van Toezicht van de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam.
"Vaak worden bestuurders gevraagd omdat mensen elkaar kennen. Dat is een belangrijke valkuil"
Toen Wakkie begon aan zijn functie als directeur bij de KNHB, had hij al diverse andere functies bekleed in de sport. "Ik was al bestuurder geweest bij hockeyclub Schaerweijde; ik had als vakbondsman aan de andere kant van het schaakbord gezeten en de belangen van de werknemers in de sport gediend. Ook was ik al een paar jaar HR-manager geweest bij de Nederlandse Sportfederatie (NSF), die in 1993 fuseerde met het Nederlands Olympisch Comité (NOC). Daarmee had ik veel processen binnen sportorganisaties en -bonden al gezien."
Weinig overleg vooraf
Veel sportbestuurders komen minder beslagen ten ijs binnen. Wakkie: "Dat is een belangrijke valkuil. Vaak worden bestuurders gevraagd omdat mensen elkaar kennen. Het is moeilijk om mensen te vinden en mede daarom wordt er met de betrokken kandidaat op voorhand te weinig overlegd. Dat zie je vooral lokaal, landelijk wordt hier al vaak wel meer aandacht aan besteed. De organisatie moet goed bedenken of ze wel de juiste persoon op de juiste plek binnenhalen. Past die persoon wel bij het onderwerp en past hij of zij wel goed in de groep? Realiseert die persoon zichzelf ook wat het allemaal betekent? Spreek van tevoren wederzijds goed je verwachtingen naar elkaar uit."
"Ik zorgde ervoor dat er niet meer geld uitging dan er binnenkwam, maar voor de details had ik mijn financiële medewerkers op het bondsbureau. Daar kregen we een conflict over"
Zelf herinnert Wakkie zich uit zijn praktijk een conflict dat voortkwam uit het niet op voorhand goed uitspreken van verwachtingen: "Als directeur krijg je soms te maken met een wisseling van de wacht in het bestuur. In dit geval ging het om een nieuwe penningmeester. Vakinhoudelijk was hij heel goed en hij verwachtte van mij dat ik op dat gebied heel gedetailleerd wist wat er speelde. Dat wist ik op hoofdlijnen en ik zorgde ervoor dat er niet meer geld uitging dan er binnenkwam, maar voor die details had ik mijn financiële medewerkers op het bondsbureau. Daar kregen we een conflict over. De kern van dat conflict lag eigenlijk in het feit dat we van tevoren onze verwachtingen niet goed hadden uitgesproken."
Werelden bij elkaar brengen
De verhouding tussen professionals en vrijwillige bestuurders in de sport is vaak complex. Ook dat kan een valkuil zijn voor sportbestuurders, zowel betaalde als onbetaalde krachten. Wakkie: "We werken in de sport veel met vrijwillige bestuurders en daar zit ook een risico in. Het is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Je moet mensen wel kunnen aanspreken en dat wordt toch makkelijker als het om professionals onderling gaat."
"Er werken één miljoen mensen in de zorg en er zijn één miljoen vrijwilligers in de sport. Je zou zeggen dat de twee werelden elkaar kunnen versterken"
Wakkie pleit echter geenszins voor een totale professionalisering van het sportbestuur: "Ik zie wel mogelijkheden om die werelden dichter bij elkaar te brengen. Ik was laatst op een congres voor mensen uit de zorg om iets te vertellen over sport en bewegen. Zorg en sport hebben veel raakvlakken, maar het zijn gescheiden werelden. Ik vroeg aan de aanwezigen, veelal managers in de zorg, of zij ook een vrijwilligersfunctie hadden in de sport. Dat was meer dan de helft, maar de meeste mensen realiseren zich niet dat ze die functies zouden kunnen combineren en dat dat meerwaarde oplevert. Er werken één miljoen mensen in de zorg en er zijn één miljoen vrijwilligers in de sport. Je zou zeggen dat de twee werelden elkaar kunnen versterken."
Uit de klassieke kokers
Met Intervisie Sportbestuur brengen Johan Wakkie en Peter Hopstaken ook verschillende werelden bij elkaar. In vergaderingen praten bestuurders van verschillende bonden natuurlijk wel met elkaar, maar structurele bijeenkomsten om met elkaar te sparren over elkaars thema's zijn er niet. Vroeger in het Huis voor de Sport en tegenwoordig in DeWeerelt van Sport, waar bonden bij elkaar onder één dak zitten, zijn de omstandigheden in ieder geval wel al geschapen.
"Een bestuurder van de roeibond kan leren van iemand bij de honkbalbond. Er zijn veel gemeenschappelijke thema's", aldus Wakkie. "In de systematiek van intervisie brengen deelnemers hun eigen thema's in. Dat leidt tot zelfreflectie, maar ook tot inzichten van anderen. Het is fijn om dat juist te doen met mensen van andere bonden, omdat de sparringpartners iets verder van het concrete vraagstuk afstaan, maar wel bekend zijn met het thema."
Hiërarchisch georganiseerd
De methodiek sluit volgens Wakkie goed aan bij de huidige tijd. "Toen ik bij de KNHB binnenkwam was het nog heel hiërarchisch georganiseerd. Het bestuur gaf opdracht aan het bondsbureau en het bondsbureau voerde uit. Tegenwoordig zie je dat veel bonden al meer naar een Raad van Toezicht-model gaan, waarbij meer wordt overgelaten aan de professionals. Toch is de wereld van de sport nog altijd hiërarchisch georganiseerd. Bonden zijn piramides. Je ziet dat ook in de zorg en in het onderwijs. Het zijn eigenlijk negentiende-eeuwse modellen, terwijl de wereld zichzelf steeds meer horizontaal organiseert. Kijk naar alle flexwerkplekken in de stad. Mensen komen bij elkaar, delen ideeën en daar komen dingen uit voort. De sport is echt nog via het oude hiërarchische model georganiseerd. Met intervisie tussen verschillende sportorganisaties, kom je uit die klassiek kokers en verbreed je de visie."
Voor meer informatie: Intervisie Sportbestuur