door: Leo Aquina | 24 januari 2019
“Het begon zoals zo vaak met een jongensdroom”, zegt Arjen Kuin. De Amsterdamse ondernemer start met een aantal gelijkgestemden een nieuwe wielerclub met profambities: Cycle Capital. “Wij willen wielrennen teruggeven aan het volk”, aldus Kuin. De professionele teams zijn volgens hem te zeer afhankelijk van enkele grote sponsors. “Daardoor is er weinig continuïteit en binding met een vaste achterban. Wij willen een echte club opzetten, daarbij hebben we vooral gekeken naar de manier waarop het voetbal georganiseerd is.” Op 31 januari is de lancering en persbijeenkomst in Adam Tower en A LAB te Amsterdam-Noord.
Arjen Kuin raakte als kind verslingerd aan wielrennen. “Het zaadje is geplant met de successen van TI Raleigh in de jaren zeventig”, vertelt hij. Een supporter van het gouden Ajax uit de jaren zeventig kan zich nog altijd verbonden voelen met de huidige godenzonen, maar een fan van TI Raleigh uit diezelfde tijd blijft in het huidige tijdsgewricht verweesd achter. Er zijn nieuwe ploegen, nieuwe sponsors, nieuwe renners en nieuwe helden, maar de continuïteit van een voetbalclub ontbreekt. “Profwielrennen is voor 90 tot 95 procent afhankelijk van sponsoring. Ik wilde op zoek naar een nieuw businessmodel met meerdere bronnen van inkomsten.”
BEAT en Delta Cycling
Bij zijn plannen voor een nieuwe wielerploeg ging Kuin niet over één nacht ijs. Hij had twee voorbeelden. “Ik heb een jaar meegelopen met Cor van der Wel, destijds directeur van Cycling Team De Rijke, wat nu Delta Cycling is, een ploeg op het derde niveau. Zij koppelen hun ploeg sterk aan Rotterdam en proberen met die positionering een heel eigen achterban te creëren.”
Een ander voorbeeld is BEAT Cycling. “Zij bouwen een achterban op via een ledenmodel. Ons model is een combinatie van die twee. Zoals Delta zoeken wij naar de lokale verbinding, in ons geval met Amsterdam, en zoals BEAT bouwen wij onze club op een ledenmodel.”
“We geven zesduizend participaties uit van 250 euro per stuk. Dat is de eerste financiering voor vijf jaar”
Rabobank
De nieuwe wielerclub Cycle Capital komt voort uit een groep Amsterdamse wielerenthousiastelingen die onder de noemer Start to meet Amsterdam een netwerk opzetten. Dat netwerk bestaat uit individuen en bedrijven en daar sluit de organisatievorm van de nieuwe wielerclub naadloos op aan. Kuin: “Als ondernemingsvorm hebben we gekozen voor het coöperatiemodel. Dat is een vereniging die winst mag maken. De Rabobank en de biologische supermarkten van Odin werken ook met dat model. Het wordt een club die we ook professioneel gaan draaien, maar iedereen kan lid worden.”
Met die organisatievorm kozen Kuin en zijn partners nadrukkelijk voor een andere weg dan BEAT. “Dat is een BV met vier mensen als eigenaar. Bij ons kan iedereen investeren. Als je er geld instopt, ben je mede-eigenaar en als de club winst maakt, deel je daar ook in.”
Ledenraad
Kuin hoopt met het uitgeven van aandelen een beginkapitaal op te halen van 1,5 miljoen euro. “We geven zesduizend participaties uit van 250 euro per stuk. Dat is de eerste financiering voor vijf jaar.” Wie zo'n participatie aanschaft, deelt in de winst en heeft ook zeggenschap in de club.
“Mensen kunnen lid worden en daarvoor betalen zij 35 euro per jaar. Dat brengt allerlei voordelen met zich mee”
Er komt een ledenraad met maximaal dertig personen. “Voor iedere 50.000 euro is er één positie in de ledenraad. Kleinere investeerders kiezen vertegenwoordigers in de ledenraad, maar personen of bedrijven kunnen een grotere participatie kopen en op die manier een zwaardere stem in de ledenraad krijgen. Daar zit echter wel een maximum op van 10 procent, om te voorkomen dat de club in één keer in de handen van één of andere sjeik kan vallen.”
Inkomsten
De uitgifte van participaties geeft de nieuwe wielerclub een beginkapitaal, maar het duurzame verdienmodel is gebaseerd op een achterban. “Mensen kunnen lid worden van Cycle Capital en daarvoor betalen zij 35 euro per jaar. Dat brengt allerlei voordelen met zich mee. Als club zijn we aangesloten bij de wielerbond (KNWU) en leden kunnen dus namens onze club meedoen aan wedstrijden. Daarnaast krijgen leden korting op kleding en merchandise. We willen in de toekomst een eigen kledingcollectie creëren.”
Kuin legt uit dat de club op zoek is naar een eigen locatie met horeca die ook inkomsten moet genereren. “Zo'n 30 tot 40 procent van de inkomsten moet daaruit komen, zodat we altijd een profploeg op continentaal niveau in de lucht kunnen houden. Het is ons streven om er over honderd jaar nog te zijn als club. Een continentale ploeg heeft een budget van 0,5 tot 1 miljoen euro op jaarbasis, dat is de ondergrens met onze duurzame inkomsten. Daarnaast denken we voor 60 tot 70 procent afhankelijk te zijn van sponsors om op pro-continentaal-niveau of zelfs op World Tour-niveau mee te kunnen doen in het profwielrennen.”
“We willen dat onze renners straks internationale wedstrijden winnen om de Amsterdamse jeugd te inspireren”
Doelgroep
Kuin mikt op ongeveer 1500 leden in de eerste jaren. “Er zijn in Nederland 800.000 mensen die twaalf keer per jaar of vaker op de racefiets stappen. Dat is onze doelgroep. Daarom is de KNWU ook enthousiast. Zij hebben slechts 30.000 tot 40.000 leden, maar het potentieel is dus veel groter. En naast die actieve fietsers mikken wij ook nog
eens op de wielerfans, dat zijn er nog eens heel veel meer.”
Als het aan Kuin ligt, is zijn model de toekomst in het wielrennen. "Wij zijn een club met lokale wortels en internationale allure. We willen dat onze renners straks internationale wedstrijden winnen om de Amsterdamse jeugd te inspireren. Wanneer een renner van ons de Tour wint? Over tien jaar. Dan hoop ik op een echte Amsterdammer met een gevarieerde achtergrond.”
Voor meer informatie: www.starttomeetamsterdam.nl en www.wearecc.nl