Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Rapportage sport: stabiliteit tegen trend in

door: Leo Aquina | 20 december 2018

‘Stabiliteit en verandering in de ontwikkeling van de sport’, zo luidde op 12 december de kop boven het persbericht waarmee het Mulier Instituut en het Sociaal en Cultureel Planbureau de Rapportage sport 2018 aankondigden. In deze vierjaarlijkse rapportage brengen de onderzoeksinstituten op verzoek van het ministerie van VWS de belangrijkste ontwikkelingen in kaart op het gebied van bewegingsonderwijs, sport- en beweegdeelname, topsport, sportinfrastructuur en sportevenementen. Stabiliteit en verandering lijken niet automatisch hand in hand te gaan. Sport Knowhow XL vroeg Hugo van der Poel, directeur van het Mulier Instituut en redacteur van de Rapportage sport, om een toelichting. 

HugoVanDerPoel-1 kopie.jpg“Soms is stabiliteit niet wat je normaal gesproken zou verwachten”, begint Hugo van der Poel zijn uitleg van de paradox. “Neem als voorbeeld de positie van Nederland op de olympische medaillespiegel. We zien dat er in andere landen fors meer wordt geïnvesteerd in topsport en dat er ook steeds meer landen bijkomen die topsport interessant vinden, zoals China. Als Nederland zich desondanks handhaaft rond de tiende plek, dan doe je het dus eigenlijk beter dan je op basis van het uitgangspunt mag verwachten. Had je het beleid niet aangepast, dan was je op die medaillespiegel wellicht lager uitgekomen.”

Topsport geen taak van overheid
Van der Poel denkt dat het focusbeleid van NOC*NSF hier een rol in heeft gespeeld, net als het feit dat de overheid steeds meer geld in topsport steekt. “Dat laatste is eigenlijk tegen de wens van de bevolking in. Uit de rapportage blijkt dat de meeste mensen topsport geen taak van de overheid vinden. Dat is voor de Tweede Kamer wel iets om bij stil te staan.”

“De ontwikkelingen in de sportwereld lijken redelijk los te staan van de economische ontwikkeling”

Als tweede voorbeeld voor de paradox noemt Van der Poel sportdeelname. “We weten dat de bevolking steeds ouder wordt en dat de motorische vaardigheden van kinderen afnemen. Je zou daarom verwachten dat de sportdeelname ook achteruit gaat, maar dat is niet het geval. Dat is stabiliteit tegen de trend in. Het is een beetje gissen naar verklaringen. De buurtsportcoaches die inzetten op sport voor kwetsbare groepen zoals ouderen, zouden hier invloed op kunnen hebben. Een andere mogelijke verklaring is het stijgende opleidingsniveau. We weten uit onderzoek dat hoger opgeleiden meer aan sport doen.”

Economie en demografie
Als meest opmerkelijke gegeven uit de rapportage noemt de directeur de relatie tussen sport en de economie. “De ontwikkelingen in de sportwereld lijken redelijk los te staan van de economische ontwikkeling. We zien de crisis bijvoorbeeld niet echt terug in de cijfers en ook nu het alweer een tijdje wat beter gaat met de economie zie je ook dat nauwelijks terug.”

In tegenstelling tot de economie, hebben demografische ontwikkelingen wel veel invloed op de sport. Daarvan is op dit moment nog niet veel te merken, maar Van der Poel waarschuwt vooral voor de toekomst: “Door onderzoek is bekend dat sport gevoelig is voor demografische ontwikkelingen en we weten dat er in de nabije toekomst een enorme vergrijzing aan zit te komen. Bovendien is er een grote instroom van mensen met een migratieachtergrond. Vooruitkijkend zeggen we dus tegen de sportwereld: let op, het totale beweegcijfer zal wellicht niet al te zeer veranderen, maar kijk wel wat die vergrijzing voor jou als sportaanbieder betekent.”

“Sport en bewegen voor ouderen en migranten blijft in het Sportakkoord onderbelicht en gezien de demografische ontwikkeling moet je daar wel wat mee”

Hij vervolgt: “Kinderen van 10 jaar hebben andere wensen dan ouderen van 60+. Daar moet je het sportaanbod op aanpassen. Dat geldt ook voor de migranten. Een voorbeeld is zwemmen. Bij Nederlanders ga je er automatisch vanuit dat ze in hun jeugd zwemles hebben gehad, maar dat is bij veel migranten niet het geval. Dat betekent iets voor het aanbod van watersporten.

Sportakkoord
Van der Poel is van mening dat de demografische ontwikkelingen in het Sportakkoord onderbelicht blijven. “Daarom hebben wij het nadrukkelijk genoemd in de slotbeschouwing van de rapportage. Er is in beleidsmatige context veel aandacht voor de motorische achteruitgang onder jongeren. Daar wordt terecht beleid op gemaakt, maar iedereen wist het al. Sport en bewegen voor ouderen en migranten blijft in het Sportakkoord onderbelicht en gezien de demografische ontwikkeling moet je daar wel wat mee.”

HugoVanDerPoel-2Ouderen vragen om een aangepast aanbod, vindt hij. “Het sociale aspect is belangrijker. Je hebt ook andere begeleiders nodig voor groepen ouderen dan voor jongeren en je moet de sport zelf vaak anders aanbieden. Een goed voorbeeld daarvan is wandelvoetbal.”

Thema's VWS
Het ministerie van VWS is opdrachtgever van de Rapportage sport, maar Van der Poel benadrukt dat VWS inhoudelijk geen invloed heeft op de cijfers. “Het rapport heeft altijd een aantal hoofdstukken met trends en een aantal thematische hoofdstukken. VWS heeft wel thema's aangedragen.”

‘Wat gebeurt er als sport de beloftes ten aanzien van gezondheid, sociale inclusie of integratie niet kan waarmaken?’

Het ministerie was dit keer vooral geïnteresseerd in de economische en maatschappelijke waarde, de impact op ruimte en de impact van sport op internationale betrekkingen en handel. De economische waarde van sport is volgens Van de Poel stabiel: “Sport is ongeveer 1 procent van de totale economie.”

HugoVanDerPoel-3Maatschappelijke waarde als legitimatie is risico 
Als het gaat om de maatschappelijke waarde van sport lezen we in het rapport: ‘De legitimatie van overheidsbemoeienis met de sport werd de afgelopen jaren vooral buiten de sport gezocht: sport en bewegen worden gezien als preventiemiddel of als oplossing van maatschappelijke problemen op het terrein van gezondheid of sociale participatie.’ 

Het rapport waarschuwt daarvoor: ‘Het plezier dat sport veel mensen geeft, is moeilijk in euro’s uit te drukken, maar het kan wel een grote sociale waarde hebben, net als verjaardagen, herdenkingen en allerlei vormen van kunst en cultuur (…) De verantwoording van het sportbeleid vooral zoeken in waarde voor de maatschappij (gezondheid, sociale samenhang) en niet zozeer in de intrinsieke waarde van sport zelf kan een risico vormen. Wat gebeurt er als sport de beloftes ten aanzien van gezondheid, sociale inclusie of integratie niet kan waarmaken?’

Ruimtebeslag sport toegenomen
In het hoofdstuk over de ruimtelijke impact van sport, constateert Mulier-onderzoeker Remco Hoekman: ‘Het ruimtebeslag door de sport is in de periode 2000-2015 met ruim 4000 hectare toegenomen. De groei (…) overtreft de bevolkingsgroei, waardoor er meer hectare sportterrein beschikbaar is gekomen per inwoner.' 

Op het gebied van de impact van sport op internationale betrekkingen hebben de onderzoekers in de toekomst een uitdaging

Die groei heeft vooral te maken met de groei bij golf en voetbal. Hij stipt ook aan dat er 'in snel tempo veel beleid wordt ontwikkeld gericht op het duurzamer maken van de sportinfrastructuur. Voor sommigen zal duidelijk zijn dat ‘we’ dit al veel eerder hadden moeten doen. Dat geldt dan ook voor onderzoek naar dit aspect van de ruimtelijke betekenis van sporten en bewegen (…) Geschikte data en onderzoek op dit terrein zijn nog nauwelijks beschikbaar. Hier ligt een uitdaging voor een volgende Rapportage sport.’

Internationale betrekkingen
Ook op het gebied van de impact van sport op internationale betrekkingen hebben de onderzoekers in de toekomst een uitdaging. “Dat hoofdstuk is echt pionierswerk”, zegt Van der Poel. “Hier is eigenlijk nog nooit onderzoek naar gedaan, dus we zijn echt op nul begonnen. Statistieken zijn er niet, dus we moesten het doen met interviews met experts.” 

“Grijp sportevenementen aan om internationale ontmoetingen te organiseren met ambassadeurs en mensen uit het bedrijfsleven”

In het rapport lezen we: ‘Volgens de geraadpleegde experts staat Nederland in het buitenland goed bekend om zijn sportieve successen in het verleden, de fans in het oranje en de organisatie van topsportevenementen in eigen land (…) Sport draagt bij aan het merk Holland.' Van der Poel constateert dat de sportwereld vindt dat zowel de politiek als het bedrijfsleven daar veel beter gebruik van kunnen maken. “Grijp bijvoorbeeld sportevenementen aan om internationale ontmoetingen te organiseren met ambassadeurs en mensen uit het bedrijfsleven.”

Wat is Van der Poels belangrijkste conclusie? “Over het algemeen staat de sportwereld er goed op. Het Sportakkoord biedt goede kansen om veel problemen gezamenlijk aan te pakken en het is goed dat er veel aandacht is voor het lokale perspectief. Voor de volgende rapportage ligt daar ook weer een uitdaging. De landelijke instellingen moeten ervoor zorgen dat er data beschikbaar komen en ontwikkelingen gemonitord op lokaal niveau.”

Voor meer informatie: Rapportage sport 2018 

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst