door: Leo Aquina | 29 november 2018
“Ik zie veel politieke wil”, zegt Michiel van Nispen. Het Tweede Kamerlid (SP) ijvert al jaren voor verplichte gymlessen in het basisonderwijs. Afgelopen maand beantwoorde hij schriftelijke Kamervragen op zijn initiatiefwet voor, zoals hij het zelf noemt, ‘meer en beter beweegonderwijs’. Het Haagse proces is stroperig, maar Van Nispen heeft goede hoop dat hij voldoende Kamerleden achter zijn wetsvoorstel krijgt. Volgens het voorstel zou drie uur gym per week de norm moeten worden voor alle basisscholen. De SP liet onderzoeksbureau Regioplan een rapport schrijven over de effecten van een dergelijke maatregel en verzamelde op die manier munitie voor de verdediging van het wetsvoorstel in het plenaire debat, dat waarschijnlijk begin volgend jaar op de rol staat.
Op dit moment is er geen wettelijke afspraak over het aantal uren beweegonderwijs in het primair onderwijs. Michiel van Nispen: “Er bestaat een zachte afspraak dat er twee uur gymles wordt gegeven, maar daar wordt in het land op verschillende manieren mee omgegaan.” Loopt Van Nispen met drie verplichte uren niet wat hard van stapel? “Ik vind het in ieder geval belangrijk dat we ophouden met die zachte afspraak en ik vind oprecht dat twee uur gymnastiek te weinig is. Maar als straks in de Kamer blijkt dat er geen meerderheid te vinden is voor drie verplichte uren door een vakleerkracht, maar wel voor twee, dan hebben we toch ook al een heel grote stap gezet.”
Naast de verplichte drie uur gymnastiek in de week voorziet het wetsvoorstel ook in een werkdrukverlaging voor groepsleerkrachten. Van Nispen: “De tijd die zij momenteel steken in het geven van gymles kunnen zij gaan besteden aan de kwaliteit van het reguliere onderwijs.” De belangrijkste baten liggen volgens het Kamerlid echter op andere vlakken.
“Het gaat ons niet alleen om meer uren gym, maar vooral ook om de kwaliteit. Ik noem het nadrukkelijk ‘meer en beter bewegen’”
Van gymles naar ‘leven lang actief’
De kosten van ‘de Wet Van Nispen’ bedragen 275 miljoen euro per jaar. Regioplan concludeert, zoals valt te verwachten van een onderzoeksbureau, dat er meer onderzoek nodig is om ‘de investeringen beter af te wegen tegen de opbrengsten’, maar ziet een groot aantal voordelen. ‘Uit ons onderzoek blijkt dat er overtuigend bewijs is voor de gezondheidsvoordelen van sporten en bewegen en dat door meer gymlesminuten de fitheid van kinderen kan verbeteren.’
Als het wetsvoorstel ervoor zorgt dat kinderen ‘een leven lang actief blijven’, levert de investering volgens Regioplan geld op door lagere zorgkosten, lager ziekteverzuim, hogere arbeidsproductiviteit en positieve sociale effecten, waaronder mogelijk verbeterde leerprestaties.
Voorwaarden scheppen
Belangrijke voorwaarde voor die maatschappelijke langere termijneffecten is dat de drie uur beweegonderwijs leidt tot mensen die ‘een leven lang actief’ blijven. Kan Van Nispen dat ook met zijn wetsvoorstel garanderen? “Nee, dat kun je niet vastleggen in de wet. Met het wetsvoorstel proberen we een basis te leggen. Het gaat ons niet alleen om meer uren gym, maar vooral om de kwaliteit. Ik noem het nadrukkelijk ‘meer en beter bewegen’. Daarom willen we ook vastleggen dat het beweegonderwijs door een vakleerkracht wordt gegeven. Die kan kinderen plezier bijbrengen in bewegen en hen laten ervaren dat iedereen wel ergens goed in is. We kunnen niet alles waarborgen in de wet, maar we kunnen wel voorwaarden scheppen."
“Opheffing van het Lage Inkomensvoordeel levert iets meer op dan de 275 miljoen die we voor dit wetsvoorstel nodig hebben”
De SP vroeg Regioplan daarnaast om te onderzoeken of er wetenschappelijk onderbouwd bewijs bestaat voor opbrengsten van beweegonderwijs op leerprestaties. Dat verband is vooralsnog niet wetenschappelijk aangetoond. “Daar is inderdaad nog geen hard bewijs voor”, zegt Van Nispen. “Maar Regioplan constateert wel dat er veel aanwijzingen zijn dat beweging op school de leerprestaties positief kan beïnvloeden en dat ligt ook wel in de lijn der verwachting.”
Potjes met geld
Er is politieke wil en Van Nispen heeft zich gewapend met de nodige argumenten, maar in de politiek draait het uiteindelijk altijd om de vraag wie het moet betalen. “Tegenstanders roepen dat zij het te duur vinden, maar dat is een politieke keuze. Drie uur per week gym door een vakdocent in het basisonderwijs kost 275 miljoen euro. Waar we dat geld vandaan halen? Ik vind dat Kamerleden buiten de kokers van de departementen moeten kijken en het maatschappelijk belang voorop moeten stellen.”
Van Nispen vindt dat het geld niet uit de begroting van onderwijs moet komen. “Daar moet het juist naartoe. Wat mij betreft zouden we kunnen kijken naar de reserves van zorgverzekeraars, maar dat is politiek niet haalbaar. We zouden ook het Lage Inkomensvoordeel kunnen heroverwegen. Dat is een subsidie voor bedrijven om mensen met een laag inkomen in dienst te nemen. Die subsidie blijkt geen effect te hebben. Opheffing van het Lage Inkomensvoordeel levert iets meer op dan de 275 miljoen die we voor dit wetsvoorstel nodig hebben. Die keuze lijkt mij makkelijk.”
Voor meer informatie: wetsvoorstel Van Nispen